AFPF casus 4

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions
Get a hint
Hint

Chemische samenstelling plasma

1 / 44

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

45 Terms

1

Chemische samenstelling plasma

90% H2O, plasma-eiwitten, elektrolyten, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en gassen.

New cards
2

Functie plasma-eiwitten

Reguleren osmotische druk, transport van voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en gassen.

New cards
3

Structuur erytrocyten

Platte schijf met dun midden en geen celkern.

New cards
4

Functie erytrocyten

Vervoeren van gassen zoals zuurstof.

New cards
5

Vorming erytrocyten

Gevormd in het rode beenmerg uit stamcellen via erytropoëse.

New cards
6

Structuur hemoglobine

Molecuul met 4 globulineketens en 4 heemeenheden, samen met ijzeratoom.

New cards
7

Functie hemoglobine

Transport van O2 door combinatie met zuurstofmoleculen.

New cards
8

ABO-systeem bloedgroepen

Bloedgroepen A, B, AB, en O met bijbehorende antigeen en antistof.

New cards
9

Resussysteem bloedgroepen

Aanwezigheid (+) of afwezigheid (-) van Rhesus antigeen.

New cards
10

Bloedgroep A

Heeft antigeen A en maakt antistof B; ontvanger van A of O.

New cards
11

Bloedgroep B

Heeft antigeen B en maakt antistof A; ontvanger van B of O.

New cards
12

Bloedgroep AB

Heeft antigeen A en B, maakt geen antistof; universele ontvanger.

New cards
13

Bloedgroep O

Heeft geen antigeen en maakt antistof voor A en B; universele donor.

New cards
14

Neutrofielen functie

Verwijderen bacteriën en dode cellen door fagocytose.

New cards
15

Eosinofielen functie

Verantwoordelijk voor fagocytose van parasieten en allergische ontstekingen.

New cards
16

Basofielen functie

Betrokken bij allergische reacties.

New cards
17

Monocyten functie

Fagocytose van grote ziekteverwekkers.

New cards
18

T-lymfocyten functie

Spelen een rol in de cellulaire immuniteit.

New cards
19

B-lymfocyten functie

Produceren antilichamen.

New cards
20

Hemostase definities

Proces van bloedstelping en genezing.

New cards
21

Vasoconstrictie rol

Vasoconstrictie zorgt ervoor dat trombocyten blijven plakken.

New cards
22

Trombocytenaggregatie

Bloedpropvorming door positieve feedback bij aanhoudende plakkers.

New cards
23

Coagulatie

Bloedprop stabilisatie door fibrinedraad.

New cards
24

Trombolyse

Opruimen van bloedproppen door plasmine.

New cards
25

Stappen van hemostase

  1. Vasoconstrictie; 2. Trombocytenaggregatie; 3. Coagulatie; 4. Trombolyse.

New cards
26

Anemie definitie

Te laag aantal erytrocyten of hemoglobine.

New cards
27

Risicofactoren voor anemie

Bloedverlies, voedingstekorten, en erfelijkheid.

New cards
28

Etiologie anemie

Oorzaak kan acuut bloedverlies of stoornis in aanmaak zijn. of verhoogde afbraak

New cards
29

Pathofysiologie anemie

Minder aanmaak van erytrocyten of niet-functionele hemoglobine.

New cards
30

Symptomen van anemie

Vermoeidheid, duizeligheid, zwakte, bleekheid, tachycardie. O2 te kort in weefsels, dyspnoe, pob, hartfalen, icturus

New cards
31

Diagnose anemie

Anamnese, lichamelijk onderzoek, lab-tests van hb en ferritine.

New cards
32

Behandeling anemie

Afhankelijk van de oorzaak, kan ook bloedtransfusie zijn. Andere behandelingen kunnen ijzersupplementen, vitamines, of behandelingen voor onderliggende aandoeningen omvatten.

New cards
33

Waarom ontstaat leukopenie?

Door verstoorde aanmaak en verhoogde afbraak van leukocyten. door geneesmiddelen, kankerbestrijding, virale infectie, auto-immuunziekten

New cards
34

Leukocytose definitie

Te veel witte bloedcellen in het bloed.

New cards
35

Leukemie symptomen

Verlies van afweerfunctie door onrijpe leukocyten.

New cards
36

Verschil acute en chronische leukemie

Acute leukemie: snelle deling en slechte rijping; chronisch: redelijk goed rijping.

New cards
37

Vitamine K rol in stolling

Nodig voor de aanmaak van stollingsfactoren in de lever.

New cards
38

Antistollingsmedicatie werking

Remt aggregatie van trombocyten of beïnvloedt stollingsketen.

New cards
39

Amandelen functie

Vernietigen ingeademde antigenen door lymfoïd weefsel.

Tonsilla achter in de mond en keel

New cards
40

Milt functie

Fagocytose, bloedopslag, immuunrespons, en erytropoëse.

Lien L bovenbuik tussen middenrif en maag

New cards
41

Zwezerik functie

Ontwikkeling van stamcellen naar T-lymfocyten.

Thymus, mediastinum achter sternum tot onder de hals

New cards
42

Functie lymfe

Vervoeren van plasma-eiwitten terug naar capillair of voor vernietiging.

New cards
43

Functie lymfeklieren

Filteren lymfe voor afweer en rijping van T- of B-lymfocyten.

New cards
44

Oorzaak lymfatische obstructie

Tumoren of operaties kunnen lymfeoedeem veroorzaken.

New cards
45

Verschil lymfatische metastasen

Zaaien uit naar interstitiële vloeistof middels lymfevaten.

New cards
robot