LNEER2433 - Q2 - Nepnieuws Cartes | Quizlet
Studied by 5 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/112
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
113 Terms
het nieuws
les nouvelles - les informations - les actualités
het nieuwsbericht (-en)
la nouvelle
de informatie
l'information
de actualiteit (-en)
l'actualité
het nieuws volgen (volgde - gevolgd)
suivre les nouvelles
de bron (bronnen)
la source
echt (-e)
vrai
waar (ware)
vrai
correct (-e)
correct - correcte
betrouwbaar (-bare)
fiable
de betrouwbaarheid (-heden)
la fiabilité
waarheidsgetrouw (-e)
fidele à la verité
de waarheid (-heden)
la verité
het nieuws lezen (las - lazen - gelezen)
lire les nouvelles
naar het nieuws luisteren (luisterde - geluisterd)
ecouter les nouvelles
het nieuws beluisteren (beluisterde - beluisterd)
ecouter les nouvelles
naar het nieuws kijken (keek -gekeken)
regarder les nouvelles
het nieuws bekijken (bekeek - bekeken)
regarder les nouvelles
de inhoud (-en)
le contenu
de journalistiek
le journalisme
de journalist (-en)
le journaliste
de journaliste (-s)
la journaliste
het nieuwsanker (-s)
le presentateur du journal televisé
het journaal (-nalen)
le journal télévisé
de buitenlandcorrespondent (-en)
le correspondant à l'étranger
de oorlogsjournalist (-en)
le journaliste de guerre
de hoofdredacteur (-s)
le rédacteur-en-chef
de persconferentie (-s)
la conference de presse
het persagentschap (-schappen)
l'agence de presse
de achtergrondinformatie
l'information de fond - contextuelle
circuleren (circuleerde - gecirculeerd)
circuler
zich verspreiden (verspreidde zich - zich verspreid)
se propager
het nepnieuws
la fausse information - l'infaux
het fake nieuws
la fausse information - l'infaux
het fake news
la fausse information - l'infaux
de desinformatie
la desinformation
nep (neppe)
faux
vals (-e)
faux
fout (-e)
faux
verkeerd (-e) erroné
fake
faux
iets faken (fakete - gefaket)
falsifier qqch
iemand misleiden (misleidde - misleid)
tromper qq'un
misleiden (-e)
trompeur
eenzijdig (-e)
partial
de bedoeling (-en)
l'intention
de reden (-en)
la raison
het doel (-en)
le but
iemand bedriegen (bedroog - bedrogen)
tromper qq'un
iemand manipuleren (manipuleerde - gemanipuleerd)
manipuler qq'un
iemand beïnvloeden ( beïnvloedde - beïnvloed)
influencer qq'un
iets/iemand schaden (schadde - geschaad)
nuire à qqch/qq'un
met opzet
intentionnellement - expres
iets verzinnen (verzon - verzonnen)
inventer qqch
de propaganda ('s)
la propagande
de haattaal
le langage haineux
de slechte journalistiek
le mauvais journalisme
de satire
la satire
de parodie (-ën)
la parodie
de framing
le cadrage
de phishing
le phishing
de complottheorie (-ën)
la theorie du complot
de deepfake (-s)
le deepfake - la video truquée
de clickbait (-s)
le clickbait
opletten (lette ... op - opgelet)
faire attention
nepnieuws herkennen (herkende - herkend)
reconnaitre la desinformation
nepnieuws ontmaskeren (ontmaskerde - ontmaskerd)
démasquer la desinformation
liegen (loog - logen - gelogen)
mentir
de leugen (-s)
le mensonge
de leugenaar (-s/-naren)
le menteur
oppervlakkig (-e)
superficiel
onnauwkeurig (-e)
imprécis
sensationeel (-nele)
sensationnel
de factchecking
le fact-cheking - la verification des faits
factchecken (factcheckte - gefectcheckt)
verifier les faits
de fectchecker (-s)
le verificateur de faits
fake nieuws bespeuren (bespeurde - bespeurd)
repérer les infaux
iets nagaan (ging ... na - nagegaan)
verifier qqch
iets verifiëren (verifieerde - geverifieerd)
verifier qqch
iets bevestigen (bevestigde - bevestigd)
confirmer qqch
iets rechtzetten (zette ... recht - rechtgezet)
rectifier qqch
iets rectificeren (rectificeerde - gerectificeerd)
rectifier qqch
iets intrekken (trok ... in - ingetrokken)
annuler qqch
het feit (-en)
le fait
de interpretatie (-s)
l'interpretation
iets interpreteren (interpreteerde - geïnterpreteerd)
interpreter qqch
de mening (-en)
l'opinion
een mening uiten (uitte - geuit)
exprimer une opinion
de vrijheid van meningsuiting
la liberté d'expression
het citaat (citaten)
la citation
de krant (-en)
le journal (papier)
de radio (-'s)
la radio
de televisie (-s)
la television
op de radio
a la radio
op de televisie
a la television
het internet
l'internet
het web
le web
de website (-s)
le site web
de nieuwssite (-s)
le site d'actualités
de sociale media
les medias sociaux
Note 
Flashcards (49)