H6 – Input vanuit hersenonderzoek

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/199

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

200 vraag-antwoord-flashcards in het Nederlands over de geschiedenis van hersenonderzoek, neuropsychologie, neuroanatomie en verwante concepten uit hoofdstuk 6.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

200 Terms

1
New cards
  1. Wie kocht in 1862 de papyrusrol die later de ‘Edwin Smith-papyri’ werd genoemd?

Edwin Smith

2
New cards
  1. In welk jaar vertaalde Breasted de Edwin Smith-papyri?

1930

3
New cards
  1. Hoeveel gevalsstudies staan er in de Edwin Smith-papyri?

48

4
New cards
  1. Welke drie mogelijke diagnoses gaf de papyrus na elk geval?

Een ziekte die ik zal behandelen, een ziekte die ik zal proberen te behandelen, een ziekte die ik niet zal behandelen

5
New cards
  1. Welk orgaan beschouwden de oude Egyptenaren meestal als de zetel van de ziel?

Het hart

6
New cards
  1. Via welk lichaamsdeel verwijderden de Egyptenaren de hersenen bij mummificatie?

Door de neusgaten

7
New cards
  1. Welk Grieks filosoof deelde de ziel op in drie delen en plaatste het redeneren in de hersenen?

Plato

8
New cards
  1. Welk orgaan beschouwde Aristoteles als de zetel van de ziel?

Het hart

9
New cards
  1. Welke functie kende Aristoteles hoofdzakelijk toe aan de hersenen?

Het afkoelen van het lichaam

10
New cards
  1. Welke arts toonde aan dat de stem uit de hersenen komt door de nervus laryngeus bij een varken door te snijden?

Galenus

11
New cards
  1. Wat dacht Galenus dat door de holle zenuwen stroomde?

Dierlijke geesten (spiritus animales)

12
New cards
  1. Welke Renaissance-anatoom zette de dissecties van Galenus voort op mensen?

Vesalius

13
New cards
  1. Hoeveel ventrikels onderscheidde Vesalius en wat was de voorste functie?

Drie ventrikels; de voorste was het ‘gezond verstand’ voor zintuiglijke info en verbeelding

14
New cards
  1. Welke 16e-eeuwse arts beschreef klinisch dat woordherinneringen kunnen verdwijnen zonder tongverlamming?

Von Grafenberg

15
New cards
  1. Wie publiceerde in 1664 het invloedrijke boek ‘Cerebri Anatome’?

Thomas Willis

16
New cards
  1. Welk zenuwstelselbegrip dankt zijn naam indirect aan Galenus’ idee van ‘sympathie’?

Het sympathische zenuwstelsel

17
New cards
  1. Welke filosoof analyseerde reflexen in 1633 als sensorische impressie gevolgd door motorisch commando?

René Descartes

18
New cards
  1. Wie stelde in 1784 dat reflexen het ruggenmerg en hogere structuren omvatten?

Procháska

19
New cards
  1. Wat introduceerde de fysioloog Hall om onvrijwillige bewegingen te verklaren?

De reflexboog

20
New cards
  1. Hoe heten de zenuwbanen die signalen naar het centrale zenuwstelsel brengen?

Afferente zenuwbanen

21
New cards
  1. Welke Russische fysioloog publiceerde in 1863 ‘Reflexes of the Brain’?

Ivan Sechenov

22
New cards
  1. Welke latere Nobelprijswinnaar beschreef de mechanismen van de reflex in detail?

Charles Sherrington

23
New cards
  1. Wat stelt de theorie van ‘brain equipotentiality’?

Dat alle delen van de hersenen gelijkwaardig bijdragen aan elke taak

24
New cards
  1. Wie presenteerde in 1825 bewijs dat spraak gelokaliseerd is in de frontale lobben?

Bouillaud

25
New cards
  1. Welke onderzoeker voerde ablatie-studies uit en verdedigde equipotentialiteit?

Flourens

26
New cards
  1. Wie verbond in 1861 spraakproductie met een specifieke regio in de linker frontale lob?

Paul Broca

27
New cards
  1. Welke stoornis beschreef Wernicke in 1874 bij schade aan het achterste deel van de linker hemisfeer?

Taalbegripsstoornis (Wernicke-afasie)

28
New cards
  1. Welke arts had al in 1863 geschreven over linkerhemisfeerdominantie voor taal?

Dax

29
New cards
  1. Wie ontwikkelde een zilverkleuringsmethode waardoor neuronen zichtbaar werden?

Camillo Golgi

30
New cards
  1. Met wie deelde Ramón y Cajal in 1906 de Nobelprijs?

Camillo Golgi

31
New cards
  1. Welke term beschrijft de contactplaats tussen twee neuronen?

Synaps

32
New cards
  1. Wie leverde in 1786 het eerste bewijs voor elektriciteit in zenuwen door kikkerspieren te laten samentrekken?

Luigi Galvani

33
New cards
  1. Welke scepticus bouwde de eerste batterij en leverde kritiek op Galvani?

Alessandro Volta

34
New cards
  1. Wie bewees 50 jaar later dat zenuwsignalen elektrisch zijn met onderzoek op elektrische vissen?

Emil du Bois-Reymond

35
New cards
  1. Wie mat in 1852 de snelheid van zenuwgeleiding en concludeerde dat die trager was dan licht?

Hermann von Helmholtz

36
New cards
  1. Hoe heet de techniek waarbij axonuiteinden chemische stoffen afgeven aan de volgende cel?

Neurotransmissie via synapsen

37
New cards
  1. Wat is prosopagnosie?

Het onvermogen gezichten te herkennen ondanks intacte visuele functies

38
New cards
  1. Welke oorlogsgeneesheer beschreef visuele effecten van occipitale kogelschade in WO I?

Gordon Holmes

39
New cards
  1. Welke Duitse arts benoemde het onvermogen om gezichten te herkennen als ‘prosopagnosia’?

Bodamer

40
New cards
  1. Wat is de definitie van neuropsychologie?

De tak van psychologie die relaties tussen hersenen en gedrag onderzoekt

41
New cards
  1. In welk jaar verscheen het eerste tijdschrift met de term ‘neuropsychologie’?

1951

42
New cards
  1. Waarom ontstond cognitieve neuropsychologie in de jaren 1970-1980?

Onvrede met puur lokalisatie-onderzoek en behoefte aan informatieverwerkingsmodellen

43
New cards
  1. Wat onderscheidt cognitieve neuropsychologie van klassieke neuropsychologie?

Focus op cognitieve modellen van informatieverwerking bij breinschade

44
New cards
  1. Wat is diepe dyslexie?

Sterk beperkte leesvaardigheid na hersenletsel met semantische parafasieën

45
New cards
  1. Welke twee systemen onderscheiden Morton & Patterson in hun leesmodel?

Logogeen systeem en cognitief systeem

46
New cards
  1. Noem één van de drie leesroutes in het model van Morton & Patterson.

Grafeem-foneemconversie / directe visuele-outputroute / cognitieve route via betekenis

47
New cards
  1. Waar lag volgens Morton & Patterson de oorzaak van semantische leesfouten bij diepe dyslexie?

In het wegvallen van de directe route tussen visuele en output-logogenen, waardoor alleen de onnauwkeurige betekenisroute overblijft

48
New cards
  1. Welke techniek meet elektrische activiteit van miljoenen neuronen via schedel-elektroden?

EEG (elektro-encefalografie)

49
New cards
  1. Wie ontdekte het EEG in 1928?

Hans Berger

50
New cards
  1. Welke EEG-ritmes beschreef Berger als trage rustgolven?

Alfagolven

51
New cards
  1. Wat meet men met ERP-techniek?

Veranderingen in elektrisch potentiaal als reactie op specifieke stimuli

52
New cards
  1. Welk instrument meet magnetische velden die door hersenactiviteit worden opgewekt?

MEG (magneto-encefalografie)

53
New cards
  1. Welke beeldvormingstechniek volgt radioactieve stoffen in het bloed?

PET (positron-emissietomografie)

54
New cards
  1. Op welk verschil is fMRI gebaseerd?

Bloed met zuurstof versus bloed zonder zuurstof

55
New cards
  1. Welke techniek kan virtuele hersenletsels toedienen?

TMS (transcraniële magnetische stimulatie)

56
New cards
  1. Wat is cognitieve neurowetenschap?

De studie van de biologische basis van cognitie met moderne brain-imaging en TMS

57
New cards
  1. Noem één kritiek op vroege fMRI-studies volgens Kihlstrom.

Ze zouden lijken op 19e-eeuwse frenologie door enkel lokalisatie te tonen

58
New cards
  1. Wat is multi-voxel pattern analysis (MVPA)?

Analyse die patronen van activiteit in meerdere voxels gebruikt om stimuli of processen te onderscheiden

59
New cards
  1. Hoeveel procent van het bloed gebruikt de hersenen ongeveer?

Ongeveer 20%

60
New cards
  1. Welke term verwijst naar waanideeën bij 75% van schizofreniepatiënten?

Wanen

61
New cards
  1. Noem het meest voorkomende type waan in klinische populaties.

Vervolgingswaan

62
New cards
  1. Wat is cognitieve neuropsychiatrie?

Toepassing van cognitieve modellen op mentale stoornissen zoals wanen

63
New cards
  1. Wie behandelde de patiënte met de Capgraswaan in 1918?

Joseph Capgras

64
New cards
  1. Wat is een Capgraswaan?

De overtuiging dat bekenden zijn vervangen door identieke dubbelgangers

65
New cards
  1. Welke emotionele respons ontbreekt bij Capgraswanen volgens huidgeleidingsonderzoek?

De onbewuste emotionele herkenningsreactie op bekende gezichten

66
New cards
  1. Hoe interpreteerde Freud paranoide waanideeën zoals bij Paul Schreber?

Als uitdrukking van homoseksuele angsten en vaderproblematiek

67
New cards
  1. Wat toonde Bauer in 1984 bij prosopagnosiepatiënten?

Normale huidgeleidingsreactie op bekende gezichten ondanks bewuste niet-herkenning

68
New cards
  1. Wat is het belangrijkste verschil tussen prosopagnosie en Capgras in termen van routes?

Prosopagnosie mist bewuste herkenning; Capgras mist emotionele route

69
New cards
  1. Wat was het eerste invasieve neuronregistratie-instrument in de 20e eeuw?

Single-cell recording met elektroden

70
New cards
  1. Waarom is fMRI minder geschikt voor snelle processen?

Lage temporele resolutie

71
New cards
  1. Welke twee hersenonderdelen bleven volgens middeleeuwers voornamelijk onbekend?

Cortex en zenuwbanen (onderzoek stond stil)

72
New cards
  1. Wat is de witte massa in de hersenen?

Axonen van neuronen onder de cortex

73
New cards
  1. Wie introduceerde de term ‘cortex’ als buitenste laag?

Wetenschappers in de 17e eeuw na dissecties

74
New cards
  1. Wie wees al in de oudheid op het belang van de hersenen bij spraak door keelzenuwexperimenten?

Galenus

75
New cards
  1. In welk jaar publiceerde Aubertin zijn bewijs voor Bouillauds spraakhypothese?

1861

76
New cards
  1. Welk type zenuw beschadigen om de stem bij varkens tot zwijgen te brengen?

De laryngeale zenuwen

77
New cards
  1. Wat betekent ‘afferent’ in de context van zenuwbanen?

Naar het centrale zenuwstelsel toe

78
New cards
  1. Wat betekent ‘efferent’ bij zenuwbanen?

Weg van het centrale zenuwstelsel

79
New cards
  1. Welke fysioloog paste het reflexconcept toe op alle hogere cognitieve functies?

Sechenov

80
New cards
  1. Wie zag gedachten niet als reflexen wegens bewustzijn en vrije wil?

William James

81
New cards
  1. Wat is het primair doel van TMS in onderzoek?

Causaal testen welke hersengebieden betrokken zijn bij specifieke taken

82
New cards
  1. Welke twee technologische innovaties maakten neuronidentificatie mogelijk?

Betere microscopen en kleurmethoden (zoals Golgi-kleuring)

83
New cards
  1. Wat is de functie van dendrieten?

Ontvangen van signalen van andere neuronen

84
New cards
  1. Hoe heten lange uitlopers die impulsen wegvoeren van het cellichaam?

Axonen

85
New cards
  1. Welke dieren gebruikte Flourens voor ablatiestudies?

Vooral vogels en zoogdieren (o.a. duiven)

86
New cards
  1. Welk hersendeel identificeerde Flourens als essentieel voor beweging?

Het cerebellum

87
New cards
  1. Welk deel noemde Flourens cruciaal voor vegetatieve functies?

De medulla

88
New cards
  1. Wat is het grootste voordeel van MEG t.o.v. EEG?

Betere ruimtelijke resolutie zonder schedelvervorming

89
New cards
  1. Welke Franse schilder/uitgever maakte anatomische hersentekeningen in de Renaissance?

Reisch (Margarita Philosophica)

90
New cards
  1. Waarom dacht Vesalius dat ventrikels belangrijker waren dan windingen?

Hij volgde de traditionele focus op ventrikels als zetel van functies

91
New cards
  1. Wat is een reflex volgens Hall?

Onvrijwillige beweging uitgelokt door sensorische stimulus via ruggenmerg

92
New cards
  1. Wat bood de Leydenfles (1745) wetenschappers?

Mogelijkheid om elektriciteit op te slaan voor experimenten

93
New cards
  1. Waarom werd het brein in de 19e eeuw gezien als uitbreiding van het ruggenmerg?

Omdat sommige dieren ruggenmerg zonder hersenen hebben en functies intact blijven

94
New cards
  1. Welke Engelse term gebruikt men voor ‘gezond verstand’ in Vesalius’ ventrikeltheorie?

Common sense (sensus communis)

95
New cards
  1. Wat is ‘blob spotting’ in fMRI-kritiek?

Enkel gebieden kleuren zonder procesanalyse

96
New cards
  1. Wat zijn neurotransmitters?

Chemische stoffen die signalen tussen neuronen overdragen

97
New cards
  1. Hoeveel procent zuurstof verbruiken de hersenen?

Ongeveer 25%

98
New cards
  1. Welke Nobelprijs ontvingen Sherrington en waarvoor?

Nobelprijs Fysiologie/Medische Wetenschappen 1932 voor onderzoek naar neuronnale functies

99
New cards
  1. Wat is het sympathische effect volgens Galenus’ ‘sympathie’?

Automatische reactie van een lichaamsdeel op ander deel in nood

100
New cards
  1. Noem een toepassing van ERP in onderzoek.

Vergelijken hersenreacties op verschillende woorden / beelden / geluiden