Juridische Argumentatieleer - Begrippenlijst 2024-2025

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/22

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards gebaseerd op de Juridische Argumentatieleer begrippenlijst 2024-2025.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

23 Terms

1
New cards

Syllogisme

Redenering die een algemene regel en een concreet geval bevat, waaruit een conclusie wordt getrokken voor het concrete geval.

2
New cards

Modus ponens

Bevestiging van het antecedens, vaak toegepast in het dagelijks leven.

3
New cards

Stepping-stone-redenering

Bevestiging consequens waardoor op basis van de premissen niet geldig kan worden besloten tot de conclusie.

4
New cards

Modus tollens

Ontkenning van het consequens.

5
New cards

Welwillendheidsprincipe

Expliciteer premissen zodanig dat je een geldige redenering krijgt.

6
New cards

Enthymeem

Verzwegen premissen in een redenering.

7
New cards

Inductief redeneren

Niet vertrekken vanuit een algemene regel, maar vanuit een concreet geval (omgekeerde van deductief).

8
New cards

A priori-waarschijnlijkheid

Hoe waarschijnlijk je conclusie is voordat je aan observaties begint.

9
New cards

A posteriori-waarschijnlijkheid

Hoe waarschijnlijk je conclusie is nadat je je observaties hebt gedaan. Bij goede inductieve redenering is deze groter dan de a priori-waarschijnlijkheid.

10
New cards

Genuanceerde uitspraak

Zorgt ervoor dat men een genuanceerd antwoord verwacht (niet één tegenargument).

11
New cards

Abductief redeneren

Conclusie volgt nooit onomstotelijk uit premissen.

12
New cards

Bias

Vooroordeel, vooringenomenheid, tunneldenken, neiging. Een stereotype neiging, een onbewuste tendens of een verborgen vooringenomenheid die ervoor zorgt dat we informatie vlot en zonder problemen verwerken en kaderen in wat we al weten.

13
New cards

Fundamentele attributiefout (self-serving bias)

De ongelukkige afloop van een handeling bij onszelf verklaren door naar omringende omstandigheden te wijzen, terwijl we bij anderen hun fout toeschrijven aan een kwaadwillige intentie.

14
New cards

Heuristiek

Praktische benadering om iets te vinden, te ontdekken of op te lossen.

15
New cards

Cognitieve psychologie

Redenering om een casus of probleem eenvoudig op te lossen.

16
New cards

Verankering

Neiging om meer gewicht te hechten aan initieel beschikbare informatie. We zijn beïnvloed door een numeriek referentiepunt, zelfs als het irrelevant is.

17
New cards

Framing effect

Neiging om vaker te kiezen voor een optie als deze positief geformuleerd is.

18
New cards

Bevestigingsbias (confirmation bias)

Neiging om nieuwe info zo te zoeken, te interpreteren en te onthouden dat ze strookt met eerdere opvattingen.

19
New cards

Delphidenkfout

Vage voorspellingen creatief invullen zodat ze steeds passen binnen jouw eigen redenering.

20
New cards

Cognitieve dissonantie

Mentaal ongemak dat je ervaart wanneer je twee conflicterende ervaringen hebt en waardoor je die ervaringen herformuleert zodat ze je niet langer ongemakkelijk doen voelen.

21
New cards

Opvattingspersistentie

Moeite om afstand te nemen van vertrouwde ideeën, opvattingen en overtuigingen.

22
New cards

Just world belief

Geloof dat de wereld intrinsiek rechtvaardig is.

23
New cards

Blaming the victim

Slachtoffer wordt verantwoordelijk geacht voor zijn ervaren leed.