NASK - Leerstofoverzicht - H. 3 - Water

Gebruik deze quiz voor het leren voor NASK. Bedoeld voor 2HB.

Fasen

De drie toestanden waarin een stof zich kan bevinden: vaste stof, vloeistof en gas.

Vaste stof

Fase van een stof waarin alle moleculen rond een evenwichtsstand trillen.

Gas

Fase van een stof waarin alle moleculen los van elkaar kunnen bewegen. De moleculen zitten op relatief grote afstand van elkaar.

Deeltjesmodel

Natuur- en scheikundig model dat ervan uitgaat dat stoffen uit moleculen bestaan.

Kristalstructuur

Een kenmerkende, regelmatige structuur van veel vaste stoffen.

Kristalrooster

Regelmatige stapeling van moleculen van één stof. In dit rooster heeft elk molecuul een vaste plaats.

Vloeistof

Fase van een stof waarin alle moleculen langs elkaar heen kunnen bewegen. De moleculen zitten zo dicht mogelijk bij elkaar.

Thermometer

Instrument om de temperatuur mee te meten.

Reservoir

Ruimte onderaan de vloeistofthermometer die gevuld is met vloeistof.

Meetbereik

Het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde die je met een meetinstrument kunt meten.

Stijgbuis

Doorzichtig pijpje van een thermometer waarin een vloeistof kan stijgen en dalen.

Digitale thermometer

Thermometer waarbij je de temperatuur op een schermpje kunt aflezen.

Vloeistofthermometer

Thermometer die bestaat uit een reservoir en een stijgbuis gevuld met vloeistof.

Rijpen

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van gasvormig naar vast.

Stollen

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vloeibaar naar vast.

Bevriezen

Een andere naam voor stollen, specifiek voor vloeistoffen die vast worden bij een temperatuur onder 0 °C.

Vervluchtigen

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vast naar gasvormig.

Smelten

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vast naar vloeibaar.

Fase-overgang

Een stof gaat van de ene toestand over in een andere toestand.

Condenseren

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van gasvormig naar vloeibaar.

Verdampen

Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vloeibaar naar gasvormig.

Smeltpunt

Temperatuur waarbij een vaste stof gaat smelten.

Kookpunt

Temperatuur waarbij een vloeistof gaat koken.

Koken

Het proces waarbij een vloeistof niet alleen aan de oppervlakte verdampt, maar overal in de vloeistof.

Stoldiagram

Grafiek die het temperatuurverloop tijdens het stollingsproces weergeeft voor een specifieke stof.

Vriespunt

Temperatuur waarbij een stof gaat stollen.

Smeltdiagram

Grafiek die het temperatuurverloop tijdens het smeltproces weergeeft voor een specifieke stof.