Kaarten: frans vocabulaire | Quizlet

ik heb u niet goed gehoord

Je ne vous ai pas bien entendu.

ik heb u niet begrepen

Je ne vous ai pas compris.

het voorbeeld

l'exemple

de speeltijd

la récréation

het insteekmapje

la chemise plastique

de vuilnisbak

la poubelle

oortelefoon / oortjes

les écouteurs

een kluisje

un casier

een spons

une éponge

de schaar

les ciseaux

de pennenzak

la trousse

de klinkers

les voyelles

de pagina

la page

het werkschrift

le cahier d'activités

hoofdtelefoon/ headset

un casque

puntenslijper

un taille-crayon

koppelteken -

trait d'union

de kauwgom

le chewing-gum

het woordenboek

le dictionnaire

de rugzak

le sac à dos

uitgommen

gommer

vertalen

traduire

het krijt

la craie

de lijmstift

la colle

de komma ,

la virgule

de printer

l'imprimante

opslagen van gegevens

mémoriser

sorry dat ik te laat ben

Je suis désolé d'être en retard.

ik voel me niet goed

je ne me sens pas bien.

ik zie het bord niet zo goed

Je ne vois pas bien le tableau.

wat betekent dat

Qu'est-ce que ça veut dire?

mag ik u iets vragen

Je peux vous demander quelque chose?

ik heb de bus gemist

J'ai raté le bus

ik heb mijn spullen niet bij

J'ai oublié mes affaires.

kunt u wat langzamer praten aub

Voulez-vous parler plus lentement svp?

wie is er gebuisd

qui a échoué?

mag ik de klas vegen

Je peux balayer la classe?

mijn fiets is kapot

Mon vélo est en panne.

mag ik dichterbij zitten

je peux m'asseoir plus prés?

wat bedoelt u

Qu'est-ce que vous voulez dire?

wanneer mag ik de toets inhalen

quand est-ce que je peux rattraper ce test?

mag ik de toetsen uitdelen

Je peux distribuer les tests?

mag het licht uit

On peut éteindre la lumière?

kan u dat spellen

Vous pouvez épeler?

hoe zeg je dat in het frans

ça se dit comment en français?

kan je mij het papier doorgeven

tu peux me passer le papier?

mogen we per 2 werken?

On peut travailler à deux?

mag ik het raam opendoen

Je peux ouvrir la fenêtre?

u staat voor het bord mevrouw

Vous êtes devant le tableau, Madame.

heeft iemand een zakdoek voor mij

Quelqu'un a un mouchoir pour moi?

mag ik mijn drinkbus vullen aan de kraan

je peux remplir ma bouteille au robinet?

de speelplaats

la cour

een stift

un marqueur

de laptop

l'ordinateur portable

het bord

le tableau

de medeklinkers

les consonnes

een nietjesmachine

une agrafeuse

een passer

un compas

een markeerstift

un marqueur

de map

le farde

een perforator

une perforatrice

een zakdoek

un mouchoir

een lat

une règle, une latte

de beamer

le projecteur

een potlood

un crayon

de muis

la souris

de usb-stick

la clé USB

de luidspreker

le haut-parleur

het scherm

l'écran

de papiermand

la corbeille à papier

een bordenwisser

un effaceur

mag ik de klas verlaten aub

je peux quitter la classe, svp?

mag ik het gordijn dichtdoen

Je peux fermer le rideau?

ik had een lekke band

Mon pneu a crevé.

mag ik naar het toilet

je peux aller aux toilets?

kunt u dat even herhalen

Vous pouvez répéter?

sorry, het spijt mij

désolée, je m'excuse

moet ik de toets inhalen?

Je dois rattraper le test?

mag ik naar de locker gaan?

je peux aller aux casiers?

wilt u de toets uitstellen aub?

vous voulez remettre le test à plus tard svp?

mogen we afgeven?

on peut remettre?

een vraag stellen

poser une question

mag ik naar buiten gaan?

Je peux sortir?

mag het licht aan?

On peut allumer la lumière?

de aanhalingstekens " "

les guillemets

typen

taper

de emmer

le seau

uitstellen naar

remettre à

de haakjes ( )

les parenthèses

verbeteren

corriger

een inktbuisje

une cartouche d'encre

de bundel/ het bestand

le dossier

(een test) inhalen

rattraper (un test)

in het frans

en français

mogen we in groepen werken?

on peut travailler en groupe?

waar zitten we?

Nous sommes à quelle page?

mag ik aan bord komen?

Je peux passer au tableau?

is iedereen geslaagd?

Tout le monde a réussi?

mogen we onze punten weten?

Nous pouvons connaître nos résultats/points?

ik ben klaar!

j'ai fini