Literaire elementen

5.0(1)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/29

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards met belangrijke literaire termen en hun definities.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

Anafoor

Een woord wordt aan het begin van zinnen of zinsdelen herhaald.

2
New cards

Antithese

Er wordt een tegenstelling gegeven.

3
New cards

Alliteratie

Meerdere woorden in dezelfde zin hebben beginrijm.

4
New cards

Apostrofe

Iets of iemand die niet aanwezig of niet levend is, wordt aangesproken.

5
New cards

Assonantie

Soms hebben woorden in dezelfde zin klinkerrijm.

6
New cards

Asyndeton

Leden van een opsomming worden met komma’s aan elkaar verbonden.

7
New cards

Chiasme

Soms worden woorden in een kruisstelling opgesteld.

8
New cards

Climax

Er wordt een opsomming gegeven waarvan de leden steeds sterker worden.

9
New cards

Dichterlijk meervoud

Soms wordt in de poëzie een meervoudsvorm gebruikt, ook als enkelvoud logischer is.

10
New cards

Ellips

Soms wordt een woord weggelaten wanneer dat grammaticaal eigenlijk niet kan.

11
New cards

Enjambement

De regel wordt soms op een onverwacht moment afgekapt om nadruk te geven.

12
New cards

Eufemisme

Iets ergs kun je verzachten met een andere uitdrukking.

13
New cards

Hyperbool

Een woord kun je enorm overdrijven.

14
New cards

Ironie

Je kunt expres het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt.

15
New cards

Litotes

Je ontkent het tegenovergestelde van wat je bedoelt.

16
New cards

Metafoor

Een vergelijking wordt gemaakt door een woord compleet te vervangen.

17
New cards

Metonymie

Er wordt een logisch verband tussen het object en beeld gemaakt.

18
New cards

Oxymoron

Twee tegenstrijdige woord(combinaties) worden soms samen gebruikt.

19
New cards

Paradox

Twee woorden lijken een tegenstrijdigheid te vormen, maar kunnen kloppen op een dieper niveau.

20
New cards

Parallellisme

Betekenissen, grammaticale functies of woordsoorten lopen parallel aan elkaar.

21
New cards

Personificatie

Menselijke eigenschappen worden toegeschreven aan iets niet-menselijks.

22
New cards

Pleonasme

Een woord wordt overbodig toegevoegd aan de zin.

23
New cards

Polysyndeton

Wanneer minimaal drie leden van een opsomming met 'en' verbonden worden.

24
New cards

Retorische vraag

Een vraag waar niemand een antwoord op verwacht.

25
New cards

Tautologie

Iets wordt met een synoniem herhaald om nadruk te leggen.

26
New cards

Anastrofe

De gebruikelijke woorvolgorde wordt omgedraaid

27
New cards

Anticlimax

Er wordt een opsomming gegeven waarvan de leden steeds zwakker worden.

28
New cards

Enallage

Soms wordt een bijvoeglijk naamwoord aan een zelfstandig naamwoord gekoppeld, terwijl het eigenlijk beter past bij een ander zelfstandig naamwoord in de zin.

29
New cards

Hyperbaton

Twee woorden die grammaticaal gezien bij elkaar horen, worden uit elkaar gezet

30
New cards

beeldspraak

gebruik van metaforen, similes of andere verglijkingen om een idee uit te drukken.