F->NL Libre service vwo 4 unité 1 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/81

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

82 Terms

1
New cards

le pote

de vriend

2
New cards

c'est con (fam.)

dat is stom

3
New cards

la destination

de bestemming

4
New cards

fatigué

moe

5
New cards

le mec

de vent , de gozer

6
New cards

bienvenue

welkom

7
New cards

l'épisode ( m )

de aflevering

8
New cards

extraordinaire

buitengewoon

9
New cards

n'importe quel

het maakt niet uit welk

10
New cards

numérique

digitaal

11
New cards

le voyage

de reis

12
New cards

terminé

afgelopen

13
New cards

rencontrer

ontmoeten

14
New cards

plein de

heel veel

15
New cards

le profit

de winst

16
New cards

la perte

het verlies

17
New cards

le savon

de zeep

18
New cards

le coup de foudre

de liefde op het eerste gezicht

19
New cards

pas grand-chose

niet veel

20
New cards

grâce à

dankzij

21
New cards

méchant

gemeen

22
New cards

l'auditeur / l'auditrice

de luisteraar

23
New cards

elle me manque

ik mis haar

24
New cards

bon courage !

succes

25
New cards

retrouver

weer zien

26
New cards

raconter

vertellen

27
New cards

L'horaire ( m )

het tijdschema

28
New cards

bête

dom / stom

29
New cards

recommander

aanbevelen

30
New cards

sans doute

waarschijnlijk

31
New cards

bien que

hoewel

32
New cards

détendu

ontspannen

33
New cards

sauter

overslaan / springen

34
New cards

le proverbe

het spreekwoord

35
New cards

apprendre

leren

36
New cards

se dérouler

zich afspelen

37
New cards

il vaut mieux

je kunt beter

38
New cards

la veille

de dag ervoor

39
New cards

pâle

bleek

40
New cards

redoubler

blijven zitten / doubleren

41
New cards

la filière

het profiel

42
New cards

le bac / baccalauréat

het eindexamen

43
New cards

la matière

het vak

44
New cards

l'ouvrier ( m )

de arbeider

45
New cards

la façon

de manier

46
New cards

dès

zodra , vanaf

47
New cards

rater

missen

48
New cards

quand même

toch

49
New cards

se révéler

blijken

50
New cards

le comportement

het gedrag

51
New cards

je m'en fous

het kan me niet schelen

52
New cards

le courrier

de post

53
New cards

les fournitures ( f pl )

de spullen / benodigdhede

54
New cards

la récré / récréation

de pauze

55
New cards

l'orientation ( f )

de studie- of beroepskeuze

56
New cards

le prof principal

de mentor

57
New cards

se rendre compte

beseffen, zich realiseren

58
New cards

avancer

vervroegen

59
New cards

libérer

vrij geven , bevrijden

60
New cards

être occupé de

bezig zijn met

61
New cards

reculer

verzetten

62
New cards

repartir

weer vertrekken

63
New cards

indispensable

onmisbaar

64
New cards

les congés payés ( m pl )

betaalde vakantie werk

65
New cards

retourner au boulot

weer aan het werk gaan

66
New cards

rendre fou

gek maken

67
New cards

bronzer

zonnen

68
New cards

faire la grasse matinée

uitslapen

69
New cards

la destination

de bestemming

70
New cards

ça y est

het is zover

71
New cards

rater

mislukken

72
New cards

le / la pire

het ergste , het slechtste

73
New cards

perdre

verliezen

74
New cards

agricole

landbouw-

75
New cards

la réussite

het slagen, het succes

76
New cards

oublier

vergeten

77
New cards

la chasse

de jacht

78
New cards

raccourcir

verkorten

79
New cards

parvenir à

erin slagen te

80
New cards

l'été ( m )

de zomer

81
New cards

la randonnée

de wandeltocht

82
New cards

les grandes vacances ( f pl )

de zomervakantie