het voorgerecht, als hoofdgerecht
la entrada, de primero
als hoofdgerecht
de segundo
het dessert, als dessert
el postre, de postre
de (tomaten)soep
la sopa ( de tomate )
de (gemengde) sla
la ensalada (mixta)
de frieten
las patatas fritas
de kip
el pollo
het ijsje
el helado
de taart
la tarta
de dagmenu
el menú del día
de ober
el camarero / la camarera
de tafel
la mesa
de menukaart
la carta
super
estupendo-a
voorkiezen
preferir
voor mij
para mí
om te drinken
para beber
de maaltijd
la comida
lekker
rico-a, bueno-a
Het is lekker
Está rico o bueno
proberen
probar
Brengt u mij?
Me trae?
meebrengen
traer
nog een
otro-a
nu meteen
ahora mismo
nemen
tomar
de rekening
la cuenta
betalen
pagar
het mes
el cuchillo
het glas, het wijnglas
el vaso, la copa
de servet
la servilleta
snijden
cortar
nog wat
un poco más de
gezouten
salado-a
koud
frio-a
warm
caliente
flauw, smakenloos
soso-a
te
demasiado
pikant
picante
de vork
el tenedor
de lepel
la cuchara
het lepeltje (theelepel)
la cucharilla
het glas
el vaso
het wijnglas
la copa
de