1/25
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ritme, de eigenschappen van een normaal sinusritme
P top vooraf aan qrs
op iedere P-top volgt een qrs complex
het ritme is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling
de frequentie is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling
de frequentie ligt tussen de 60 en 100/min
maximale hoogte van de P-top is 2,5 mm in II en/of III
P-top is postief in II en AVF, en bifasisch in V1
escape ritme van verschillende onderdelen van het hart
atriaal 60-55/min
AV nodaal 50-45/min
his bundeel en bundeltak: 45-40/min
purinkje cellen: 40-35 per min
ventrikelcellen: 35-30/min
ritme welke soorten
extrasystolen: PAC (atriale extrasystole), PVC (ventriculaire extrasystole
smalcomplex irregulair: atriumfibrilleren
smalcomplex regulair: atriumflutter, atriale tachycardie, AVNRT
breedcomplex: ventrikeltachycardie, ventrikelfibrilleren, torsade des pointes
ritme, extrasystolen
PAC: smalcomplex, er is een smalcomplex (want er is normale AV geleiding), de P-top heeft een andere morfologie dan de sinusslag, verschijnt te vroeg, P top kan verdwijnen in T top.
PVC: er is een breedcomplex QRS, gevolgd door pauze
ritme: smalcomplex irregulair
atriumfibrilleren: totaal irregulair, geen P-toppen te herkennen
ritme smalcomplex regulair
atriumflutter: zaagtandpatroon mn in II
atriale tachycardie: P-top met een andere morfologie dan in sinusritme (bijvoorbeeld negatief in I en/of AVF)
AVNRT: retrogade P-toppen na het qrs complex (negatief in de onderwandsafleidingen)
ritme: breedcomplex
ventrikeltachycardie: regulair, monomorf (qrs zien er allemaal hetzelfde uit)
ventrikelfibrilleren: irregulair, alsof een kleuter een lijntje zet
torsade des pointes: ventrikeltachycardie VT met variërende hartas: ziet eruit als arctic monkeys
frequentie bepalen
aantal slagen in 1 ECG = 10 sec keer 6
aftelmethode?
1500/aantal kleine hokjes tussen 2 R-toppen
geleidingstijden
PQ tijd/ interval: 120-200 ms
te kort: pre-excitatie (WPW), atriaal ritme
te lang: 1e graads AV-blok
QRS duur minder dan 100-120 ms:
te lang: bundeltakblok: RBTB (konijn), LBTB (patat)
QTc tijd: (QT/ wortel van RR-interval) minder dan 450 ms bij mannen, minder dan 460 ms bij vrouwen
te lang: verhoogd risico op plotse dood; kan komen tgv lang qt syndroom, meds, elektrolytstoornissen
hartas: normale hartas
I en aVF positief: normale as
I positief en aVF negatief: kijk naar II: als positief dan normale as
hartas: afwijkende hartas
linkeras: I positief, aVF negatief en II negatief
rechteras: I negatief, aVF positief
extreme as: I negatief, aVF negatief
oorzaken linkerhartas
linker anterior hemiblok
onderwandinfarct
linkerventrikelhypertrofie
pacemakerritme
oorzaken rechterhartas
rechterventrikelhypertrofie
rechterventrikeloverbelasting (longembolie/COPD)
ASD/ VSD
verwisseling elektrodes
P-top morfologie normaal
max hogote p-top is 2,5 mm in II en/of III
P-top is positief in II, aVF en bifasisch in V1
breedte is normaal minder dan 120ms
P-top morfologie afwijkend
andere richting: atriaal ritme
te hoog/breed: atriumdilatatie
rechteratriumdilatatie: P pulmonale
P groter dan 2,5 mm in II en/of III en/of aVF
P groter dan 1,5 mm in V1 (eerste positieve deel —> vector is anterior georienteerd)
—> hoge druk in a. pulmonalis, bijv bij longembolie
linkeratriumdilatatie: P mitrale
breed (meer dan o,04 sec) en diep negatief (meer dan 1 mm) terminaal deel in V1
P meer dan 0,12 sec in I en/of II
ontstaat mn bij mitralisklepinsufficiëntie
QRS morfologie pathologische q golven nr 1
iedere q golf in afleiding V2-V3, breder dan 0,02 sec, of een qs complex in afleiding V2 en V3
qrs morfologie pathalogische Q golven nr 2
een q-golf van 30 ms (0,03 sec) breed of meer, en 1 mm diep of een QA-complex in afleiding I, II, aVF, aVL, of V40V6 (de q-golf moet in bepaalde afleidingen zichtbaar zijn en (meer dan) 1 mm diep zijn.
QRS morfologie pathalogische q golven criterium deel 3
R-golf van meer dan 0,04 sec. breedi n V1-V2 en R/S meer dan 1 met een concordant positieve T-golf in de afwezigheid van een bundeltakblok
qrs morfologie linkerventrikelhypertrofie, rechterventrikel hypertrofie
linkerventrikelhypertrofie
sokolow-lyon criteria
R in V5 of V6 positief
vaak strainpatroon met negatieve T in V5-V6
S in V1 meer dan 35 mm
of R in aVL meer 11mm
rechterventrikelhypertrofie
R meer dan S in V1
QRS morfologie: microvoltages waarden
bij extremiteitsafleidingen: QRS uitslag negatief en positeif overal minder dan 0,5 mV (5 mm)
bij voorwandsafleidingen: QRS utislag minder dan 1 mV
QRS morfologie microvoltages oorzaak
cardiomyopathie (bijv. amyloidose)
verhoogde weerstand tot elektrodes (pneumothorax, obesitas, pericardvocht, pleuravocht)
myocraditis/pericarditis
harttransplantatie (mn bij rejectie)
ST morfologie: elevatie, oorzaken
acute transmurale ischemie
linkerbundeltakblok
linkerventrikelhypertrofie
vroege repolaristatie (mn bij jonge mensen)
hypertrofisceh myocardiopathie: V3-V5 (kon ook nog V6)
acute pericarditis: alle afleidingen behalve AVR
hyperkaliëmie: V1-V2 (V3)
aneurysma cordis
ST morfologie, ST depressie, oorzaken
acute ischemie
linkerventrikelhypertrofie met ‘strain’
digoxine effect
hypokaliëmie/ hypomagnesiëmie
reciproke ST-depressie. als een ECG afleiding ST elevatie laat zien door ischemie, laat de tegenoverliggende ECG afleiding vaak ST depressie zien