Radiologie – Begrippen en definities

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

100 Nederlandstalige vocabulaire-flashcards om de belangrijkste begrippen uit de collegestraling en dentale radiologie te herzien.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

Elektromagnetische straling

Vorm van energie die ontstaat in de elektronen­schil; kan ioniserend of niet-ioniserend zijn.

2
New cards

Ioniserende straling

Straling met voldoende energie om elektronen uit atomen te verwijderen en zo ionen te vormen.

3
New cards

Gammastraling

Ioniserende straling die uit de atoomkern afkomstig is en geen lading heeft.

4
New cards

Deeltjesstraling

Tweede vorm van ioniserende straling, bestaande uit geladen of ongeladen deeltjes (bijv. elektronen, protonen).

5
New cards

Absorptie (röntgen)

Proces waarbij fotonen hun energie volledig afstaan aan weefsel en verdwijnen.

6
New cards

Verzwakking

Afname van fotonintensiteit door absorptie en verstrooiing onderweg naar de detector.

7
New cards

Transmissie

Deel van de röntgenbundel dat het object passeert en de detector bereikt.

8
New cards

Verstrooiing

Afslaan van fotonen in willekeurige richtingen buiten het primaire bundelpad.

9
New cards

Strooistraling

Verstrooide fotonen die niet zijn geabsorbeerd en alle kanten op bewegen; veroorzaakt ongewenste dosis en kwaliteitsverlies.

10
New cards

Halveringstijd (straling)

Afstand of laagdikte waarbij de stralingsintensiteit tot 50 % is gedaald.

11
New cards

Röntgenbuis

Glazen vacuümbuis met kathode en anode waarin elektronen worden versneld en röntgenstraling ontstaat.

12
New cards

Kathode

Negatief geladen gloeispiraal in de röntgenbuis die door verhitting elektronen vrijmaakt.

13
New cards

Anode

Positief geladen doelwit (meestal wolfraam) waar elektronen botsen en röntgenstraling opwekken.

14
New cards

Focus (anode)

Klein gebied op de anodeschijf waar de elektronenbundel inslaat en straling genereert.

15
New cards

Gloeistroom

Elektrische stroom door de kathode die voor verhitting en elektronenemissie zorgt.

16
New cards

Buisspanning (kV)

Spanningsverschil tussen kathode en anode; bepaalt maximale fotonenergie.

17
New cards

Buisstroomsterkte (mA)

Aantal elektronen dat per seconde door de buis stroomt; beïnvloedt fotonen-hoeveelheid.

18
New cards

Remstraling

Continuüm van röntgenfotonen dat ontstaat door afremming en afbuiging van elektronen in de anode.

19
New cards

Warmteproductie in anode

Ongeveer 99 % van de elektronenenergie wordt in warmte omgezet.

20
New cards

mAs-getal

Product van buisstroom (mA) en belichtingstijd (s); bepaalt totale stralingshoeveelheid.

21
New cards

Thermische focus

Relatief groot focusgebied dat veel warmte kan opnemen zonder te smelten.

22
New cards

Geometrische focus

Klein focusgebied dat voor een scherper beeld zorgt maar thermisch minder belastbaar is.

23
New cards

Beeldruis

Grijswaardenvariatie door te weinig fotonen op de detector; vermindert beeldhelderheid.

24
New cards

Beeldcontrast

Verschil in grijstonen op de opname; afhankelijk van absorptieverschillen en stralingskwaliteit.

25
New cards

Scherpte

Mate waarin kleine details duidelijk worden weergegeven; daalt bij beweging of vergroting.

26
New cards

Aluminiumfilter

Filter dat laagenergetische fotonen verwijdert, resulterend in hardere bundel en lager contrast.

27
New cards

Dikker object

Verhoogt verzwakking, beeldruis en vermindert contrast, vergelijkbaar met filtereffect.

28
New cards

FD-afstand

Focus-detectorafstand; groter FD vermindert patiëntdosis maar verhoogt ruis.

29
New cards

Buisspanning verhogen

Leidt tot hogere fotonenergie, hogere detectordosis, minder contrast en minder beeldruis.

30
New cards

Buisstroom verhogen

Vergroot fotonhoeveelheid, vermindert ruis en kan contrast iets verbeteren.

31
New cards

Detectordosis

Hoeveelheid straling die de detector bereikt; hogere dosis geeft minder ruis.

32
New cards

10 kV-regel

Bij 10 kV verhoging kan de belichtingstijd worden gehalveerd om gelijke detectordosis te houden.

33
New cards

Kwadratenwet

Stralingsintensiteit neemt af met het kwadraat van de afstand tot de bron.

34
New cards

Bundelbegrenzing

Mechanische beperking van het bundeloppervlak om strooistraling en dosis te verlagen.

35
New cards

DOP-waarde

Product van dosis (Gy) en bundeloppervlakte (m²); maat voor stralingsbelasting.

36
New cards

Ronde tubus

Tubus met cirkelvormige bundel; heeft ca. tweemaal hogere DOP dan een rechthoekige tubus.

37
New cards

Rechthoekige tubus

Tubus met kleinere, rechthoekige bundel; verlaagt DOP-waarde en dosis.

38
New cards

Belichtingstabel

Tabel met referentiewaarden voor mAs per elementtype om constante detectordosis te behalen.

39
New cards

Vuistregel opnametijd

Reeks eenvoudige regels (10 kV, filter, mA, FD) om snel nieuwe belichtingstijd te berekenen.

40
New cards

Dosismeter

Instrument dat dosis of DOP meet, meestal in mGy of mGy·cm².

41
New cards

Intreedosis

Dosis op het oppervlak waar de röntgenbundel het lichaam binnenkomt.

42
New cards

Uittreedosis

Dosis die het lichaam na transmissie verlaat; lager dan intreedosis.

43
New cards

Transmissieverhouding

Quotiënt uittreedosis/intreedosis; maat voor doordringend vermogen.

44
New cards

Fosforplaatje

Detectorscherm waarin röntgenenergie tijdelijk wordt opgeslagen voor latere uitlezing.

45
New cards

Fluorescentie

Onmiddellijke omzetting van röntgenfotonen in licht in een detector.

46
New cards

Fosforescentie

Vertraagde lichtemissie uit een fosforplaat na laserstimulatie.

47
New cards

ADC

Analoog-digitaal-converter die analoge lichtsignalen van de detector omzet in digitale data.

48
New cards

Fotomultiplicatorbuis

Buis die zwak blauw licht van fosforplaat versterkt voordat het gedigitaliseerd wordt.

49
New cards

Somatische effecten

Stralingsschade die zich uit in het bestraalde individu tijdens diens leven.

50
New cards

Genetische effecten

Stralingsschade die optreedt bij het nageslacht van de blootgestelde persoon.

51
New cards

Geabsorbeerde dosis

Energieopname per kilogram weefsel, uitgedrukt in Gray (Gy).

52
New cards

Equivalente dosis

Geabsorbeerde dosis maal stralingsweegfactor (WR), uitgedrukt in sievert (Sv).

53
New cards

Deterministisch effect

Schadelijk weefseleffect met drempeldosis; ernst neemt toe bij hogere dosis.

54
New cards

Stochastisch effect

Kansgebonden effect (vooral kanker) zonder drempel; kans stijgt lineair met dosis.

55
New cards

Weefselweegfactor (WT)

Wegingsfactor voor orgaangevoeligheid; gebruikt bij berekening van effectieve dosis.

56
New cards

Effectieve dosis

Som van (equivalente dosis × WT) over alle weefsels; maat voor totaalkans op stralingsschade.

57
New cards

Delende cellen

Celtype met hoge stralingsgevoeligheid; kenmerkend voor embryo’s en foetussen.

58
New cards

ICRP

Internationale Commissie voor Stralingsbescherming; stelt aanbevelingen op voor veiligheid.

59
New cards

Kernenergiewet (KEW)

Nederlandse wet met regels voor gebruik van ioniserende straling en vergunningen.

60
New cards

Basisveiligheidsnormen (Bbs)

Uitwerking van EU-richtlijnen; bevat dosislimieten en eisen voor stralingswerkers.

61
New cards

ALARA-principe

As Low As Reasonably Achievable: dosis zo laag mogelijk binnen redelijke grenzen.

62
New cards

Rechtvaardiging

Toets of het radiologisch onderzoek meer diagnostische opbrengst dan stralingsnadeel heeft.

63
New cards

DRN (diagnostisch referentieniveau)

Indicatieve dosiswaarde waarboven optimalisatie van techniek nodig is.

64
New cards

Loodafscherming

Gebruik van lood(glas) om verstrooide straling te blokkeren dankzij kleine halveringsdikte.

65
New cards

Halveringsdikte

Dikte van een materiaal (bijv. lood) die de intensiteit van straling halveert.

66
New cards

TMS

Toezichthoudend medewerker stralingsbescherming; bewaakt veilig gebruik van röntgenapparatuur.

67
New cards

KEW-dossier

Documentatie over bronnen, protocollen, opleidingen en risicobeoordelingen volgens KEW.

68
New cards

Constantheidstest

Periodieke controle van buisparameters om apparatuurstabiliteit te garanderen.

69
New cards

Focus-huidafstand

Afstand tussen buisfocus en huid; langere afstand vermindert huiddosis.

70
New cards

Bundeloppervlakte

Oppervlakte van de röntgenbundel op het object; kleiner oppervlak verlaagt DOP.

71
New cards

Stralingskwaliteit

Gemiddelde energie (hardheid) van de bundel; bepaalt penetrerend vermogen.

72
New cards

Bewegingsonscherpte

Detailverlies door patiënt- of buisbeweging tijdens belichting; recht evenredig met tijd.

73
New cards

Geometrische onscherpte

Onscherpte door focusgrootte en vergroting; groter focus geeft meer onscherpte.

74
New cards

Bundel verkleinen

Maakt minder strooistraling en verlaagt dosis, maar kan ruis iets verhogen.

75
New cards

Buisfilter

Toegevoegd materiaal (meestal Al) dat laagenergetische fotonen verwijdert.

76
New cards

Detectordosis verhogen

Methode om beeldruis te verlagen door meer fotonen op de detector te laten vallen.

77
New cards

Digitale intraorale opname

Röntgenfoto waarbij de detector in de mond ligt en direct digitaal beeld oplevert.

78
New cards

OPG

Orthopantomogram; panoramische extra-orale opname van kaken en gebit.

79
New cards

Bitewing (BW)

Intraorale opname gericht op kroon- en approximale cariësdetectie.

80
New cards

CBCT

Cone Beam CT; driedimensionale dentale beeldvorming met hogere dosis dan 2D-foto.

81
New cards

ICCMS

International Caries Classification and Management System; combineert klinische en röntgen­score.

82
New cards

ICDAS

International Caries Detection and Assessment System; visuele classificatie van cariës.

83
New cards

Burn-out artefact

Radiolucente zone bij glazuur-cementovergang door dunner weefsel en contrastrendement.

84
New cards

Knobbel van Carabelli

Anatomische variatie op de 6e bovenmolaarkroon die schijnbare radiolucentie kan geven.

85
New cards

Furcatiegraad

Classificatie (I–III) van botverlies in de wortelvork van een molaar.

86
New cards

Parodontaal botverlies

Afstand tussen glazuur-cementgrens en cresta alveolaris gemeten op röntgenfoto.

87
New cards

Pocketmeting

Klinische meting van sulcusdiepte; röntgenwaarde + 1,5 mm is richtlijn.

88
New cards

RA2-laesie

Beginnende glazuur­cariës zichtbaar als lichte vlek; moeilijk detecteerbaar op BW.

89
New cards

RB4-laesie

Occlusale cariës die het dentine heeft bereikt; vanaf dit stadium radiologisch duidelijk.

90
New cards

Approximale cariës

Cariës die start in glazuur tussen twee elementen en richting dentine uitbreidt.

91
New cards

Occlusale cariës

Cariës op kauwvlak; radiologisch pas goed zichtbaar zodra dentine is betrokken.

92
New cards

Buccale cariës

Laesie aan de wangzijde; lastig radiologisch te lokaliseren door 2D-projectie.

93
New cards

Laserlichtscannen fosforplaat

Uitleesmethode waarbij laser de gevangen elektronen bevrijdt en blauw licht produceert.

94
New cards

Stralingsgevoelige fase zwangerschap

Eerste 10 dagen; hoge kans op letale schade bij > 100 mSv, niet haalbaar bij tandheelkunde.

95
New cards

Dosislimiet beroepsmatig

20 mSv per jaar gemiddeld over 5 jaar voor blootgestelde werknemers.

96
New cards

Dosislimiet bevolking

1 mSv per jaar voor niet-beroepsmatig blootgestelden.

97
New cards

Bewegende röntgenbron

Kenmerk van extra-orale opnamen (OPG, CBCT) waarbij bron rond de patiënt draait.

98
New cards

Kwadratisch verband afstand-dosis

Verdubbeling van afstand reduceert dosis tot een kwart.

99
New cards

Stralingsrisicoanalyse

Inventarisatie van voordelen, risico’s, maatregelen en kosten vóór inzet van röntgenapparatuur.

100
New cards

Kosten-batenanalyse straling

Beoordeelt of dosisreducerende maatregel economisch redelijk is (< € / µSv).