College 13 - Wat nu?

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
New
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/19

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

Wat bedoelt Noordegraaf met "unavoidable but impossible"?

NPM is onvermijdelijk door structurele druk (isomorfie), maar onmogelijk als eindmodel omdat het nieuwe problemen creëert.

2
New cards

Wat is het verschil tussen NPM en NPG?

NPM focust op efficiëntie en meten, NPG op samenwerking, co-creatie en netwerken.

3
New cards

Wat betekent "public management is contested but inevitable"?

Public management is voortdurend ter discussie, maar onmisbaar voor coördinatie van publieke waarde.

4
New cards

Wat zijn de drie vormen van instrumenteel gebruik?

Relational (verbinden), Strategic (legitimiteit versterken), Symbolic (vertrouwen en beeldvorming).

5
New cards

Waarom zijn prestatie-instrumenten niet neutraal?

Ze sturen gedrag en bepalen wat zichtbaar wordt, in plaats van dat ze enkel meten.

6
New cards

Wat is de rol van de publieke manager volgens Noordegraaf?

Reflectief handelen, waarden combineren (Σ, Θ, Λ) en instrumenten bewust relationeel gebruiken.

7
New cards

Wat betekent 'from measuring to meaning'?

De verschuiving van focus op cijfers en efficiëntie naar betekenisvolle publieke waarde en samenwerking.

8
New cards

Wat houdt Public Value Management (PVM) in?

Sturen op maatschappelijke waarde i.p.v. prestaties; integriteit, legitimiteit en ethiek centraal.

9
New cards

Wat is het doel van New Public Governance (NPG)?

Publieke waarde creëren door samenwerking in netwerken van overheid, markt en samenleving.

10
New cards

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden van de toekomst voor publieke managers?

Reflectie, praktische wijsheid, relationeel denken, transdisciplinair samenwerken.

11
New cards

Wat zijn de kernwaarden Σ, Θ en Λ?

Σ = efficiëntie, Θ = rechtvaardigheid, Λ = legitimiteit/stabiliteit.

12
New cards

Wat betekent "relational use" van instrumenten?

Instrumenten inzetten om verbinding en samenwerking te stimuleren tussen actoren.

13
New cards

Wat betekent "symbolic use" van instrumenten?

Instrumenten gebruiken om vertrouwen en legitimiteit uit te stralen.

14
New cards

Wat betekent "strategic use" van instrumenten?

Instrumenten gebruiken om beleid of management te positioneren of te legitimeren.

15
New cards

Wat is het doel van NPG t.o.v. NPM?

Verschuiving van controle naar co-creatie; meer samenwerking tussen actoren voor publieke waarde.

16
New cards

Wat bedoelt Noordegraaf met "reflective leadership"?

Leiderschap dat nadenkt over betekenis, context en waarden — niet alleen over efficiëntie.

17
New cards

Wat is de paradox van managementinstrumenten?

Ze helpen bij controle, maar veroorzaken tegelijk afstand, wantrouwen en bureaucratie.

18
New cards

Wat is de gewenste balans in toekomstig publiek management?

Combinatie van efficiëntie (Σ), rechtvaardigheid (Θ) en legitimiteit (Λ).

19
New cards

Wat is de kern van de conclusie van college 13?

Public management blijft noodzakelijk, maar moet menselijker, betekenisvoller en relationeler worden.

20
New cards

Wat betekent "from control to co-creation"?

De verschuiving van hiërarchisch sturen naar samen betekenis en beleid creëren.