Kaarten: Alles voor examen Engels VOC | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

the air force

luchtmacht

2
New cards

an infantry

een infanterie, voetvolk

3
New cards

a corps

een korps (legereenheid)

4
New cards

a regiment

een regiment (legereenheid)

5
New cards

a private

een soldaat

6
New cards

an ally

een bondgenoot, geallieerde

7
New cards

Allies (Triple Entente)

de geallieerden

8
New cards

a battle

een veldslag

9
New cards

to go over the top

uit de loopgrachten kruipen en aanvallen

10
New cards

a shell

een granaat

11
New cards

to shell

een granaat afvuren/bombarderen

12
New cards

a shell-hole

een bomkrater

13
New cards

an offensive

een offensief, aanval

14
New cards

a trench

een loopgraaf

15
New cards

a salient

een saillant (uitstulping in de frontlijn)

16
New cards

a high ground

een hoger gelegen stuk land

17
New cards

a sandbag

een zandzakje

18
New cards

a line

een front, linie

19
New cards

to hold the line

de linie verdedigen

20
New cards

a dugout

een bunker, overdekte loopgraaf

21
New cards

a gas attack

een gasaanval

22
New cards

a shelter

een schuilplaats

23
New cards

to shelter

schuilen

24
New cards

to surround

omsingelen

25
New cards

to march

marcheren

26
New cards

a sentry

een wachtpost

27
New cards

a sniper

een sluipschutter

28
New cards

a casualty

een slachtoffer

29
New cards

a comrade

een kameraad, makker

30
New cards

a corpse

een lijk

31
New cards

gangrene

gangreen, koudvuur (ziekte waarbij ledematen afsterven)

32
New cards

trench foot

loopgraafvoet (opgezwollen door het vocht)

33
New cards

shell-shock/PTSD

posttraumatische stressstoornis (PTSS) door de oorlog

34
New cards

to wound

verwonden

35
New cards

wounded

gewond

36
New cards

a cemetery

een begraafplaats, kerkhof

37
New cards

a commemoration

een herdenking

38
New cards

a headstone

een grafsteen

39
New cards

an inscription

een inscriptie, opschrift

40
New cards

a historian

een historicus (m/v)

41
New cards

a poppy

een klaproos

42
New cards

rememberance

het herinneren en herdenken

43
New cards

a verse, line

een regel

44
New cards

a stanza

strofe

45
New cards

a poem

een gedicht

46
New cards

a poet

een dichter

47
New cards

a refrain

een refrein

48
New cards

a rhyme scheme

een rijmschema

49
New cards

a motif

een motief

50
New cards

a theme

een thema

51
New cards

a figure of speech

een stijlfiguur

52
New cards

presumably

wellicht

53
New cards

indifferent

onverschillig

54
New cards

respite

respijt, rust

55
New cards

a hardship

een moeilijke omstandigheid

56
New cards

a grievance

een grief, ergernis

57
New cards

to mutiny

muiten, in opstand komen tegen de legerleider

58
New cards

a mutiny

een muiterij

59
New cards

to desert

deserteren (het leger verlaten zonder toestemming)

60
New cards

desertion

desertie

61
New cards

to be exempt (from)

vrijgesteld zijn van

62
New cards

a shortage

een tekort

63
New cards

manual labour

handenarbeid

64
New cards

disdainful of

neerbuigend tegenover

65
New cards

dog-tired

hondsmoe

66
New cards

weariness

vermoeidheid

67
New cards

debris

puin

68
New cards

handicraft

handwerk

69
New cards

memento

aandeken

70
New cards

naval

marien, zee-

71
New cards

to ration

rantsoeneren

72
New cards

a ration

een rantsoen

73
New cards

accurate

accuraat, nauwkeurig, precies

74
New cards

to acquire

verwerven, verkrijgen

75
New cards

an aid

een hulp, ondersteuning

76
New cards

an area

een omgeving, gebied

77
New cards

to cease

ophouden, stoppen

78
New cards

ceasefire

wapenstilstand, staakt-het-vuren

79
New cards

chemical

chemisch

80
New cards

a circumstance

een omstandigheid, situatie

81
New cards

civil

burger-, burgerlijk, civiel

82
New cards

to collapse

instorten

83
New cards

to commence

beginnen, aanvatten, starten

84
New cards

communication

communicatie

85
New cards

a component

een component, onderdeel, bestanddeel

86
New cards

a conflict

een conflict

87
New cards

to credit

erkennen, crediteren

88
New cards

distinction

onderscheid, verschil

89
New cards

to distinguish

onderscheiden, onderscheid maken

90
New cards

a draft

een versie, ontwerp, klad

91
New cards

to eliminate

uitschakelen, elimineren

92
New cards

an exposure

een blootstelling

93
New cards

a factor

een factor, reden

94
New cards

a formation

een formatie, vorming

95
New cards

to ignore

negeren

96
New cards

an illustration

een illustratie, tekening

97
New cards

an impact

een impact

98
New cards

to impose

opleggen, voorschrijven

99
New cards

inclined

geneigd, ingesteld

100
New cards

initial

aanvankelijk, initieel