Biologie 15-26 = Erfelijke informatie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/44

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

45 Terms

1
New cards

Welke belangrijke molecule naast DNA speelt er nog een belangrijke rol, en wat is volledige naam van dat molecule?

RNA - RiboNucleic Acid

2
New cards

Streng van RNA

1 polynucleotidestreng, namelijk enkelstrengig

3
New cards

Welke basen bevat RNA?

Adenine, Uracil, Cytosine en Guanine

4
New cards

Suikergroep van RNA

Extra zuurstof molecule bij 2de koolstofatoom. Ribose ipv. deoxribose.

5
New cards

Wat kan je zeggen voor het enkelstrengig karakter van RNA?

Loops. Stukje genetische code zijn perfect complementair met verder gelegen stukjes, zijn een soort van symmetrisch.

6
New cards

Wat is een typische RNA molecule met een loop structuur?

tRNA, met zijn klaverblad structuur.

7
New cards

Voor wat dienen de structuureiwitten?

Opbouw celorganellen en opbouw van andere structuren van de cel.

8
New cards

Voor wat dienen enzymen?

Katalisatie van chemische reacties.

9
New cards

Gebruik eiwitten?

Eiwitten worden door de cel op een specifiek moment aangemaakt, en uiteindelijk afgebroken en gerecycleerd als deze niet meer nodig is.

10
New cards

Speeksel

Bevat het enzym amylase dat zetmeel afbreekt tot eenvoudige suikers. Geproduceerd door a-amylase-gen

11
New cards

Haar

Haarfollikels maken keratine. Geproduceerd door het keratine-gen.

12
New cards

Opbouw eiwit

Een lange keten met aminozuren die aan elkaar hangt aan de hand van peptidebindingen. Eén reuzemolecule noemen we een polypeptide.

13
New cards

Opbouw polypeptide

Opgemaakt uit 20 verschillende aminozuren, die van elkaar verschillen door hun restgroep.

14
New cards

Mogelijkheden polypeptide

20n, 50.000 verschillende proteïnen zitten er in de mens.

15
New cards

Locatie DNA

Altijd in de kern, beschermt door het kernmembraan tegen schadelijke invloeden

16
New cards

Productie eiwitten

Ribosomen in het cytoplasma

17
New cards

Informatie tussen DNA en Ribosomen

Aan de hand van mRNA wordt er een kopietje genomen van het eiwit van het DNA om zo de informatie door te geven aan de ribosomen

18
New cards

Hoe heet het proces voor de synthese van mRNA?

Transcriptie

19
New cards

Door wat wordt Transcriptie gekatalyseerd ,en hoe start dat enzym met werken?

Door het enzym RNA-polymerase. Deze start wanneer hij heeft gebonden met de Promotor, wat het begin van het gen aangeeft.

20
New cards

Werking RNA-polymerase

Vanaf de promotor worden de waterstofbruggen afgebroken, waarbij één van de DNA strengen wordt gebruikt voor de synthese van mRNA. De templatestreng wordt gebruikt door RNA-nucleotiden om complementaire basen te maken.

21
New cards

Welke basegroep komt niet voor bij RNA, en wat is de vervanger?

Thymine, deze wordt vervangen door Uracil

22
New cards

Opbouw van mRNA-streng

RNA-polymerase zal vrije RNA-nucleotiden koppelen langs de DNA-streng, dit doet hij van 3’ naar 5’.

23
New cards

Hoe beeïndigd het enzym met werken, en wat is het resultaat?

Eenmaal RNA-polymerase de terminator bereikt, stopt de transcriptie. Hierna heeft het mRNA alle oorspronkelijke informatie van dat gen.

24
New cards

Hoeveel basen zijn er aanwezig bij één codeword, en wat is de naam hiervan?

3, namelijk een triplet

25
New cards

Hoe heet een basentriplet op het DNA, en RNA?

DNA - Codogen
RNA - Codon

26
New cards

Hoe heet het fenomeen dat meerdere codons een aminozuur kunnen aanmaken?

Redundantie van de genetische code

27
New cards

Welk verband hebben alle levende organismen met de genetische code?

De redundantie van de genetische code is universeel hetzelfde. Dit is een argument dat we allemaal van hetzelfde afstammen.

28
New cards

Wat gebeurt er eenmaal mRNA de celkern verlaat?

Een ribosoom zal zich vasthechten aan de mRNA streng, vanaf 5’

29
New cards

Wat is de functie van ribosomen?

De productie van eiwitten, ze werken als zogenaamde eiwitfabriekjes

30
New cards

Beschrijf de bouw van een ribosoom

Een ribosoom bestaat uit een kleine en een grote subeenheid. Er zijn 3 posities in de grote subeenheid namelijk A, P, en E, waarbij tRNA molecule zich tijdelijk kunnen vasthechten.

31
New cards

Hoe worden de aminozuren bij een eiwit geleverd?

Door de molecule tRNA

32
New cards

Hoeveel verschillende tRNA’s bestaan er, en hoe verschillen zij van elkaar, ook aminozuurgewijs?

Er bestaan 61 verschillende tRNA’s met een verschillend anticodon. Dat anticodon bepaald welk aminozuur er aan de tRNA is gekoppeld.

33
New cards

Wat is een kernmerk van een anticodon?

Elke anticodon is perfect complementair met een andere specifiek codon.

34
New cards

Definitie Translatie

Proces waarbij de volgorde van de codons van het mRNA wordt vertaald naar de volgorde van aminozuren.

35
New cards

Bij welk codon start translatie?

AUG-startcodon

36
New cards

Leg mij de eerste stap uit bij translatie

In de P positie van het ribosoom hecht zich een tRNA molecule aan het codon op het mRNA.

37
New cards

AUG hecht zich telkens met welk anitcodon?

UAC

38
New cards

2de stap van translatie

In de A positie komt er een 2de tRNA molecule met zijn anticodon. Hierbij zal er ook een peptidebinding tussen de twee aminozuren worden gevormt.

39
New cards

3de stap van translatie

Het ribosoom schuift één triplet verder, zodat A positie vrijkomt en de voormalige P-positie tRNA loskomt aan de hand van de E-positie. Hierdoor bevindt zich een dipeptide op de P-positie.

40
New cards

4de stap van translatie

Bij de vrije A-positie komt er een nieuw tRNA molecule die zich bindt aan de dipeptide. Nu hebben we te maken met een tripeptide.

41
New cards

Hoe stopt translatie?

Eenmaal in de A-positie een stopcodon plaatsvindt. Stopt de translatie en komen het eiwit en ribosoom los van het mRNA.

42
New cards

Hoe kan de synthese van een eiwit sneller gebeuren?

Aan de hand van meerdere ribosomen, kan de eiwitmolecule sneller worden aangemaakt. Dat heten we polysoom (=meerdere ribosomen).

43
New cards

Wat gebeurt er wanneer een tRNA molecule zijn aminozuur afgeeft?

Het tRNA molecule verlaat het ribosoom en zoekt een aminoacyl-tRNA-synthetase, waarbij er een aminozuur zal aangekoppeld worden.

44
New cards

Werking aminoacyl-tRNA-synthetase?

Er moet op hetzelfde moment zowel een tRNA molecule als aminozuur aanwezig zijn om aan elkaar gekoppeld te worden.

45
New cards

Voor wat dient de specifieke vorm van aminoacyl-tRNA-synthetase?

Zodat er enkel aan het specifieke tRNA molecule, het juiste aminozuur zal gekoppeld worden.