Engels Examenjargon signaalwoorden

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/81

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

82 Terms

1
New cards
Also
Ook
2
New cards
And
En (Vooral belangrijk wanneer het aan het begin van de zin staat)
3
New cards
As well as
Evenals
4
New cards
Besides,
Bovendien (met komma!)
5
New cards
Both … and …
Zowel … als …
6
New cards
Even
Zelfs
7
New cards
First, second, third
Eerste, tweede, derde
8
New cards
Furthermore
Bovendien
9
New cards
In addition
Bovendien
10
New cards
Moreover
Bovendien
11
New cards
Neither … nor …
Noch … noch …
12
New cards
Not only … but also …
Niet alleen … maar ook
13
New cards
One … another
Één … een andere/tweede
14
New cards
Or
Of
15
New cards
Too
Ook (met komma ervoor)
16
New cards
What is more…
Bovendien
17
New cards
After all
Tenslotte, immers
18
New cards
As
Daar, omdat
19
New cards
As a result of
Als gevolg van
20
New cards
Because
Omdat
21
New cards
For
Want
22
New cards
Since
Aangezien
23
New cards
Since it suggests …
Aangezien het suggereert …
24
New cards
Admittedly
Toegeven
25
New cards
Although
Ofschoon, hoewel
26
New cards
Though
Ofschoon, hoewel
27
New cards
Besides
Behalve (zonder komma!)
28
New cards
But
Maar
29
New cards
By contrast
Daarentegen, als contrast
30
New cards
Certainly,
Weliswaar (met komma, tegenargument!)
31
New cards
Conversely
Daarentegen
32
New cards
Despite
Ondanks
33
New cards
Either … or …
Ofwel … of …
34
New cards
Even so
Toch, desondanks
35
New cards
, However,
Echter (met komma’s)
36
New cards
In fact
Feitelijk, eigenlijk
37
New cards
In spite of
Ondanks
38
New cards
Instead
In plaats daarvan
39
New cards
Nevertheless
Desalniettemin
40
New cards
Of course,
Natuurlijk (met komma, tegenargument!)
41
New cards
On the one hand … on the other …
Enerzijds, anderzijds
42
New cards
Rather
Liever, eerder dan, in plaats van
43
New cards
Still
Toch
44
New cards
Sure,
Weliswaar (met komma, tegenargument!)
45
New cards
Then again
Aan de andere kant
46
New cards
To be fair
Om eerlijk te zijn (verzachtend tegenargument)
47
New cards
True,
Weliswaar (met komma, tegenargument!)
48
New cards
Whereas
Terwijl
49
New cards
(Mean)while
Ondertussen
50
New cards
Yet
Toch
51
New cards
If
Als, indien
52
New cards
Provided, providing
Mits, op voorwaarde dat
53
New cards
Unless
Tenzij
54
New cards
Before
Voor
55
New cards
Earlier
Vroeger
56
New cards
Eventually
Uiteindelijk
57
New cards
Initially
Aanvankelijk
58
New cards
In the past
In het verleden
59
New cards
Later
Later
60
New cards
Once
Zodra, toen eenmaal
61
New cards
Once upon a time…
Op een keer … er was eens …
62
New cards
Present, present-day
Nu, tegenwoordig, vandaag de dag
63
New cards
Nowadays
Nu, tegenwoordig, vandaag de dag
64
New cards
Today
Tegenwoordig, vandaag de dag
65
New cards
Until
Totdat
66
New cards
After all
Tenslotte
67
New cards
As a result
Daarom
68
New cards
Consequently
Met als gevolg
69
New cards
Hence
Daarom, zodoende
70
New cards
In short
Kortom
71
New cards
So
Dus, daarom
72
New cards
That’s why
Daarom
73
New cards
Therefor
Daarom, vandaar
74
New cards
Thus
Zo, op die manier, samenvattend
75
New cards
As if
Alsof
76
New cards
Equally
Evenzeer, evenzo
77
New cards
Likewise
Op dezelfde manier
78
New cards
Similarly
Op dezelfde manier
79
New cards
For example
Bijvoorbeeld
80
New cards
For instance
Bijvoorbeeld
81
New cards
Such as
Zoals
82
New cards
At least
tenminste/ verduidelijking/ in elk geval