Hoofdstuk 1: de opbouw , straling en temperatuur

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/35

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

semester 2

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

36 Terms

1
New cards

noodzaak voor atmosfeer

- wrm levensnoodzakelijk?

* zuurstof voor de ademhaling

- filtering schadelijke straling van de zon (zoals UV-stralen , X-stralen

- broeikaseffect (goed ) mr versterkt niet

* atmos zonder broeik

- meteoroïden branden op

- behoud en verdeling van temperatuur

2
New cards

troposfeer

0-12km

- dunste sfeer

- 80% alle gassen

- verschil in dikte

- weer speelt zich hier af: wind , wolken , regen

- centrifugaalkracht: polen platten af -> voor heel de atmosfeer dus de polen(9km) dikte dunner dan de evenaar (12km)

* gasdeeltjes zetten uit en verdikken de atmosfeer + centrifugaalkracht

- temperatuur daalt hoe hoger met 6,5°C/ 1000m => afstand met warmtebron (=aardoppervlak) wordt groter

3
New cards

Stratosfeer

- 20km tot 50km

- samenstelling is bijna zelfde : ozon (O3)

* absorbeert UV-stralen

* balans tussen aan en afbraak => stijging temperatuur

* zomer: groter gat winter: gat kleiner

* 32km

- +- even warm aardoppervlak

4
New cards

ionosfeer/ thermosfeer

(80km -500km)

- zonne-energie ontbindt gasdeeltjes ( moleculen ) in geladen atomen (ionen)

- de temperatuur stijgt

- zichtbaar als poollicht

- temp niet door gegeven

-

5
New cards

exosfeer

(500km tot 1000km)

- overgang nr de ruimte

- gasdeeltjes uit de exosfeer komen los van de aarde ( verlies gasdeeltjes aan de ruimte)

- plaats waar polaire satellieten rondzweven

6
New cards

sneeuwhoogte noordelijk

2850 m

7
New cards

boomgrens zuidelijk

3010 m

8
New cards

opbouw

- de atmosfeer

- 100-200km dun

9
New cards

de atmosfeer

een dunne laag van gassen rondom de aarde , die wordt bijgehouden door de zwaartekracht

10
New cards

ontstaan atmosfeer

- vrijkomen van gassen na toen de aarde gesmolten was bij vulkaanuitbarstingen

- bij vulkaanuitbarstingen: koolstof , stikstof , zwaveldioxide en waterdamp

- vroeger vs huidige:

* verandering : door fotosynthese van algen

- vroeger: zuurstof , toxische stoffen

- huidige: stikstof (78%) , zuurstof (21%) , overige (CO2 , argon , neon = edelgassen ) (1%)

11
New cards

evolutie gassen in de atmosfeer

- begin: veel waterdamp:

* weg: water warmt op -> stijgt in de lucht -> water damp terug in de zee

- planten en dieren: Chlorofyl: daardoor veel zuurstof , maakte dat er ook minder CO2

12
New cards

opbouw atmosfeer

- verticaal opgebouwd

- hoger in de atmosfeer : de temperatuur 'daalt' (alleen troposfeer, verandert per sfeer)

13
New cards

de verschillende sferen

- troposfeer (beneden)

- stratosfeer

- messosfeer

- iononsfeer of thermosfeer

- exosfeer

14
New cards

tropopauze

12km tot 20km

- wnt niet duidelijk temperatuur daalt of stijgt

15
New cards

mesosfeer

50km - 80km

- niet ijl genoeg waardoor meteoroïden kunne opbranden

- geen creatie + bijhouden van warmte

- dus Temperatuur daalt wnr geen warmtebron

16
New cards

het gat in de ozonlaag : evolutie

- def: een vermindering van de hoeveelheid ozon in de stratosfeer

- vooral aan de polen: zuidpool effect het grootste

- dunste -> gat het grootste

- grootst 2001

- groei en krimp : seizoensverbonden

* groei: veel uv-stralen

* zomer : groeit

*winter: daalt

17
New cards

waar is het effect van het gat het groots,

op de zuidpool

18
New cards

oorzaak: gat in de ozonlaag

- gebruik van cfk's (drijfgassen)

- bindingen met ozon )> nrml cyclus verstoord wordt

19
New cards

cfk's

chloorfluorkoolwaterstof

- spuitbussen (deo , haarlak , verf)

- koelsystemen (ijskast , airco)

20
New cards

gevolg van gat in de ozonlaag

- ozon filtert uv-stralen

- minder ozon -> meer uv stralen -> meer huidkanker kans

- verbod op gebruik cfk's (1987): Vedrag van Montreal

- ozonlaag herstelt zicht tegen 2050 ( herstel is rustig ingezet sinds 2001)

21
New cards

hoe kan zorgen cfk's voor een probleem?

cfk's spltsen af -> binding met ozon -> niet meer ozon -> meer UV-stralen die ons bereiken -> meer kans op (huid) kanker

22
New cards

factoren die de temperatuur op aarde beïnvloeden

- invalshoek van de zonnestralen

- bewolking (stof)

- hoogteligging

- Oriëntatie van de helling

- invloed water ( warmtecapacitiet en zeestromingen)

23
New cards

invalshoek van de zonnestralen

- hoe schuiner , de invalshoek , hoe groter het beschenen oppervlak

* hvld energie blijft hetzelfde , klein opp harder beschenen (reden winter koud)

* dagen zijn korter

- *langer de afgelegde weg doorheen de atmosfeer

*stralen verliezen meer energie aan de atmosfeer

24
New cards

waar is de invalshoek afhankelijk van ?

- de seizoenen

*- zomer: rechter inval

- winter: schuinere inval

- tussen keerkringen : rechter

- polen : schuin of niet*

- breedteligging

25
New cards

bewolking (en stof)

- nacht: de warmte van aardoppervlak -> warmte niet weg

- dag:

- warmte: zon -> zon kan er niet door

- geen bewolking: de temperatuur is minder constant dan met bewolking

26
New cards

Hoogteligging

- hoe hoger , hoe verder van warmte: vanwege hoe verder van het aardoppervlak

27
New cards

oriëntatie van de helling

- stralen van het zuiden: zon is gericht nr zuiden

- zuid tuin: langer zon -> duurder

- verdeelt zichzelf veel

- helling kan loodrecht invallen

- zuidhelling (45°)

- recht en zuid invallen op de helling

28
New cards

toepassing oriëntatie helling

- 80-90% mensen vestigen zich op zuidhelling (wnt love sun)

- sneeuw : noordhelling ( sneeuwgrens veel lager)

- bomen , boomgrens hoger: zuidhelling

29
New cards

boomgrens noordelijke

1650 m

30
New cards

sneeuwgrens zuidelijk

1900 m

31
New cards

invloed water: warmtecapaciteit

- def: hvl energie 1 kg van een stof moet opnemen om 1 °C te stijgen

- water heeft een hoge warmtecapaciteit( lang op te warmen , mr ook lang af te geven)

32
New cards

toepassing warmtecapaciteit

- vorstdagen: minstens 30min onder nul

- kust minder lang voordat water afkoelt

* hoogt + verder van de zee -> meer vorstdagen

33
New cards

temperatuursverschil=breedteligging

- brussel: 51°N in de buurst bij water dus weinig verschil

- wolgograd: geen water in de buurt dus koelt veel harder en meer af

34
New cards

invloed water: zeestromen

- lissabon en nyc: zelfde ligging aan de zee , mr nyc kouder wnt europa krijgt een warme zeestroming die heel europa een paar graden warmen maken

35
New cards

andere factoren

niet te kennen mr vaak gelinkt aan iets

- samenstelling bodem

- vegetatie aanwezig

- vochtigheidsgehalte

- kleur (reflectie)

36
New cards

Nog leren (7)

Je hebt een begin gemaakt met het leren van deze termen. Hou vol!