Beleid en organisatie van opvoeding en onderwijs

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/217

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

218 Terms

1
New cards

beleid

  • manier waarop problemen aangepakt worden

  • realiseren van doelstellingen

  • voornemens, keuzes en acties van één of meerdere bestuurders

2
New cards

politiek

hoe worden beslissingen genomen

3
New cards

sturing

alles wat gedaan wordt om een plan uit te voeren en doelen te bereiken

4
New cards

beleid

een plan of idee wat vertelt wat het doel is en hoe je dat kunt bereiken

5
New cards

rationele benadering

beleid als een manier om duidelijke doelen te bereiken door de beste middelen te kiezen. gericht op logica, analyse en het gebruik van kennis

  • uni-centrisch: beslissingen worden genomen door één centrale partij, meestal de overheid

  • effectiviteit (doelen bereiken die van tevoren zijn vastgesteld), efficiënt (middelen worden op de meest voordelige manier gebruikt) en samenhangend (alle maatregelen en onderdelen van beleid moeten goed op elkaar afgestemd zijn en elkaar versterken)

  • basis van wetenschappelijke analyse (evidence based beleid)

  • lineair proces: Je begint met een probleem, je stelt doelen op, kiest een oplossing, voert het beleid uit, en evalueert of het gewerkt heeft. elke stap volgt logisch op de vorige stap en er is weinig ruimte voor improvisatie of flexibiliteit

6
New cards

Politieke benadering

beleid komt tot stand door een strijd tussen verschillende belangen en ideeën. verschillende partijen proberen hun invloed uit te oefenen. degene met de meeste macht en invloed bepaalt uiteindelijk de koers, maar zonder draagvlak vanuit de samenleving kan beleid alsnog mislukken

  • beleid ontstaat door conflicten tussen belanghebbenden met uiteenlopende doelen

  • poli-centrisch karakter: veel partijen zijn betrokken

  • partijen in beleidsnetwerken zijn afhankelijk van elkaar

  • beleid ontstaat door overleg tussen alle betrokkenen. succes hangt af van de vraag is er genoeg draagvlak?

  • niet-lineair: beleidsvorming verloopt grillig, beïnvloed door timing, conflicten en onverwachte gebeurtenissen. de uitkomst is onvoorspelbaar

7
New cards

culturele benadering

kijkt naar hoe taal, symboliek en sociale percepties invloed hebben op hoe we maatschappelijke problemen zien en hoe beleid wordt vormgegeven. het gaat ook om feiten interpreteren en presenteren

  • sociale constructie: maatschappelijke problemen zijn geen objectieve feiten. problemen ontstaan doordat mensen ze als probleem definiëren, gebaseerd op hun eigen waarden, normen en overtuigingen

  • framing: hoe je een probleem presenteert en welke woorden je gebruikt om mensen een bepaalde kant op te sturen. een sterke frame kan bepalen hoe mensen het probleem begrijpen en hoe ze erover denken

  • symbolen worden gebruikt om een boodschap krachtiger te maken en kan een sterke invloed hebben op hoe mensen een probleem of beleid ervaren

8
New cards

institutionele benadering

focus op bestaande structuren, regels en instellingen. oplossingen voor maatschappelijke problemen moeten voortbouwen op iets wat er al is. aanpassingen maken op bestaande systemen en praktijken

  • regelgeleide interactie: beleid vanuit de kaders van bestaande regels. deze geven richting aan en bepalen wat mogelijk en haalbaar is

  • normatieve integratie: beleid zoekt een balans tussen de doelen van organisaties, de wensen van de samenleving en de beschikbare middelen. dit vereist overleg tussen verschillende partijen

  • besluiten nemen op basis van wat er in het verleden effectief en efficiënt was. past het?

9
New cards

beleidscyclus

knowt flashcard image
10
New cards

Ontwikkeling (beleidsvoorbereiding)

Probleemanalyse:

  • verzamelen en analyseren van informatie over de aard en omvang van het probleem

  • inventarisatie van oplossingen

  • analyse van kosten en baten oplossingen: haalbaarheid, kosten en termijn

Beleidstheorie:

  • heldere en zoveel mogelijke empirische onderbouwde theorie over oorzaken van problemen en gevolgen van aanpak

  • praktische en strategisch haalbaar:

    • manipuleerbaarheid

    • haalbaarheid

    • aanvaardbaarheid

11
New cards

besluitvorming

bepalen van de te bereiken doelen, in te zetten middelen en tijdsspan

12
New cards

uitvoering

wie kan de taak het beste uitvoeren

13
New cards

evaluatie

in hoeverre zijn doelen bereikt en hoe veel heeft het gekost

14
New cards

agenda

verzameling van probleempercepties, opvattingen over mogelijke oorzaken, symbolen of opvattingen over mogelijke oplossingen die de aandacht trekken van allerlei beleidsmakers en bestuurders

  • publieke agenda: in de samenleving over gesproken

  • politieke agenda: gezien als urgent

  • bestuurlijke agenda: concrete onderwerpen waar ambtenaren en ministeries aan werken

15
New cards

barrièremodel

waarom een probleem niet op de politieke agenda komt. vaak door conflict over beleid

  • tegengestelde belangen

  • onvoldoende druk

  • institutionele hindernissen (bestaande regels of processen)

16
New cards

stromenmodel

waarom een punt wel op de agenda komt.

  • probleemstroom (valt op)

  • beleidsstroom (er moeten oplossingen zijn)

  • politieke stroom (bereid om actie te ondernemen)

17
New cards

policy window

kans om een onderwerp op de agenda te zetten, wanneer sprake is van de 3 stromen

18
New cards

non-decision making

niet aanpakken omdat het te moeilijk is of een taboe

19
New cards

soorten beleid

  • institutioneel beleid: hoe de overheid is georganiseerd en wie welke taken heeft

  • strategisch beleid: lange termijn en grote veranderingen in de samenleving

  • tactisch beleid: hoe geld en middelen verdeeld worden over verschillende instanties

  • operationeel beleid: uitvoering van beleid in de praktijk

20
New cards

meer manieren om beleid te verdelen

  • explorerend beleid: ideeën en richtingen verkennen zonder maatregelen

  • verdelen beleid: middelen verdelen zonder dat iemand iets in hoeft te leveren

  • herverdelend beleid: verdeling van middelen verandert. sommige groepen worden beter, sommige minder

  • regulerend beleid: verplichte regels instellen

  • faciliterend beleid: mensen ondersteunen zonder verplichtingen

  • stimulerend beleid: geeft prikkels om bepaald gedrag te bevorderen

  • constituerend beleid: richt nieuwe organisaties of structuren op

21
New cards

vergelijkingsmodel (kun je koppelen aan beleidsbenaderingen)

  • dominant verklaringsmechanisme: wat bepaalt hoe beleid ontstaat?

  • mens- en wereldbeeld: hoe wordt naar de samenleving en besluitvorming gekeken

  • instrumentatie: welke middelen worden gebruikt om geleid te sturen?

  • beoordeling van succes: wanneer is beleid effectief?

  • rol van kennis en informatie: hoe belangrijk is wetenschappelijke kennis?

  • verloop van het beleidsproces: hoe verloopt het in de praktijk?

22
New cards

kritiek op rationele benadering

  • beleid is nooit volledig rationeel omdat mensen en organisaties beperkte informatie en middelen hebben

  • objectieve feiten bestaan niet altijd omdat alles beïnvloed is door interpretaties en belangen

  • te technocratisch, houdt geen rekening met sociale en politieke factoren

23
New cards

kritiek op politieke benadering

  • beleid te veel vanuit macht en belangen, waardoor effectiviteit buiten beeld raakt

  • besluitvorming kan vastlopen door conflicten

  • macht is niet altijd zichtbaar

24
New cards

kritiek op culturele benadering

  • te veel focus op framing en symboliek, waardoor de inhoud van beleid ondergeschikt wordt aan hoe het wordt gepresenteerd en geïnterpreteerd

  • moeilijk meetbaar

  • kan leiden tot polarisatie tussen groepen en hun interpretaties

25
New cards

kritiek op institutionele benadering

  • te conservatief

  • weinig ruimte voor innovatie

  • bureaucratische traagheid, doordat het zich moet voegen naar regels en procedures wat snelle veranderingen vertraagt

  • moeilijk om maatschappelijke veranderingen te integreren omdat bestaande regels niet altijd flexibel genoeg zijn

26
New cards

dramatiseren

problemen extra urgent maken door ze emotioneel te laden

27
New cards

depolitiseren

probleem als technisch presenteren om politieke discussie te vermijden

28
New cards

vertragen of blokkeren

problemen bewust van de agenda houden door uitstel of bureaucratie

29
New cards

alternatief beleid aandragen

probleem ombuigen naar een andere oplossing

30
New cards

burgerlijke kinderwet

biedt de rechter de mogelijkheid om ouders die hun kind verwaarlozen of mishandelen uit de ouderlijke macht te ontzetten of te ontheffen

31
New cards

strafrechtelijke kinderwet

voorziet in een afzonderlijk jeugdstrafrecht (tot 18 jaar) en in een breder scala aan straffen, variërend van berisping tot verblijf in een tuchtschool al dan niet in combinatie met de genoemde civielrechtelijke maatregelen

32
New cards

kinderbeginselenwet

regels waaraan uitvoerende instellingen moeten voldoen (tuchtscholen, tehuizen, rechtbanken, enz.)

33
New cards

geschiedenis jeugdbeleid

  • tot 1945: jeugdbeleid is bescherming en strafrecht

  • jaren 60: jongeren adviescentra/wegloophuizen/opvangcentra

  • eind jaren 60: pleeggezincentrales

  • jaren 80: wet op jeugdhulpverlening (hulp niet verantwoordelijkheid van het rijk maar van provincies)

34
New cards

stelselwijzigingen

  • 2005: wet op de jeugdzorg: bureau jeugdzorg als centrale toegang, zo licht, kort en dichtbij mogelijk (snel bleek dat dit niet werkt omdat je kinderen weghaalt waardoor angst is voor jeugdzorg)

  • 2007: CJG’s (makkelijke toegang dichtbij

  • 2015: jeugdwet: verantwoordelijkheid van provincies naar gemeente (deze hebben jeugdhulpplicht). focus ligt op preventie. ruimte voor nieuwe aanbieders

35
New cards

visie van de jeugdwet (2015)

  • gezinnen worden beter geholpen als ze meer steun krijgen uit hun eigen omgeving

  • preventie en een goede opvoedbasis

  • pedagogische civil society: het versterken van informele netwerken rond gezinnen zodat ze van hen hulp kunnen krijgen

36
New cards

impact van de jeugdwet

  • inkoop in elke gemeente anders

  • 24 uurs/instellingzorg niet vaak ingekocht

  • groei aanbieders, maar eisen voor deze aanbieders ontbreken

37
New cards

drie hoofdonderdelen jeugdzorg

  • jeugdhulp: toegankelijke hulp

  • jeugdbescherming: kinderen in risicosituaties

  • jeugdreclassering: jongeren in strafrecht

38
New cards

hervormingsagenda (2022)

  • kosten nemen toe

  • discussie tussen gemeenten en het rijk

  • vijfhoek: rijk, gemeenten, professionals, ouders en jeugd

  • doel van de hervorming is een beheersbaar stelsel met hoge kwaliteit en effectiviteit

  • van 1-27 (2000) naar 1-7 jeugdigen in jeugdzorg (2023)

39
New cards

tuchtrecht

regels voor professionals hoe zij zich moeten gedragen in hun werk. als dit niet goed gedaan wordt kan een klacht worden ingediend. een onafhankelijke commissie (tuchtcollege) beoordeelt de klacht en kan maatregelen nemen

40
New cards

richtlijnen jeugdhulp

afspraken en adviezen die helpen om op een goede en professionele manier te werken. er zijn 18 richtlijnen over verschillende onderwerpen voor jeugdhulp, opgesteld door verschillende organisaties

41
New cards

NVO

beroepscode voor pedagogen

42
New cards

lerend stelsel

door gegevens meer leren over het huidige stelsel en deze op basis hiervan verbeteren.

43
New cards

effectief jeugdbeleid

  • Het maatschappelijk resultaat staat voorop

  • Beleid onderbouw met kennis uit de wetenschap en praktijk

  • Kwalitatieve informatie en data gebruiken om te leren en te verbeteren

  • Als gemeente samenwerken met ouders, jongeren, scholen en wijkprofessionals

  • Leren en verbeteren: continu evalueren of het beleid effectief is en verbeterpunten doorvoeren

44
New cards

wetenschappelijke kennis

oorzaken van problemen en wat werkt om die problemen op te lossen

  • beschrijvend onderzoek: hoe veel jongeren hebben een bepaald probleem?

  • effectonderzoek: werkt een behandeling echt?

  • implementatieonderzoek: is de uitvoering goed?

  • ontwerponderzoek: hoe kunnen nieuwe methoden worden ontwikkeld?

45
New cards

professionele kennis

ervaring en vaardigheden van professionals

  • feiten uit onderzoek

  • hoe je kennis in de praktijk toepast

  • kennis die je opdoet door ervaring

46
New cards

ervaringskennis

inzichten van ouders en jongeren zelf

  • individuele ervaringskennis: zelf meegemaakt

  • collectieve ervaringskennis: ervaringen van mensen met vergelijkbare situaties

  • ervaringsdeskundigheid: mensen die hun ervaring professioneel inzetten

47
New cards

gezamenlijke besluitvorming

jeugdigen, ouders en professionals beslissen samen over welke hulp het beste past

uitdagingen:

  • niet iedereen kan actief meebeslissen

  • verschillende voorkeuren voor betrokkenheid

  • verschillende meningen

  • balans tussen vrijwillige en gedwongen hulp

48
New cards

jeugdwet

belangrijkste wet die bepaald hoe jeugdzorg is georganiseerd

49
New cards

norm verantwoorde werktoedeling

werk is op een eerlijke en haalbare manier verdeeld

50
New cards

veldnormen

kwaliteitseisen en standaarden voor jeugdzorg

  • kwaliteitskaders (regels over goede zorg)

  • professionele normen (hoe een professional zich gedraagt)

  • kwaliteitsindicatoren (meetpunten om te beoordelen of de zorg goed is)

51
New cards

doelen nazorg jeugddetentie

door gemeenten, Raad voor de kinderbescherming en jeugdreclassering

  • verkleinen recidive

  • vergroten van het perspectief van de jeugdige (vinden van rol in de maatschappij)

  • beperking van overlast voor de maatschappij

52
New cards

aanpak nazorg

  • individuele benadering: iedere jongere krijgt een maatwerkplan op zijn specifieke situatie

  • sluitende ketenaanpak: nazorg begint al in de JJI en loopt daarna ononderbroken door

  • integrale samenwerking: alle betrokken instanties werken samen

53
New cards

jeugdstrafrecht

  • 12-18 jaar

  • adolescentenstrafrecht (16-23 jaar): rechter beslist of wordt berecht volgens het jeugd of volwassenstrafrecht

  • plaatsing in JJI (Justitiële Jeugdinrichting) of KVJJ (Kleinschalige Voorziening Justitiële Jeugd)

54
New cards

strafmaat en strafvorm

  • zo kort mogelijk zitten

  • 12-15 jaar maximaal 1 jaar

  • 16 of 17 jaar maximaal 2 jaar

  • PIJ-maatregel: wanneer er een ernstig strafbaar feit is gepleegd en er sprake is van een ernstige gedragsstoornis

    • standaard 3 jaar, kan verlengd worden

    • maximaal 7 jaar

    • minstens 1x per jaar evalueren om traject bij te stellen

55
New cards

strafproces

proces verbaal —> rechtercommissaris —> meervoudige raadkamer —> tweede raadkamer —> (mogelijk) derde raadkamer —> strafzitting

56
New cards

beleid nazorg 2008/2009

  • netwerk en trajectberaad

  • vermindering recidive en vergroten toekomstperspectief

57
New cards

netwerkberaad

overleg waarin alle jongeren in Amsterdam worden besproken die binnen een week in detentie zijn geplaatst, ongeacht waar in Nederland zij vastzitten. Het doel is om informatie over gedetineerden te delen.

  • instanties krijgen een goed beeld van de jongere

  • integraal plan op leefgebieden

  • advies voor eventuele schorsing met bijzondere voorwaarden

58
New cards

Trajectberaad

als een jongere niet is geschorst in de eerste raadkamer, dan volgt een trajectberaad. dit is een verdiepend overleg waarin wordt gekeken naar de lange termijnbegeleiding

  • doelen integrale plan

  • zorg en strafadvies op maat

  • monitoring voortgang

59
New cards

Levensloopbenadering

integrale aanpak van jongeren in detentie en de doorstroom naar een stabiele situatie na vrijlating. het uitgangspunt is dat jongeren 2 tot 2,5 maand in detentie zitten, waarna de nazorgfase start

60
New cards

nieuw beleid (2017-2018)

  • nazorg verbeteren

  • introductie van nazorgtafels: i.p.v. losse overleggen, nazorgtafels waarbij alle relevante partijen samenkomen (RvDK, jeugdreclasseerder, begeleider, jeugdige, ouders)

  • regionale werkafspraken: wie heeft welke verantwoordelijkheid

61
New cards

dilemma’s bij uitvoering van huidig beleid

  • Te weinig plekken: Eerdere verkeerde beleidskeuzes, zoals sluiting van JJI’s, met als gevolg te weinig detentiecapaciteit

  • Beperkte financiële middelen en beperkt zorgaanbod voor de jeugdzorg in strafrechtelijk kader

  • Verzwaarde doelgroep met hoog veiligheidsrisico (hoe kunnen zij weer veilig naar buiten? Denk aan jongeren in de drillrap die nog target zijn)

  • personeelsgebrek in jeugdzorg, reclassering en JJI’s

62
New cards

Vrijheidsbeneming op maat (VOM)

een traject waarin jeugdigen binnen kleinschalige voorzieningen worden geplaatst in plaats van een reguliere JJI

63
New cards

aspecten van de aansluiting op bestaand beleid

  • gemeenten zijn verantwoordelijk voor jeugdhulp. nazorg mag niet los staan van andere vormen van hulp die gemeenten aanbieden zoals GGZ of maatschappelijk werk

  • gemeenten zijn verantwoordelijk voor de zorg van hun inwoners. De woongemeente van de jongere na detentie is verantwoordelijk voor de nazorg

  • jongeren mogen geen onderbreking ervaren van de zorg als ze uit detentie komen

  • er zijn regionale afspraken over nazorg. deze worden vastgelegd in convenanten, waarin elke organisatie aangeeft wat ze doen en hoe ze samenwerken. deze worden jaarlijks geëvalueerd en aangepast

64
New cards

reclasseringsorganisaties

  • begeleiding van jongeren van 18 en ouder die onder adolescentenstrafrecht vallen

  • advies geven aan de rechter en beoordelen of een jongere in aanmerking komt voor een voorwaardelijke straf of een alternatieve maatregel

  • controle op naleving van afspraken

65
New cards

verschil jeugdstrafrecht en volwassenenstrafrecht

knowt flashcard image
66
New cards

interventie

een theoretisch en praktisch weldoordachte, systematische aanpak voor preventie, ondersteuning en hulp bij specifieke risico’s en problemen

  • aanpak is planmatig en doelgericht

  • bevorderen van psychische, sociale, cognitieve of lichamelijke ontwikkeling

  • gericht op het kind, jongere, ouders of opvoedingsomgeving

  • afgebakend in tijd, met een omschreven tijdsduur en frequentie

67
New cards

Boendermaker en Kuiper over interventies

belangrijk onderdeel van effectief werken in de jeugdzorg. Moet evidence-based zijn

68
New cards

methode

een vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken

69
New cards

methodiek

samenhangende set van methoden die binnen een specifieke werkwijze worden ingezet

70
New cards

keuzehulp voor welke interventie

  • Deel 1: kernelementen van de basishulp. Je vindt hier 7 kernelementen voor de ondersteuning en zorg aan kinderen en gezinnen

    • Gezamenlijk inschatten van aard en ernst

    • Verhaal maken en ervaringen met eerdere hulp in kaart brengen

    • Psycho-educatie

    • Opvoedingsvaardigheden versterken 

    • Versterken sociale steun en verbinding met het netwerk 

    • Praktische steun faciliteren 

    • Versterken en monitoren van 1 samenhangend plan

  • Deel 2: het startgesprek. Handvaten voor het eerste gesprek met het gezin

  • Deel 3: keuze voor passende hulp. Handvatten om samen met ouders en jongeren te beslissen over inzet van  passende hulp te vinden voor hun specifieke problemen

71
New cards

algemeen werkzame elementen

  • positieve en veilige relatie creëren en behouden (alliantie)

  • samen beslissen over doelen, plan en uitkomsten

  • aansluiten bij motivatie en die helpen ontwikkelen

  • goede uitvoering (behandelintegriteit)

72
New cards

specifiek werkzame elementen

gericht op een specifiek gedragsprobleem of ontwikkelingsdoel

  • contingentie-management: gewenst gedrag belonen, ongewenst gedrag corrigeren

  • sociaal probleem oplossen: laten nadenken over sociale situaties

  • exposure therapie: blootstellen aan angstige situaties om deze te overwinnen

  • cognitieve herstructurering (reframing): negatieve gedachten ombuigen naar positieve of realistische gedachten

73
New cards

soorten interventies

  1. universeel: voor iedereen, gericht op preventie

  2. selectief: voor risicogroepen

  3. geïndiceerd: voor individuen met problemen of een verhoogd risico, voor individuen met signalen van problemen

  4. voor individuen met problemen, gericht op personen met aanwezige problematiek

74
New cards

effectladder

model waarmee interventies worden beoordeeld op effectiviteit

  • descriptieve aanwijzingen (geen bewezen effectiviteit)

  • theoretische aanwijzingen (gebaseerd op theorieën en modellen)

  • eerste empirische aanwijzingen (voorlopige onderzoeksresultaten)

  • goede empirische aanwijzingen (onderzoek toont aan dat de interventie effectief is)

  • sterke empirische aanwijzingen (meerdere studies bewijzen effectiviteit)

75
New cards

3% van de 124 interventies in de databank zijn evidence based

dit vormt een uitdaging voor de jeugdzorg omdat niet altijd zeker is of de gebruikte interventies daadwerkelijk bijdragen aan positieve resultaten

Functional Family Therapie en Agression Replacement Training zijn evidence based. kwaliteit en uitvoering ervan zijn cruciaal. anders heeft het zelfs een negatief effect

76
New cards

groepstrainingen voor ouders

  • opbouwen van een alliantie moeilijk

  • werkzame onderdelen:

    • oefening in de sessie zelf, en praktijkervaring met het eigen kind

    • thuisopdrachten

  • uitvoeren van thuisopdrachten als problematisch ervaren door jeugdreclasseerders. vaak te moeilijk of ouders niet in staat om uit te voeren

  • jeugdhulpverleners: runnen van de groep is het moeilijkste

77
New cards

behandeltrouw

de mate waarin de professional de componenten/kernelementen van de interventie inzet

78
New cards

behandelcompetentie

de vaardigheden die nodig zijn voor het overbrengen van de kernelementen aan cliënten = vakmanschap

  • common competence: algemene therapeutische vaardigheden

  • specific competence: vaardigheden die nodig zijn voor een specifieke interventie

  • technical competence: specifieke therapeutische technieken zoals exposure of reframing

79
New cards

intervention drift

de interventie wijkt steeds verder af van de oorspronkelijke aanpak en is daardoor minder effectief

80
New cards

impact bij jeugdigen en gezinnen

effectieve werkwijze + effectieve implementatie + context die toepassing mogelijk maakt

81
New cards

implementatie

  • Verloop in verschillende stadia. meeste modellen 4

  • Needs assessment voor implementatie van een innovatie/interventie

  • Readiness van individuen en organisaties: er moet voldoende motivatie, kennis en capaciteit zijn

  • Vereist doorgaans aanpassingen van een innovatie/interventie

  • Vereist capacity building onder alle betrokkenen binnen en buiten organisaties

  • Vereist het ontwikkelen van een ondersteunende infrastructuur

  • Vereist voortdurende monitoring en ondersteuning, feedback loops

Implementatie van iets nieuws wordt vaak weinig aandacht aan besteedt. Het is een heel proces.

82
New cards

Active Implementation Frameworks

  • competency drivers

    • selectie: juiste mensen

    • training

    • coaching: voortdurende ondersteuning

  • organization drivers

    • system intervention: beleidsaanpassingen

    • facilitative administration: administratieve processen stroomlijnen om drempels weg te nemen

    • decision support data system: data om voortgang te monitoren en bij te sturen

  • leadership drivers

    • technisch leiderschap: inhoudelijke problemen

    • adaptief leiderschap: gericht op veranderingsprocessen en omgaan met weerstand

83
New cards

fidelity

interventie wordt correct en consistent uitgevoerd zoals bedoeld

84
New cards

valkuilen van werken met richtlijnen

  • blind volgen zonder afstemming op de cliënt

  • te veel nadruk op regels in plaats van maatwerk

  • gebrek aan training op toepassing van de richtlijnen

85
New cards

datagestuurd werken

  • effectiviteit van interventies meten

  • hulp beter afstemmen op behoeftes

  • inzicht krijgen in patronen

  • zorgverleners ondersteunen bij keuzes

86
New cards

valkuilen datagestuurd werken

  • te veel focus op cijfers

  • onbetrouwbare data

  • te weinig draagvlak onder hulpverleners

  • gebrek aan actie

87
New cards

leren op de werkvloer

  • beter inspelen op specifieke situaties

  • effectiviteit van hulpverlening verbeteren

  • een professionele leercultuur creëren

  • samen werken aan de kwaliteit

88
New cards

Routine Outcome Monitoring

een methode waarbij regelmatig de voortgang van cliënten wordt gemeten. het helpt om te zien of een interventie werkt of dat aanpassingen nodig zijn

89
New cards

JJI’s in 2006

  • strafrechtelijk geplaatste jongeren daalt

  • civielrechtelijk geplaatste jongeren stijgt

  • totaal ongeveer gelijk

  • oprichting jeugdzorgplus: zowel civielrechtelijk als strafrechtelijke behandeling

90
New cards

jeugdzorgplus

  • laatste redmiddel

  • gelijk aantal jongens en meisjes

  • gesloten omgeving

91
New cards

transformatie jeugdzorgplus (2018)

stoppen met gesloten jeugdhulp. hierdoor werd een actieprogramma opgezet voor zorg voor de jeugd

  • huiselijker programma

  • meer focus op individuele en passende hulp

zorg moet zo lang mogelijk thuis plaatsvinden of de zorg moet zo huiselijk mogelijk zijn. De zorg moet aandachtvol zijn

92
New cards

jeugdzorgplus (2019-2023)

aantal jongeren gehalveerd door het nieuwe programma. er zijn meer alternatieve zorgvormen en minder dwangmaatregelen

93
New cards

Ik laat je niet alleen (2028-2024)

voorkomen van gedwongen afzondering. kan namelijk traumatisch zijn en het is ineffectief. crisisgedrag beheersen zonder isolatie.

vanaf 2024 een definitieve wetswijziging waarin gedwongen afzonderen alleen is toegestaan als uiterste maatregel. afzonderingsruimtes moeten gesloten worden en slaapkamerdeuren moeten altijd open zijn

94
New cards

zeven strategieën voor vooruitgang

  • datagestuurd leren

  • leiderschap gericht op verandering in de organisatie

  • ontwikkeling en ondersteuning van personeel

  • gebruik van effectieve preventietechnieken

  • werk samen met jongere en ouders

  • nabespreken en evalueren

  • samen leren

95
New cards

plan stoppen gesloten jeugdzorg

  • 2025: alle JeugdzorgPlus kleinschalig

  • 2030: traditionele gesloten jeugdzorg moet gestopt zijn

uitdagingen zijn dat er een groot personeelstekort is en dat er financiële problemen zijn

96
New cards

kleinschalige jeugdzorg met verblijf

  • jongeren zijn positiever over het leefklimaat

  • er vinden minder incidenten plaats

  • geen sprake van gedwongen afzondering

  • opbouwen van relaties makkelijker

  • leven is normaler

nadelen zijn dat de matching met groepsgenoten erg belangrijk is. ook hier is het personeelstekort en financiële problemen een nadeel

97
New cards

uitdagingen om- en afbouw gesloten jeugdzorg

  • autonomie vs. veiligheid

  • jongeren die niet passen (crimineel gedrag)

  • onderwijs

  • personeelstekort

  • financiële problemen

  • de nieuwe regeling om sneller af te bouwen (te snel?)

98
New cards

spanning door artikel 23

dit artikel gaat over onderwijsvrijheid, maar tegelijkertijd is de overheid verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit leidt tot spanningen tussen beleidsmakers en scholen over de mate van regulering en vrijheid

99
New cards

Internationaal verdrag voor de Rechten van het Kind

staten die zich aansluiten zijn verplicht tot het naleven van de rechten van het kind.

100
New cards

Artikel 28

Elk kind heeft recht op onderwijs

  • gratis basisonderwijs

  • Toegankelijk voortgezet en beroepsonderwijs (door middel van financiële steun en subsidies)

  • leerplicht