Duits idioom voor brief blz 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/47

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

48 Terms

1
New cards

hoe maak je het?

Wie geht es dir?

2
New cards

met mij gaat het (niet zo) goed

Mir geht es (nicht so) gut

3
New cards

bedankt voor je brief

Danke für deinen Brief

4
New cards

ik heb je advertentie in het tijdschrift ‘‘….’’ gevonden

Ich habe deine Anzeige in der Zeitschrift ‘‘….’’ gefunden

5
New cards

ik schrijf je omdat…

Ich schreibe dir, weil…

6
New cards

ik verheug me zeer op..

Ich freue mich sehr auf..

7
New cards

ik dank je bij voorbaat

Ich danke dir im Voraus

8
New cards

uiterlijk volgende week

spätestens nächste Woche

9
New cards

ik wil (graag)

ich möchte

10
New cards

vragen (of) (informatief)

fragen/fragte/gefragt

11
New cards

een verzoek

eine Bitte

12
New cards

Twee maanden geleden heb ik

Vor zwei Monaten habe ich

13
New cards

het is twee maanden geleden

Es ist zwei Monate her (dass..)

14
New cards

ik kijk uit naar

Ich freue mich schon auf

15
New cards

Wat vind je van

Was hältst du von

16
New cards
17
New cards

ik stel voor

Ich schlage vor..

18
New cards

het spijt me dat

Ich bedaure, dass

19
New cards

zo snel mogelijk

so schnell wie möglich

20
New cards

ik ben het eens/ga akkoord

ich bin (damit) einverstanden

21
New cards

ik ben het met je eens

Ich bin auch deiner Meinung

22
New cards

ik zou het fijn vinden als

Ich würde mich freuen, wenn

23
New cards

krijgen - kreeg - gekregen

bekommen - bekam - bekommen

24
New cards

een brief ontvangen

einen Brief erhalten

25
New cards

een brief sturen

einen Brief schicken

26
New cards

kijken

schauen, sehen

27
New cards

ik zou zijn/hebben/kunnen

ich wäre/hätte/könnte

28
New cards

ik zou moeten

ich müsse

29
New cards

dat lijkt me

Das scheint mir

30
New cards

op het/dit ogenblik

im moment/Augenblick

31
New cards

het is de moeite waard

Es lohnt sich

32
New cards

het eindexamen

das Abitur

33
New cards

ik ben van plan om

ich habe vor/ habe die Absicht

34
New cards

tijd doorbrengen

Zeit verbringen

35
New cards

ik zit op Havo/Vwo

Ich besuche das Gymnasium

36
New cards

het gaat om

Es handelt sich um

37
New cards

namens mijn ouders

im Namen meiner Eltern

38
New cards

volgend jaar

nächstes Jahr

39
New cards

ik ben geboren in 1994

ich bin 1994 geboren

40
New cards

mijn verjaardag is op 23 maart

Mein Geburtstag ist am 23 März

41
New cards

in het weekend

am wochenende

42
New cards

jouw verzoek

deine Bitte

43
New cards

op de eerste plaats

zuerst

44
New cards

tenslotte

zuletzt schließlich

45
New cards

aanbevelen

empfehlen

46
New cards

de leeftijd

das Alter

47
New cards

bedoelen

meinen

48
New cards