Looks like no one added any tags here yet for you.
Dat geeft aanleiding _____ kletspraatjes.
tot
Die jas is niet bestand _____ zoveel regen.
tegen
Zij vechten ______ elkaar.
voor
Ik verdenk hem _______ fraude.
van
Vorige week is zij bevallen ______ een gezonde baby.
van
Ben jij in het bezit ____ een rijbewijs?
van
Hij is ______ veel in staat.
tot
Ik doe afstand _____ de erfenis.
van
Dat leidt onherroepelijk ____ problemen.
tot
Zie jij ook zo op _____ het examen?
tegen