1/28
Te bereiken doelstellingen ● Betekenis verschillende didactische principes weergeven ○ Motivatieprincipe, aanschouwelijkheidsprincipe, activiteitsprincipe, geleidelijkheidsprincipe, individualisatie- of differentiatieprincipe, herhalings- of integratieprincipe ● Verschil intrinsieke en extrinsieke motivatie uitleggen ● Aangeven hoe leerkrachten lessen motiverend kunnen maken ● Functie aanschouwelijkheid in didactisch proces beschrijven ● Aangeven hoe de leerkracht zijn lessen aanschouwelijk kan maken ● ASA-theorie (CSA) uitwerken in eigen lespraktijk ● Aangeven hoe de leerkracht zijn lessen actief kan maken ● Aantal oplossingen geven om tegemoet te komen aan individualisatieprincipe ● Verschillende vormen van differentiatie uitleggen ● In lesvoorbereiding of concrete lesuitvoering de verschillende didactische principes hanteren
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat houdt het motivatie- of belangstellingsprincipe in?
houdt rekening met de spontane belangstelling en interesse van leerlingen, en gebruikt hun milieu en eigen ervaringen als springplank naar andere onderwerpen.
Wat is intrinsieke leermotivatie?
Motivatie die voortkomt uit interesse in de leerinhouden of -activiteiten zelf. Het bevredigt de behoefte om te leren en heeft een positief effect op prestaties en studievreugde.
Wat is extrinsieke leermotivatie?
Motivatie die gericht is op het bereiken van een ander doel, zoals een diploma halen, waardering krijgen of straf vermijden.
Wat zijn gevolgen van geen of verkeerde motivatie bij leerlingen?
Concentratieproblemen, storend gedrag, spijbelen, leermoeheid en gevoelens van zinloosheid.
Noem enkele factoren bij de leerling die kunnen leiden tot demotivatie.
Ontbreken van intrinsieke en/of extrinsieke motivatie
Negatief zelfbeeld
Weinig voorkennis
Onvoldoende studievaardigheden
Tekorten in intellectuele of specifieke aanleg
Gezondheidsproblemen of persoonlijke problemen
Noem enkele factoren in de leeromgeving die kunnen leiden tot demotivatie.
Affectief-relationeel handelen van de leerkracht (bv. geen geduld, weinig waardering)
Vakdidactisch handelen (bv. te hoge/te lage eisen, weinig feedback, te veel nadruk op cijfers)
Saaie leerinhouden of slechte groepsgeest
Weinig ruimte voor eigen activiteiten en sociaal contact
Te veel beloning of straf
Lage betrokkenheid van ouders
Wat kunnen leerkrachten doen om leerlingen te motiveren?
Zelf gemotiveerd zijn
Het nut van de leerstof duidelijk maken
Bereikbare doelen geven
Voldoende variatie bieden (methodes, klasindeling, werkvormen)
Starten met een probleemstelling, nieuw feit of idee
Gepaste feedback geven
Zorgen voor een goede klassfeer
Verantwoordelijkheid stimuleren
Wat moet je vermijden bij het motiveren van leerlingen?
Overmatig straffen of belonen (dit kan werken, maar is minder effectief).
Wat is het doel van het aanschouwelijkheidsprincipe?
Leerinhouden zoveel mogelijk zintuiglijk waarneembaar voorstellen, niet enkel visueel maar ook ervaringsgericht.
Wat is verbalisme?
Leersituaties met een te abstract karakter, doordat het aanschouwelijkheidsprincipe niet voldoende wordt toegepast.
Wat gebeurt er bij een tekort aan aanschouwelijkheid?
De doorbraak naar abstract denken wordt verhinderd. Bijvoorbeeld: een kind dat enkel poedels ziet, zal ‘hond’ als abstract begrip niet herkennen.
Wat zijn de drie fasen van het denken volgens de cognitieve psychologie?
Aanschouwelijke fase: concreet, zintuiglijk waarneembaar
Schematische fase: vereenvoudiging van de essentie, zonder irrelevante aspecten
Abstracte fase: zuivere begrippen en symbolen
Wat houdt het activiteitsprincipe in?
Leerlingen nemen een actieve rol in het leerproces, wat zorgt voor een hogere slaagkans.
Wat zijn de twee soorten activiteit binnen het activiteitsprincipe?
Externe activiteit: motorisch (uiterlijk handelen)
Interne activiteit: verbaal of geestelijk (denken, reflecteren)
Waarom is activiteit noodzakelijk in het leerproces?
Integratie van geleerde (weten, inzien, toepassen)
Algemene vorming (gevarieerde toepassing)
Fundamentele vorming (oplossingsmethodes, attitudes)
Zelfwerkzaamheid (leren door fouten, leerkracht begeleidt)
Wat is belangrijk bij zelfwerkzaamheid?
Een positief klasklimaat waarin fouten maken is toegestaan en leerlingen eruit leren.
Wat betekent het differentiatieprincipe?
Rekening houden met verschillen tussen leerlingen en tegemoetkomen aan hun eigenheid, zodat er gelijke onderwijskansen zijn.
Welke groepen leerlingen vallen buiten het traditionele klassikale onderwijs?
Over-achievers: zwakkere leerlingen die boven hun niveau werken (forcerend onderwijs).
Under-achievers: sterke leerlingen die onder hun niveau werken (volgend onderwijs).
Wat is ontwikkelend onderwijs?
Taken aanbieden die net iets boven het verworven leerniveau liggen om motivatie te stimuleren.
Op welke vlakken kunnen leerlingen verschillen?
Aanleg
Leertempo
Motivatie
Persoonlijkheid
Aanvangsniveau en voorkennis
Geheugen en leerstijl
Wat zijn de vormen van differentiatie?
Naar doelstellingen: minimumdoelen of doelen per leerling.
Naar belangstelling: opdrachten kiezen op basis van interesse.
Naar methodische aanpak: variatie in werkvormen en activiteiten.
Tempodifferentiatie: verwerking van leerinhouden op eigen tempo.
Wat zijn de twee grote vormen van differentiatie?
Convergente differentiatie: werken aan gemeenschappelijke doelen, maar met verschillende ondersteuning.
Divergente differentiatie: werken aan verschillende doelen op maat van elke leerling.
Wat houdt het geleidelijkheidsprincipe in?
Lesinhouden worden stapsgewijs opgebouwd, zodat leerlingen van eenvoudige, vertrouwde zaken naar moeilijkere, onbekende leerinhouden evolueren.
Wat betekent ‘van bekend naar onbekend’ binnen dit principe?
Aanknopen bij de voorkennis, belevingswereld en vertrouwde zaken van de leerlingen.
Wat betekent ‘van gemakkelijk naar moeilijk’?
Leerinhouden worden aangeboden in stappen met een duidelijke structuur, bijvoorbeeld via een bordplan.
Wat betekent ‘van concreet naar abstract’?
Nieuwe begrippen en regels laten voortkomen uit concrete voorbeelden door inductief te werken.
Wat is het doel van het integratie- en herhalingsprincipe?
dat nieuw geleerde aansluit bij reeds verworven kennis en geïntegreerd wordt in de persoonlijkheid van de leerling.
Waarom is integratie belangrijk?
Het stelt leerlingen in staat om spontaan toe te passen wat ze geleerd hebben in wisselende omstandigheden.
Wat moet een leerkracht doen om integratie en herhaling te ondersteunen?
Verbanden leggen met eerder geleerde zaken (aanknooppunten).
Structuur en duidelijkheid bieden met schema’s, overzichten en synthese.
Oefenen, herhalen en toepassen in verschillende situaties.