Directe democratie
Een land waar het volk invloed heeft op politieke besluiten.
Overheid
Alle politici en ambtenaren samen.
Algemeen belang
Wanneer bepaalde dingen voor heel veel mensen belangrijk zijn.
Bezuinigingen
Wanneer de overheid ergens minder geld aan uitgeeft.
Ambtenaren
Personen die werken voor de overheid.
Belasting
Geld dat burgers en bedrijven betalen aan de overheid, die daarmee salarissen van ambtenaren, maar ook zaken als de zorg betaalt.
Referendum
Een volksstemming over een belangrijk onderwerp.
Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten waardoor een land, een provincie of een gemeente bestuurd kan worden.
Indirecte democratie
Een land waar volksvertegenwoordigers namens ons beslissingen nemen.
Politiek links
Politieke stroming die wil dat de overheid het verschil tussen arm en rijk verkleint.
Het politieke midden
Politieke stroming die wil dat de overheid alleen helpt als het echt niet anders kan.
Actief kiesrecht
Het recht om te mogen stemmen.
Vrije verkiezing
Een verkiezing waarbij je mag stemmen op wie je wilt.
Passief kiesrecht
Het recht om je verkiesbaar te stellen.
Geheime verkiezing
Een verkiezing waarbij niemand weet op wie jij hebt gestemd.
Lijsttrekker
De belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd.
Compromis
Een afspraak waarbij alle partijen een beetje toegeven.
Politiek rechts
Politieke stroming die wil dat de overheid zich zo min mogelijk met de burgers bemoeit.
Christen-democratie
Politieke stroming die naastenliefde en samenwerking weer belangrijk wil maken.
Politieke stroming
Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.
Populistische politici
Politici die zeggen dat zij als enige ‘de wil van het volk’ kennen en opkomen voor de belangen van de gewone burger.
'One-issue' -partijen
Politieke partijen die één thema het allerbelangrijkste vinden.
Liberalisme
De vrijheid om te leven zoals jij wilt.
Sociaal-democratie
Politieke stroming die solidariteit (mensen moeten voor elkaar klaarstaan) en gelijkwaardigheid (iedereen moet dezelfde kansen krijgen) wil.
Rijksbegroting
Een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die het kabinet voor dat jaar verwacht.
Troonrede
Een verhaal van de koning waarin hij vertelt wat het kabinet heeft bereikt en het volgende jaar wil gaan doen.
Regeerakkoord
Een overzicht van de plannen van de regering voor de komende jaren.
Miljoenennota
Een gedetailleerd plan van het kabinet voor het aankomende jaar.
Staatssecretaris
Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.
Regering
De koning en de ministers.
Minister-president
De leider van het kabinet.
Kabinet
Het dagelijks bestuur van ons land.