1/195
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ML-I
onwaarschijnlijk dat het ziekte veroorzaakt bij mensen
ML-II
onwaarschijnlijk voor een volksverspreiding, bestaat effectieve behandeling
ML-III
kan ernstige ziekte veroorzaken, volksverspreiding, er bestaat meestal een effectieve behandeling
ML-IV
ernstige ziekte veroozaken, volksverpsreiding, meestal geen effectieve behandeling
psychrofiel
optimum -5 - 15 graden Celcius
psychotroof
optimum 15-30 graden Celcius
mesofiel
optimun 25-45 graden Celcius
thermofiel
optimum 45-70 graden Celcius
hyperthermofiel
optimum >70 graden Celcius
obligate aerobe
zuurstof nodig
facultatieve anaerobe
groeit beter met zuurstof maar kan groeien zonder
obligatie anaerobe
kan niet groeien met zuurstof
microaerofiel
heel een kleine hoeveelheid zuurstof nodig
aerotolerante anearobe
kan groeien met zuurstof, maar verbruikt zelf geen zuurstof
neutrofiel
pH 5-8
acidofiel
< pH 5,5
alkalifiel
< pH 8,5
foto-autotroof (planten)
zuurstof en anorganische koolstof (CO2)
foto-heterotroof
zonlicht en organische koolstof
chemolitho-autotroof
anorganische chemicaliën en anorganische koolstof
chemo-organische-heterotroof
organische verbindingen en organische koolstof
direct microscopische telling
in vloeibaar monster snelle nauwkeurige telling (10^7 cell/mL)
cel-telling instrument
tellen elektronische cellen door een laser, lage dichtheid
plaattelling
tellen van levensvatbare cellen door koloniën (>100 organisme/mL)
membraanfiltratie
vangt micro-organisme op uit vloeibare monster, relatief weinig cellen
MPN
schatting van celconcentratie door een seriële verdunning
turbidity
snelle methode, is op biomassa
totale gewicht
op biomassa, ook de dode cellen, kost veel tijd
detecteren van celproducten
detecteren van groei
sterlisatie
verwijderen of vernietigen van alle micro-organisme en virussen
desinfectie
verwijderen of vernietigen van meeste pathogenen
antispetisch
antimicrobe chemicaliën die non-toxic zijn voor huid of lichaamweefsel
pasteurisatie
korte hitte process
filtratie (disinfectie)
voor vloeistoffen of hitte gevoeilige organisme
irradiatie
door golven
chemische methodes
alcohol, ozon, aldehyde en halogenen
katabolisme
verbindingen afbreekt en energie ontstaat
anabolisme of biosynthese
macromolecuul maken en gebruikt energie
metabolische pathway
meerdere chemische reacties van beginproduct tot eindproduct
substraat-level fosforylatie
vrijgekomen energie tijdens exergonische reactie
oxidatieve fosforylatie
ADP -> ATP
proton motive force
vorm van energie door electrochemicaliën gradiënt
glycolysis
splitst glucose en oxideert het tot pyruvaat
pentose fosfaat pathway
breekt glucose af en verbindingen maken voor biosynthese
TCA cyclus
deel 1: zet pytofaat om in acetyl-CoA
deel 2: oxideert di-koolstof-acetyl-groep twee CO2
Maakt meeste ATP
cellulaire respiratie
vervoert elektronen van glucose naar ETC
fermentatie (central pathway)
breekt glucose af tot glycolyse en maakt pyrofaat
generatie-proton-bewegingskracht
ETC gebruikt het reducerende vermogen van NADH en FADH2
ATP synthetiseren
protonaandrijfkracht is ATP synthetiseren
glucosefermentatie
fosforylatie op substraat niveau in glycose waardoor ATP vormt (NADH)
lactic acid
streptococcus lactocillus
ethanol
saccharomyces
propionic acid
propionibacterium
butyric acid
clostridium
verticale gene transfer
nageslacht mutatie
horizontale gene transfer
overgeven van DNA aan andere organisme dat geen nageslacht is
auxotroof
organisme dat afhankelijk is van voedingsstoffen van buitenaf
prototroof
synthetiseert alles zelf
directe selectie
methode waarmee de mutant groei stimuleert maar de ouders niet
indirecte selectie
isoleren van auxotrofen mutant van een prototrofen ouders
homologe recombinantie
een chromosomaal fragment is overgedragen en dan geïntregreerd in een replicon
bacteriofagen
bacteriële virussen
generale transductie
gedaan door virulente bacteriofagen waarin bacteriële cellen worden gelyseerd wanneer nieuwe bacteriofagen worden vrijgegeven
transductie delen
draagt geen faag DNA, is ok geen faag
conjugatie
contact overdracht (F-plasmide)
pan-genoom
subtotaal van genen die coderen bij verschillende strengen ven bepaalde soort
transposon
een deel van DNA zichzelf beweegt naar een andere locatie in chromosomaal of plasmide DNA
genomice eilanden
grote DNA delen in een celgenoom dat is ontstaan in een andere soort
profagen
het faag DNA dat deel wordt van host cel genoom
restrictie-modificatie systeem
bacterie die zelf specifieke delen van het DNA methyleert. Knipt de niet gemethyleerde delen, dus vreemd DNA
CRISPR systeem
imuunsysteem
selectable marker
gen dat gecodeerd is voor geobserveerde eigenschappen
rijk of domein (domain)
collectie van vergelijkbare stammen
stammen (phylum)
collectie van klassen
klasse (class)
collectie van vergelijkbare orders
order
collectie van vergelijkbare families
familie
collectie van vergelijkbare geslachten
geslacht (genus)
collectie van vergelijkbare soorten (species)
70s
archaea en bacteriën
80s
eukaryoten
peptidoglycaan celwand
bacteriën
microscopische morfologie
grote, vorm en kleureigenschappen
metabolische capaciteiten
specifieke verbindingen
biochemische test
specifieke enzymen of chemische reactie
serologische kenmerken
gebruikt antilichamen om specifieke eiwitten en polysachariden op oppervlakte van micro-organisme detecteren
MALDI-TOF MS
eiwitprofiel, massa van eiwitten. Breekt micro-organisme af en versnelt de brokstukken. De brokstukken worden door de detector geraakt (groot → klein) en geeft proteïne prfiel aan welke micro-organisme het was.
chitine
schimmel celwand
capside
eiwitjas dat slijmerig is
lystische fagen
verlaat de host aan het einde van de infectie door lyse
lysogenetische infectie
plaatst faag DNA in de host cel chromosoom op een specifieke plek
profaag
overgedragen faag DNA bij lysogenetische infectie
lysogen
drager van een profaag
generaliseerde transductie
draagt bacteriële DNA inplaats van faag DNA
specialiseerde transductie
gedaan door gematigde bacteriofagen waarin bacteriële cellen niet worden gelyseerd, en viraal DNA integreert met bacterieel DNA en overleeft in profaagstadium binnen de bacteriën gedurende verschillende generaties.
first-line defense
voorkomt dat microben en andere onbekende materiaal in het lichaam komt
sensorsysteem
herkent wanneer first-line defense wordt doorbroken (camera’s)
sentinel cellen
bewakers en onderzoekers van het lichaam
pattern recognition receptors
zitten in of buiten de sentinel cellen
complement systeem
verwijderen of verbouwen binnenvallende microben
interferon
waarschuwt wanneer een virus in de buurt komt (eiwit)