1/52
Flashcards met woordenschat voor de architectuur- en constructiegeschiedenis van de 19e en 20e eeuw, deel 1.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Herenhuizen*
Rijke burgerij: de aristocratie, zakenlui, grootindustriëlen, etc. Ze hebben een erg brede gevel (ca. 12m breed, vaak ook met een koetspoort) en werden op architecturaal gebied rijkelijk uitgewerkt.
Burgerwoningen*
Deze rijwoningen werden meestal gebouwd op vrij smalle, diepe percelen (ca. 6 m breed). Vanuit die typische perceelvorm ontwikkelde zich een typisch 19de-eeuws plan: een traphal langs de gemene muur en daarnaast, over de resterende breedte van het perceel, vaak drie kamers achter elkaar in ‘enfilade’*.
Enfilade*
Een rij kamers waarbij de deuren op een lijn liggen.
Neo-Vlaamse renaissance*
Een stijl vaak gekozen door liberale besturen.
Neogotiek*
Een stijl vaak gekozen door katholieke besturen.
IJzer en staal*
Nieuwe bouwmaterialen.
Gewapend beton*
Nieuw bouwmateriaal.
Overwelving van de Zenne*
Een spraakmakend project in Brussel onder impuls van de toenmalige burgemeester Anspach dat de Zenne van open riool naar riolering transformeerde.
Architect Léon Suys*
Architect achter heraanleg van de Zenne.
Stadsverfraaiing*
De ruimte inrichten, rekening houdend met esthetische, maar ook met functionele aspecten. Het staat net zo goed voor het optrekken van een mooi en stevig gebouw als voor een brede en gerieflijke verkeersader trekken en plaveien, rioleringen en een waterleidingnet aanleggen, bomen planten, een monumentaal standbeeld plaatsen, lantaarns voorzien om het nachtelijke verkeer te vergemakkelijken, met zorg de straatnamen kiezen of politiereglementen uitvaardigen om het gewenste gedrag in de openbare ruimte voor te schrijven. Kortom, het is de stad aangenamer maken om in te leven.”
Architect Tilman-François Suys*
Stelde in 1837 een algemeen inplantingsplan op voor de Leopoldswijk, met zeer ruime percelen binnen een strak dambordpatroon.
Leopoldswijk*
Het eerste voorbeeld van een nieuwe woonwijk die specifiek was opgericht om te voldoen aan de noden van de bourgeoisie in Brussel (1837).
Eiffeltoren*
Parijs, 1889, staat symbool voor de technische en wetenschappelijke vooruitgang in de 19de eeuw.
Gustave Eiffel*
Ontwerper van de Eiffeltoren.
Smeedijzer*
Gebruikt bij de bouw van de Eiffeltoren.
Gietijzer*
Bouwmateriaal.
Staal*
Bouwmateriaal.
Wereldtentoonstellingen*
Een nieuw fenomeen. Nieuws platform om nieuwe ontwikkelingen in de industrie, technologie, machines, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, etc. te tonen aan de rest van de wereld, in een algemene sfeer van optimisme en vooruitgang.
Iron Bridge*
De eerste grootschalige en spraakmakende toepassing van gietijzer over de rivier Severn in het dorp Coalbrookdale (UK), 1777-1779.
Halle au Blé*
In Parijs waar de houten dakstructuur verwoest was en vervangen door een metalen koepel (1809-1813).
Bibliotheek Sainte Geneviève*
In Parijs (1838-1850) van architect Henri Labrouste. Een zichtbare structuur in gietijzeren kolommen en spanten
Prix de Rome*
Labrouste was laureaat van de Prix de Rome*).
Tongewelf*
Een gewelf dat opgebouwd is uit een aaneenschakeling van bogen.
Klinknagelen*
Deze verbindingstechniek geeft smeedijzer een belangrijk voordeel ten opzichte van gietijzer, dat te bros is om gehamerd te kunnen worden en zich dus niet leent voor klinknagelverbindingen.
William Fairbairn*
Ingenieur van Britannia Bridge.
Palais des Machines*
Opgetrokken voor de wereldtentoonstelling in Parijs in 1889.
Victoria Regia-serre*
In Brussel, ontworpen door architect Alphonse Balat* in 1854
Wintertuin*
Serre in Laken (1874-1876) ontworpen door Alphonse Balat.
Koninklijke Sint-Hubertusgalerij*
In Brussel (1837-1847), een 200 m lange overdekte passage in het centrum van Brussel, ontworpen door architect Jean-Pierre Cluysenaar.
Jean-Pierre Cluysenaar*
Architect van Koninklijke Sint-Hubertusgalerij in Brussel (1837-1847).
Neorenaissancestijl*
Een stijl van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerij in Brussel (1837-1847).
Britannia Bridge
Spoorwegbrug over de rivier Menai Strait in Wales (1846-1850).
Zuilen*
Een dragend onderdeel dat meestal bestaat uit een voetstuk, een cilindervormig lichaam en een kapiteel.
Pilasters*
Een platte, rechthoekige kolom die tegen een muur is geplaatst.
Frontons*
Een bekroning van een gevel, bestaande uit een driehoekig of segmentvormig boogveld, vaak versierd met beeldhouwwerk, en een lijst.
Kroonlijsten*
Een horizontale lijst aan de bovenkant van een gevel, muur, wand of ander bouwdeel.
Fries*
Een versierde horizontale band aan een gevel, muur of ander bouwdeel, vaak voorzien van beeldhouwwerk of schilderingen.
Architraaf*
De onderste horizontale balk van een klassiek hoofdgestel, die op de kapitelen van de zuilen of pilasters rust.
Peristilium*
Een zuilengalerij die een gebouw, plein of tuin omgeeft; ook wel gaanderij genoemd.
Portiek*
Een overdekte, open plaats voor de ingang van een gebouw, vaak ondersteund door zuilen.
Luchtbogen*
Een constructie-element bij gotische gebouwen, dat de zijwaartse druk van gewelven en daken opvangt en afvoert naar steunberen.
Polychroom*
Veelkleurig.
Stijleenheid*
Het streven naar eenheid in stijl, waarbij alle elementen van een gebouw of kunstwerk in dezelfde stijl zijn uitgevoerd.
Eclecticisme*
Het combineren van verschillende stijlen, vormen en motieven uit verschillende perioden en culturen in één kunstwerk of gebouw.
Bordiauhallen*
Te Brussel.
Polonceau-spant*
Heeft de vorm van een driehoek: de schuine zijden worden gevormd door vakwerken, welke onderaan verbonden worden door een trekstaaf.
Rational balk*
asymmetrisch I- profiel, met een bredere flens onderaan dan bovenaan omdat de druksterkte van gietijzer groter is dan de treksterkte.
Adolphe Louis Blaton*
Oprichter van Blaton-Aubert.
Algemene aannemers*
Deze persoon stond ofwel zelf in voor de volledige uitvoering van de werken en had daarvoor vakmannen van verschillende specialisaties in dienst, of hij deed beroep op andere (gespecialiseerde) bouwbedrijven die aangesteld werden als onderaannemer om een bepaalde taak of bepaald onderdeel van de werken uit te voeren.
Aanbestedingsprocedures*
Documenten waarin de randvoorwaarden van het project werden vastgelegd, o.a. de administratieve procedures, contractuele verplichtingen, (wederzijdse) verantwoordelijkheden, technische aspecten zoals welke materialen gebruikt dienden te worden en de uitvoeringstermijn
Louis De Waele*
Een van de grote algemene aannemersbedrijven die hun wortels hebben in de 19de eeuw.
spéculatief bouwen*
aannemers op die woningen oprichten om nadien te verkopen of te verhuren, als een vorm van pro-actief
19de-eeuwse uitdagingen
Industrialisatie, technologische en wetenschappelijke vooruitgang, demografische groei en de ontwikkeling van grote steden in Europa en Noord-Amerika