Klassiek Chinees IV les 7

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 127

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

128 Terms

1

垓下

Gāixià, (plaatsnaam)
New cards
2
wéi, omsingelen
New cards
3
史記
Shǐjì, (naam van een werk: “de optekeningen van een historicus”)
New cards
4
司馬遷
Sīmǎ Qiān, (naam van de compilator van de 史記)
New cards
5
juàn, rol, (hoofdstuk/ onderverdeling van een boek)
New cards
6
項羽
Xiàng Yǔ, (persoonsnaam)
New cards
7
jǐ, optekening, kroniek
New cards
8
本紀
běn jì, annalen, kronieken
New cards
9
bì, wal, omwalling
New cards
10
bīng, wapen; soldaat
New cards
11
duō, veel
New cards
12
shăo, weinig
New cards
13
jìn, uitputten, volledig leegmaken, volledig gebruiken
New cards
14
Hàn, (naam van een rivier)
New cards
15
chóng, laag
New cards
16
miàn, (aan)gezicht
New cards
17
jīng, verschrikt zijn, opschrikken (zoals een paard)
New cards
18
zhàng, tent
New cards
19
Yú, (persoonsnaam)
New cards
20
cháng, vaak, constant, onveranderlijk, steeds
New cards
21
xìng, geluk hebben
New cards
22
駿
jùn, nobel (van een paard)
New cards
23
zhuī, schimmel
New cards
24
qí, op een paard zitten, berijden
New cards
25
bēi, zich droevig, melancholisch voelen
New cards
26
慷慨
kāng kǎi, vol tragiek zuchten
New cards
27
bá, ontwortelen
New cards
28
xī, (partikel: stopwoordje in een gedicht)
New cards
29
qì, (levens)kracht, energie, adem
New cards
30
gài, bedekken
New cards
31
shì, weglopen
New cards
32
ruò, lijken op; indien
New cards
33
què, sluiten; strofe (van een gedicht)
New cards
34
hè, meezingen, meeneuriën; harmonieus
New cards
35
qì, huilen (in stilte); traan
New cards
36
mò, geen enkel
New cards
37
háng, rij, lijn
New cards
38
huī, banier
New cards
39
zhuàng, sterk, gezond
New cards
40
jì, ruiter
New cards
41
騎從
jì zòng, volgelingen (te paard)
New cards
42
值 (直)
zhí, gekomen bij, ontmoeten
New cards
43
zŏu, wandelen, stappen, op stap gaan (zonder een direct doel)
New cards
44
kuì, een bres slaan in
New cards
45
chí, galopperen, weglopen; op de vlucht jagen
New cards
46
平明
píng míng, bij dageraad, ’s ochtends vroeg
New cards
47
lìng, bevel geven [+ pivot]
New cards
48
jiàng, commandant, leider
New cards
49
灌嬰
Guàn Yīng, (persoonsnaam)
New cards
50
qiān, duizend
New cards
51
dù, oversteken (van een rivier)
New cards
52
Huái, (naam van een rivier)
New cards
53
băi, honderd
New cards
54
陰陵
Yīnlíng, (plaatsnaam)
New cards
55
mí, verward zijn, de weg kwijt zijn; in de war brengen
New cards
56
田父
tián fù, boer [letterlijk: veldeigenaar]
New cards
57
紿
dài, bedriegen
New cards
58
xiàn, in een hinderlaag vallen, wegzinken
New cards
59
zé, moeras
New cards
60
東城
Dōngchéng, (plaatsnaam)
New cards
61
duò, berekenen, overwegen
New cards
62
tuō, kleren uittrekken; ontsnappen
New cards
63
pò, breken, kapot maken
New cards
64
fú, onderwerpen, onderdrukken; zich onderwerpen
New cards
65
bài, verslaan; verslagen zijn
New cards
66
běi (bò), je rug naar iets toekeren, verslagen zijn
New cards
67
敗北
bài bò, verslagen worden, verliezen
New cards
68
bà, hegemoon
New cards
69
zú, sterven; uiteindelijk; soldaat
New cards
70
kùn, in de problemen zitten (letterlijk: ingesloten zijn)
New cards
71
wáng, overlijden, sterven, verdwijnen
New cards
72
jué, beslissen (een waterweg openen)
New cards
73
kuài, snel, opgewekt, blij
New cards
74
sàn, driemaal, herhaaldelijk
New cards
75
shèng, overwinnen, zegevieren, overtreffen
New cards
76
zhǎn, in tweeën kappen, in mootjes hakken
New cards
77
yì, neerkappen, neerslaan
New cards
78
qí, vlag, wimpel
New cards
79
fēn, verdelen
New cards
80
duì, troep, companie, legerdivisie
New cards
81
xiàng, in een bepaalde richting kijken/ gaan
New cards
82
bǐ, een derde (iemand die niet tot je kring behoort), die, dat
New cards
83
qí, ogenblik, moment; afspreken; hopen op
New cards
84
披靡
pī mǐ, uiteenstuiven (zoals een grasveld dat opengaat voor de wind)
New cards
85
赤泉侯
Chìquán Hóu, (persoonsnaam)
New cards
86
chēn, de ogen wijd openen
New cards
87
mù, oog
New cards
88
chì, iemand uitschelden (bedreigen, maar met heel wat verwijten)
New cards
89
人馬
rén mǎ, troepen (man & paard)
New cards
90
俱 (具)
jū, in beide gevallen, allebei, allemaal
New cards
91
yì, veranderen, in de plaats komen van; vervangen
New cards
92
huì, bijeenbrengen; bijeenkomen
New cards
93
shā, doden
New cards
94
dū, hoofdstad, belangrijke stad
New cards
95
wèi, belegeren, domineren
New cards
96
都尉
dū wèi, militair commandant (op een heel hoog niveau)
New cards
97
jù, verzamelen
New cards
98
烏江
Wūjiāng, (naam van een stadje aan de Wū-rivier)
New cards
99
tíng, een klein district
New cards
100
zhǎng, hoofd, overste
New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 1 person
86 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 14 people
761 days ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 66 people
511 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 14 people
953 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 5 people
926 days ago
4.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
895 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 11 people
972 days ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 5237 people
150 days ago
4.4(9)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (28)
studied byStudied by 7 people
662 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (96)
studied byStudied by 73 people
748 days ago
5.0(5)
flashcards Flashcard (43)
studied byStudied by 3 people
635 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 8 people
789 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (170)
studied byStudied by 7 people
121 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (32)
studied byStudied by 41 people
97 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (1000)
studied byStudied by 29 people
852 days ago
4.0(1)
flashcards Flashcard (53)
studied byStudied by 3742 people
709 days ago
4.2(54)
robot