1/13
de Ander, Oriëntalisme en Frans Feminisme
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Wat betekent het concept Phallagocentric? (Cixous, Kristeva, Irigaray + Derrida
Wat betekent het concept Jouissance
een ontlading van gesublimeerde seksuele en creatieve energie (desublimatie), vaak geassocieerd met stilistische
experimenten, vrijheid van meningsuiting en een erotische
nabijheid van structuren en normen van verbod (dat wil zeggen, patronen en rituelen van gesublimeerd verlangen).
Jones beweert dat de gezamenlijke inspanningen van écriture féminine bestaan uit verschillende stilistische toewijdingen aan jouissance, in tegenstelling tot een masculien systeem van betekenis en rede. Hoe verschillen de vier filosofen in hun voorstellen voor jouissance?
Julia Kristeva concentreert zich op het "semiotische discours" als de plaats van verzet (jouissance) tegen de maatschappelijke orde. Dit semiotische discours is de ritmische, pre-referentiële taal die opduikt in avant-garde literatuur (zoals van Joyce en Artaud) wanneer zij de regels van de conventionele taal (de symbolische orde) ondermijnen. Voor Kristeva vertegenwoordigt "vrouw" niet zozeer een sekse, maar een houding van negatieve functie of weerstand tegen conventionele cultuur en taal, waartoe mannen óók toegang hebben.
Luce Irigaray stelt dat vrouwen een scherpe specificiteit hebben die hen van mannen onderscheidt. Zij zoekt naar een vrouwelijk zelfbewustzijn op basis van de feiten van het vrouwelijke lichaam en seksueel plezier. Irigaray benadrukt de diffuse, meervoudige seksualiteit van de vrouw (bijvoorbeeld voortkomend uit de "twee lippen" van de vulva), wat in contrast staat met de coherente, unitaire logica van het fallocentrisme. Het is de erkenning van deze jouissance die de onderdrukking op de diepste niveaus moet ondermijnen.
Hélène Cixous gelooft dat het onbewuste van vrouwen totaal verschilt van dat van mannen. Zij lokaliseert het bevrijdende potentieel van genot in de vrouwelijke schriftuur (l’écriture féminine). Cixous beschrijft de vrouwelijke libido als "kosmisch" en meervoudig, en haar schrijven als iets dat "blijft gaan, zonder contouren te creëren", voortkomend uit specifieke vrouwelijke libidinale impulsen (zoals de drang tot dracht).
Monique Wittig is wantrouwig tegenover het seks/gender-essentialisme van de féminité-filosofen. Ze hanteert een materialistisch standpunt en stelt dat "vrouwen" een politieke en economische klasse zijn, en geen eeuwige of natuurlijke categorie. Ze benadrukt de noodzaak om "vrouwen" (de klasse) te dissociëren van "Vrouw" (de mythe), die slechts een imaginaire formatie is. Haar werk richt zich op de sociale relaties tussen vrouwen-geïdentificeerde vrouwen, los van hun divergentie ten opzichte van mannen
Wat is Jones' kritiek op de Franse feministische filosofie?
Met uitzondering van Wittig vereisen ze een essentialistisch onderscheid tussen vrouw en man op fysiologisch niveau, versus een constructivistisch onderscheid tussen hoe sekse een gender krijgt (Judith Butler zal hetzelfde argument aanvoeren in Gender Trouble).
Een groot deel van de Franse feministische filosofie probeert het onderbewuste te desublimeren/ te vervasten in plaats van sociaaleconomische ongelijkheden en instituties aan te pakken (zie Althusser).
De Franse feministische filosofie is grotendeels te veel gericht op het taalkundige terrein van de strijd.
Hoe wordt volgens Said de culturele superioriteit van het Europese subject ten opzichte van de oosterse 'ander' gereproduceerd?
via de figuren, machtsverhoudingen en kennisregimes die geassocieerd worden met:
De wetenschapper
De geleerde
De missionaris
De handelaar
De soldaat
(“Het oriëntalisme is voor zijn strategie afhankelijk van deze flexibele positionele superioriteit” [7]).
Wat is volgens Edward Said en de filosofen die zich verenigen onder de écriture feminiene het gemeenschappelijke epistemische probleem van representatie in de kern van het westerse wetenschappelijke paradigma?
Zowel feministische als postkoloniale kritieken op de dominante westerse epistemologie plaatsen de vormende figuur van de "ander" in het codificeren van de ontologie van de Europese, mannelijke soevereiniteit. Hoewel deze codificatie vaak onder de noemer van neutrale, wetenschappelijke beschrijving (van de psyche, van economische ontwikkeling, van verlichtingsidealen) valt, plaatsen feministische en postkoloniale filosofen het inherente geweld van dit ongemarkeerde (fallogocentrische) centrum op de westerse rede.
Identificeer de kritische concepten en methoden (6) die feministische en postkoloniale denkers gebruiken om dit epistemische probleem aan te pakken.
Jouissance
Écriture féminine
Fallagocentrisme
Oriëntalisme
Kritisch humanisme
Queer en feministische standpunttheorie
Denk eens na over de erfenis en relevantie van deze kritieken uit de 20e eeuw voor wetenschappelijk en geesteswetenschappelijk onderzoek in de 21e eeuw. Wat zijn 2 takes hier?
De praktische en theoretische politiek van het oriëntalisme roept een dringende behoefte op aan humanistisch onderzoek naar de alledaagse culturele codes waarmee witte suprematie, fascistische machtsvorming en moorddadig technokapitaal vormen van interpretatief begrip, kritische zorg en culturele competentie domineren.
Dominante figuren opereren in een logisch continuüm met institutionele en epistemische legitimiteit.
Denk aan de analytische mogelijkheden van culturele representatie in Foucault (”Las Meninas”). Hoe zou Said deze benadering uitbreiden?
Said zal deze benadering uitbreiden naar regulerende discoursen die een gegeven episteme vormen en “oriëntalisme” identificeren als een ontologisch centraal effect van de westerse wetenschap, imperiale politiek en cultuurgeschiedenis.
“”The imaginative examination of things Oriental was based more or less exclusively upon a sovereign Western consciousness out of whose unchallenged centrality an Oriental world emerged, first according to general ideas about who or what was an Oriental, then according to a detailed logic governed not simply by empirical reality but by a battery of desires, repressions, investments, and projections”