1/12
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Montessori
Geloofde dat kinderen van nature willen leren en dat ze het best tot ontwikkeling komen in een gestructureerde, voorbereide omgeving waar ze zelfstandig kunnen werken. De leerkracht stelt zich observerend en begeleidend op en kinderen kiezen zelf met welk materiaal ze aan de slag gaan. Het motto “Help mij het zelf te doen” vat deze onderwijsvorm mooi samen. In de klas zitten vaak gemengde leeftijdsgroepen en elk kind werkt op zijn eigen tempo
Freinetonderwijs
vertrok vanuit de overtuiging dat kinderen leren via het echte leven en door ervaringen. In een klas wordt daarom de omgeving in de klas gehaald (bv. via een drukpers om klasnieuws te maken), én de klas in de omgeving gebracht (bv. via natuurwandelingen of projecten rond het dorp). Kinderen werken samen, mogen mee beslissen en leren al doende, met veel ruimte voor eigen inbreng en communicatie.
Daltononderwijs
Ontwikkeld door Helen Parkhurst, legt de nadruk op drie kernwaarden: vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking. Kinderen krijgen verantwoordelijkheid over hun eigen werk, bijvoorbeeld door een weektaak die ze zelf mogen plannen. Binnen die vrijheid zijn er wel duidelijke afspraken en doelen: dit wordt “vrijheid in gebondenheid” genoemd. De leerkracht begeleidt het leerproces eerder coachend dan sturend.
Steineronderwijs
Gebaseerd op de antroposofie. Volgens deze visie ontwikkelt een kind zich in fasen van telkens zeven jaar en moet onderwijs niet enkel gericht zijn op kennis, maar ook op kunst, gevoelens en praktische vaardigheden. In klassen staan verhalen, jaarfeesten, muziek, tekenen en beweging centraal. Leerkrachten blijven vaak meerdere jaren bij dezelfde klasgroep, en er wordt weinig gebruikgemaakt van handboeken. Belangrijk is ook de spirituele kijk op de mens, waarbij het onzichtbare en zingeving een plaats krijgen.
Jenaplanonderwijs
Beschouwt de school als een leefgemeenschap. Kinderen leren samen in zogenaamde stamgroepen, waar drie leerjaren door elkaar zitten. Binnen dit systeem staan vier basisactiviteiten centraal: gesprek, spel, werk en viering. Er is veel aandacht voor samenwerking, verantwoordelijkheid opnemen en betekenisvolle communicatie. De stamgroep en het kringgesprek zijn twee herkenbare elementen uit dit model.
Reggio Emilia
De centrale gedachte is dat elk kind honderd talen heeft om zich uit te drukken – via woorden, kunst, spel, beweging, muziek… In deze scholen worden kinderen als competente en creatieve individuen gezien. De ateliers (ateliers d’expressie) bieden ruimte om ideeën visueel te verkennen, en documentatie (zoals foto’s en notities) maakt het denkproces van kinderen zichtbaar. Projectmatig werken en samenwerking zijn essentieel.
Sudbury-onderwijs
Meest radicale voorbeeld van kindgestuurd leren. In deze school bepalen kinderen zelf wat, wanneer, hoe en van wie ze leren. Er zijn geen lessenroosters, klassen, examens of toetsen. Alles gebeurt op basis van volledige gelijkwaardigheid tussen kinderen en volwassenen. Het is gebaseerd op de overtuiging dat kinderen van nature leergierig zijn en verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen leerproces.
Leefschool
het leerproces vertrekt volledig vanuit de leefwereld van het kind. Kinderen werken in open klasgroepen en doorlopen vijf ontwikkelingsfasen, van inrichten en verbondenheid tot zelfstandig kiezen, ervaren en mee vormgeven aan de school. Er wordt thematisch en projectmatig gewerkt, met veel aandacht voor samenwerking, reflectie en een warme sfeer.
Ontwikkelingsgericht onderwijs
gestoeld op de theorie van Vygotsky, meer bepaald op het idee van de zone van de naaste ontwikkeling. Leerkrachten richten een rijke leeromgeving in waarin kinderen ondersteund worden om net datgene te leren wat ze nog niet alleen kunnen, maar wél met hulp. Het onderwijs stimuleert denkontwikkeling, betekenisvol leren en spelend werken aan doelen binnen thema’s.
Ervaringsgericht onderwijs
De kernidee is dat kinderen het meeste leren als ze zich goed voelen en echt betrokken zijn bij wat ze doen. In dit model staan welbevinden en betrokkenheid centraal. Leerkrachten gebruiken observaties van deze twee begrippen als richtingaanwijzer om het aanbod in de klas aan te passen en te verrijken. Het is een visie die sterk inzet op de emancipatie en het unieke pad van elk kind.
Katholiek onderwijs
Het kind wordt gezien als uniek, met een ziel en een roeping tot verbondenheid met anderen en met God. Waarden zoals liefde, hoop, solidariteit, vergeving en respect staan centraal. Er wordt niet enkel gewerkt aan kennisoverdracht, maar ook aan persoonlijke groei, zingeving en levensbeschouwing.
In de klaspraktijk zie je dit terug in momenten van stilte, gebed, vieringen doorheen het jaar (zoals Kerst, Pasen), en aandacht voor maatschappelijke inzet.
Joods onderwijs
vertrekt vanuit de Thora (de eerste vijf boeken van de Bijbel) en de Joodse traditie. Dit onderwijs is sterk verbonden met de Joodse identiteit, cultuur en religieuze beleving. Leren is er een levenslange opdracht, en studie wordt gezien als een religieuze plicht.
De schooldag bevat vaak momenten van gebed (zoals het ochtendgebed), en de Joodse feestdagen en sabbat worden geïntegreerd in het schoolleven. Er is veel aandacht voor Hebreeuwse taal, religieuze teksten en tradities. Respect voor voedselvoorschriften (kashroet) en gedragsregels hoort bij de dagelijkse praktijk. Dit onderwijs bevordert niet alleen kennis, maar ook verbondenheid met het Joodse volk en de geschiedenis.
Islamitisch onderwijs
gebaseerd op de waarden en voorschriften uit de Koran en de Hadith (uitspraken van de profeet Mohammed). Het uitgangspunt is dat elk kind een schepping van Allah is en dat onderwijs helpt om de religieuze, morele en intellectuele ontwikkeling te bevorderen.
Kinderen leren over de vijf zuilen van de islam, krijgen Arabische les (om de Koran te begrijpen), en leren respectvol omgaan met elkaar. In de klaspraktijk wordt er aandacht besteed aan gebedstijden, halal voeding, en religieuze feestdagen zoals het Suikerfeest en Offerfeest.
Naast kennisverwerving staat ook identiteitsontwikkeling en zingeving centraal, met het doel leerlingen op te voeden tot verantwoordelijke burgers binnen de Belgische samenleving én de ummah (wereldwijde islamitische gemeenschap).