aardrijkskunde begrippenlijst

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/77

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

78 Terms

1
New cards

aanlandige wind

Wind vanaf zee.

2
New cards

aantrekkingsfactor

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.

3
New cards

achterstandswijk

Woonwijk waar de leefbaarheid tekortschiet.

4
New cards

aflandige wind

Wind vanaf land.

5
New cards

afstotingsfactor

Reden om te verhuizen uit een gebied.

6
New cards

agglomeratie

Een stad met de daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen.

7
New cards

aquifer

Waterdragende laag in de ondergrond.

8
New cards

arbeidsmigrant

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.

9
New cards

assemblage

Het in elkaar zetten van een product.

10
New cards

binnenlandse migratie

Verhuizen binnen een land naar een andere gemeente.

11
New cards

breedteligging

De afstand van een plaats tot de evenaar.

12
New cards

buitenlandse migratie

Verhuizen naar een ander land.

13
New cards

central business district (cbd)

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

14
New cards

centrale stad

De belangrijkste stad van een agglomeratie.

15
New cards

centrale zakenwijk

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

16
New cards

cycloon

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

17
New cards

demografisch zwaartepunt

Het punt in een land waarvan ten oosten en ten westen, en ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen.

18
New cards

depressie

Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen

19
New cards

dienstensector

Alle bedrijven die diensten verlenen.

20
New cards

economische migrant

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.

21
New cards

extensieve veeteelt

Veeteelt met weinig vee per hectare.

22
New cards

footloose

Een bedrijf dat weinig grondstoffen gebruikt en zich bijna overal kan vestigen.

23
New cards

front

Grensgebied tussen twee luchtsoorten.

24
New cards

gentrificatie

Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.

25
New cards

hightechindustrie

Industrie die gebaseerd is op hoogstaande technische kennis.

26
New cards

hogedrukgebied

Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven

27
New cards

hooggebergte

Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.

28
New cards

hoogvlakte

Vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.

29
New cards

hurricane

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

30
New cards

immigrant

Iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen.

31
New cards

jong gebergte

Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud.

32
New cards

kennisintensief

Er is veel vakkennis nodig om producten te maken.

33
New cards

kennismigrant

Economische migrant die vanwege zijn kennis naar een ander land gaat.

34
New cards

laagvlakte

Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.

35
New cards

lagedrukgebied

Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen

36
New cards

landklimaat

Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan –3 °C en in de warmste maand hoger dan +10 °C.

37
New cards

leefbaarheid

Mate waarin een gebied geschikt is om er te leven.

38
New cards

lichte industrie

Bedrijven die veel halffabricaten gebruiken.

39
New cards

lijzijde

De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.

40
New cards

loefzijde

De windkant van een gebergte met veel neerslag.

41
New cards

luchtsoort

Grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid.

42
New cards

maatschappelijke segregatie

Als mensen uit verschillende bevolkingsgroepen weinig contact met elkaar hebben.

43
New cards

middelgebergte

Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.

44
New cards

Middellandse Zeeklimaat

Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.

45
New cards

migrantenwijk

Woonwijk waar een groot deel van de bevolking een migratieachtergrond heeft.

46
New cards

modderstroom

Kolkende, modderige brij die met hoge snelheid van een helling af stroomt.

47
New cards

multiculturele samenleving

Samenleving van mensen uit verschillende culturen.

48
New cards

neerslagfactor

Factor waardoor neerslag ontstaat.

49
New cards

natuurlijke bevolkingsgroei

Bevolkingsgroei of -afname door het aantal geboorten min het aantal sterftes.

50
New cards

niet-westerse migratieachtergrond

Iemand afkomstig uit een niet-westers cultuurgebied.

51
New cards

orkaan

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

52
New cards

oud gebergte

Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.

53
New cards

pullfactor

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.

54
New cards

pushfactor

Reden om te verhuizen uit een gebied.

55
New cards

re-urbanisatie

Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.

56
New cards

regenschaduw

De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.

57
New cards

ruimtelijke segregatie

Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken.

58
New cards

schaal van Beaufort

Schaal om de kracht van de wind aan te duiden.

59
New cards

schaal van Saffir-Simpson

Schaal om de windkracht van orkanen aan te geven.

60
New cards

selectieve migratie

Migratie op basis van bijvoorbeeld leeftijd, inkomen en/of geslacht.

61
New cards

sociale bevolkingsgroei

Verandering van het bevolkingsaantal doordat mensen vertrekken of zich vestigen.

62
New cards

stadscentrum

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

63
New cards

stedelijke vernieuwing

Het vernieuwen van woonwijken in de stad zodat de leefbaarheid sterk verbetert.

64
New cards

steppeklimaat

Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar.

65
New cards

stuwingsregen

Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.

66
New cards

suburb

Ruim opgezette buitenwijk met veel vrijstaande huizen en tuinen, afgewisseld met parken.

67
New cards

suburbanisatie

De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.

68
New cards

temperatuurfactor

Factor die invloed heeft op de temperatuur in een gebied.

69
New cards

tornado

Zeer krachtige wervelwind; heet ook twister, wervelwind of windhoos.

70
New cards

tyfoon

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

71
New cards

urban sprawl

De enorme verspreiding van voorsteden over het omringende platteland.

72
New cards

vertrekoverschot

Wanneer er meer mensen vertrekken uit een gebied dan dat er zich vestigen.

73
New cards

vestigingsoverschot

Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.

74
New cards

vluchteling

Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.

75
New cards

westerse migratieachtergrond

Iemand die afkomstig is uit het cultuurgebied van de westerse wereld.

76
New cards

woestijnklimaat

Droog klimaat met minder dan 250 mm neerslag per jaar.

77
New cards

zeeklimaat

Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (’s zomers koeler, ’s winters zachter) en het hele jaar neerslag.

78
New cards

zware industrie

Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.