begrippen, hoofdstuk 1 wateroverlast, paragraaf 1.1 t/m 1.5, Buitenland 4vwo, editie 4.1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/67

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

68 Terms

1
New cards

benedenloop

laagste deel van de rivier

2
New cards

binnendijks

het gebied dat door winterdijken wordt beschermd

3
New cards

bovenloop

het begin van de rivier

4
New cards

buitendijks gebied

het gebied binnen de winterdijken waar de rivier stroomt

5
New cards

debiet

de totale hoeveelheid water die door de rivier stroomt op een bepaalde plek per seconde

6
New cards

doodtij

de situatie waarbij het verschil tussen eb en vloed het kleinst is

7
New cards

dwarsprofiel

bestaat uit winterdijken, uiterwaarden en zomerdijken

8
New cards

infiltratie

het wegzakken van water in de bodem

9
New cards

lengteprofiel

de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding

10
New cards

middenloop

middelste deel van de rivier

11
New cards

neerslagregiem

de verdeling van de hoeveeldheid regen over een bepaalde periode, bijv. een jaar

12
New cards

piekafvoer

de maximale afvoer tijdens een hoogwaterperiode

13
New cards

regiem

de schommeling in waterafvoer gedurende een jaar

14
New cards

springtij

de situatie waarbij het verschil tussen eb en vloed het grootst is

15
New cards

stroomgebied

gebied waarbij al het smelt- en regenwater via de hoofdrivier de zee in stroomt

16
New cards

stroomstelsel

een rivier met al haar zijrivieren

17
New cards

uiterwaard

gebied tussen rivier en winterdijk dat overstroomt als de rivier buiten het zomerbed treed

18
New cards

verhang

het gemiddelde verval per kilometer (m/km)

19
New cards

verstening

door toegenomen verstedelijking neemt het oppervlakte van straten en wegen toe, waardoor regenwater sneller afspoelt

20
New cards

vertragingstijd

de hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

21
New cards

verval

het hoogteverschil tussen 2 punten langs een rivier in meter

22
New cards

waterscheiding

de grens tussen 2 stroomgbieden

23
New cards

winterbed

het gebied tussen 2 winterdijken dat bestaat uit een uiterwaard en zomerbed

24
New cards

zomerbed

de bedding waar de rivier in de zomer doorheen stroomt

25
New cards

dijkring

gebied omgeven door waterkeringen zoals dammen, dijken en duinen dat ons beschermt tegen hoog rivier- en zeewater

26
New cards

Hoogwaterbeschermingsprogamma

een samenwerking tussen rijkswaterstaat en 21 waterschappen waarbij alle primaire waterkeringen voor 2050 worden versterkt

27
New cards

integraal waterbeheer

hierbij worden overstromingen, wateroverlast, droogte en waterkwaliteit in samenhang bestudeerd waarbij rekening wordt gehouden met de invloed van klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en menselijk handelen

28
New cards

Intergovernmental Panel on Clomate Change (IPCC)

een organisate van de Verenigde Naties waarin honderden wetenschappers de risico’s van klimaatverandering evalueren en rapporteren

29
New cards

kanaliseren

het nemen van maatregelen gericht op het reguleren van waterpeil voor de scheepvaart door middel van stuwen, sluizen en het afsnijden van bochten

30
New cards

krib

dam loodrecht op de rivieroever die moet voorkomen dat de oever afkalft en die er ook voor zorgt dat het meeste water in het midden van de rvier blijft

31
New cards

primaire waterkeringen

duin, dijk of hybride keringen die ons land beschermt tegen het buitenwater uit de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het Ijssel- en Makkermeer

32
New cards

retentiebekken

gebied langs de rivier waar het water bij piekafvoer wordt opgeslagen om de rivierwaterstand stroomafwaarts te verlagen

33
New cards

Rijkswaterstaat

het uitvoerende agentschap van de ministerie van Infrastructuur en Mileu dat zorgt voor wegen, vaarwegen en de bescherming tegen overstromingen

34
New cards

Ruinte voor de rivier

programma waarin Rijkswaterstaat samen met waterschappen gemeenten en provincies onze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte geeft, bijvoorbeeld door het verleggen van dijken, graven van nevengeulen en verdiepen van uiterwaarden

35
New cards

sparen

het beperken van het verlies van water

36
New cards

spuien

het lozen van water doormiddel van spuisluizen op het buitenwater bij voldoende hoogteverschil

37
New cards

stuw

vaste of regelbare dam in de rivier voor het handhaven van het waterpeil en het regelen van de waterafvoer

38
New cards

verzilting

toename van zoutgehalte in de bodem

39
New cards

waterschap

een overheidsinstantie van de waterhuishouding regelt in een bepaalde gebied; zij zorgt voor veiligheid, voldoende water, schoon water en werkt samen met andere overheden, zoals gemeente, provincie en het rijk

40
New cards

aanvoer

de hoeveelheid water die een gebied binnenstroomt

41
New cards

adaptief deltamanagement

de overheid kijkt ver vooruit zodat zij op tijd betaalbare maatrgelen kan nemen om zo flexibel in te spelen op nieuwe kansen en nieuw inzichten

42
New cards

bergen

het tijdelijk opslaan van water in retentiebekken of gegraven poelen

43
New cards

Deltaprogramma

programma overheden en andere organisaties met aanbelevingen om Nederland te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater

44
New cards

delta

het gebied aan de monding van een rivier waar sediment wordt aangevoerd en afgezet

45
New cards

duin

een heuvel die bestaat uit opgewaaid zand

46
New cards

eb

laagste waterstand in de getijdenschommeling

47
New cards

estuarium

trechtervormige mondeling van een rivier, ontstaan door de getijdenstromingen van eb en vloed

48
New cards

getijdenstroom

stroming die ontstaat als gevolg van de getijden: de richting van de vloedstroom en ebstroom zijn tegenovergesteld aan elkaar

49
New cards

harde kust

kust die in Nederland uit dijken, dammen en waterkeringen bestaat

50
New cards

vloed

hoogste waterstand in de getijdenschommelingen

51
New cards

wad

een zandplaat die droogvalt bij eb en overspoelt bij vloed

52
New cards

zachte kust

kust die opgebouwd is uit zand

53
New cards

zeedijk

dijk die grenst aan zee

54
New cards

absolute zeespiegelstijging

stijging van de hoogte van de zeespiegel

55
New cards

basiskustlijn

de positie van de kustlijn zoals die op 1 januarie 1990 was

56
New cards

bolwerkvorming

bebouwing langs de kust waardoor de zee haar flexibiliteit verliest

57
New cards

dynamisch kustbeheer

het beheer van de kustlijn waarbij de zee en wind ruinte krijgen om sediment en zandsuppleties te verplaatsen

58
New cards

overstromingsrisicobewustzijn

vergoten van het bewustzijn en aandacht voor het beperken van de gevolgen van een overstroming

59
New cards

relative zeespiegelstijging

de combinatie van bodemdaling een zeespiegelstijging

60
New cards

slufter

gebied waar onder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het land kan binnenstromen

61
New cards

zandmoter

een door zandsuppletie ontstaan schiereiland in het kader van dynamisch kustbeheer

62
New cards

zandsuppletie

het storten van zand uit de Noordzee voor de kust en op het strand

63
New cards

grondwaterontrekking

het oppompen van grondwater waardoor de grondwaterspiegel daalt

64
New cards

inklinken

het proces van volumemindering van de grond door verdroging of onttrekking van grondwater

65
New cards

klimaatverandering

geleidelijke of abrupte verandering van het klimaat als gevolg van natuurlijke en/of menselijke proccesen

66
New cards

ontwateren

het afvoeren van grondwater door greppels, sloten en buisdrainage

67
New cards

oxideren

een verbinding aangaan met zuurstof; door ontwatering van het veen komt dit in contact met zuurstof waardoor het gaat rotten en het volume afneemt

68
New cards

verdroging

de afname van de hoeveelheid grondwater waardior soortenrijkdom afneemt en/of verzilting optreedt