bio fotosynthese 2

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/127

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

128 Terms

1
New cards

Overzicht stofwisseling

Fotosynthese en chemosynthese zijn processen waarbij energie wordt vastgelegd in organische stoffen. Fotosynthese gebeurt in bladgroenkorrels van planten met licht, chemosynthese door bepaalde bacteriën met chemische energie.

2
New cards

Fotosynthese

Proces waarbij van CO₂ en H₂O organische stoffen (glucose) worden gemaakt; energie vastleggen is een endo-energetische reactie en gebeurt in chloroplasten van groene planten.

3
New cards

Chemosynthese

Proces waarbij bacteriën glucose maken uit anorganische stoffen met behulp van chemische energie in plaats van licht; chemo-autotrofe bacteriën gebruiken hierbij stoffen zoals NH₃ of H₂S.

4
New cards

Autotrofe organismen

Organismen die zelf organische stoffen kunnen maken uit anorganische stoffen, bijvoorbeeld via fotosynthese of chemosynthese.

5
New cards

Heterotrofe organismen

Organismen die organische stoffen gebruiken uit hun voedsel, omdat ze zelf geen grote moleculen kunnen maken.

6
New cards

Assimilatie

Het proces waarbij grote organische moleculen worden opgebouwd uit kleinere; dit vereist energie. Voorbeelden: glucose → zetmeel, aminozuren → eiwitten, vetzuren → vetten.

7
New cards

Dissimilatie

Het proces waarbij grote organische moleculen worden afgebroken tot kleinere moleculen; dit maakt stoffen beter oplosbaar en makkelijker transporteerbaar door celmembranen. Voorbeeld: spijsvertering bij mensen en dieren.

8
New cards

Celademhaling

Afbouw van organische stoffen in cellen waarbij energie vrijkomt voor levensprocessen. Vereist meestal zuurstof (aerobe verbranding); zonder zuurstof is er onvolledige verbranding (gisting). Sommige anaerobe bacteriën gebruiken sulfaten of nitraten als oxidator.

9
New cards

Chemosynthese

Chemosynthese is het proces waarbij bacteriën organische stoffen (glucose) opbouwen met behulp van chemische energie in plaats van lichtenergie; deze energie komt van de oxidatie van anorganische stoffen (NH3, H2S, N2); deze organismen zijn chemo-autotroof.

10
New cards

Chemosynthese - globale reactie

6 CO2 + 12 H2O C6H12O6 + 6 O2 + 6 H2O

11
New cards

Nitrietbacteriën

Fosforyleren ammoniakgas (NH3) dat vrijkomt bij afbraak van eiwitten tot nitrieten: 2 NH3 + 3 O2 → 2 HNO2 + 2 H2O + chemische energie

12
New cards

Nitraatbacteriën

Zetten nitrieten om in nitraten: 2 HNO2 + O2 → 2 HNO3 + chemische energie; energie wordt gebruikt om ADP → ATP om te zetten en glucose op te bouwen

13
New cards

Belang van nitraten

Planten nemen nitraten via wortels op; ze zijn nodig voor de synthese van eiwitten

14
New cards

Zwavelbacteriën

Leven van H2S dat vrijkomt bij afbraak van eiwitten; zetten sulfide om in sulfaten: H2S + 2 O2 → H2SO4 + chemische energie; gebruiken energie om glucose te maken; chemo-autotroof

15
New cards

Functie van gevormde sulfaten

Geleverde voedingszouten voor planten, net als nitraten

16
New cards

Chemosynthese

Process waarbij bacteriën organische stoffen (glucose) opbouwen met chemische energie in plaats van lichtenergie; chemo-autotrofe bacteriën gebruiken oxidatie van anorganische stoffen.

17
New cards

Chemosynthese - energiebron

Chemische energie afkomstig van de oxidatie van anorganische stoffen zoals NH3, H2S en N2.

18
New cards

Chemosynthese - reactievergelijking

6 CO2 + 12 H2O C6H12O6 + 6 O2 + 6 H2O

19
New cards

Chemo-autotrofe bacteriën

Organismen die glucose opbouwen met behulp van chemische energie in plaats van licht.

20
New cards

Nitrietbacteriën

Fase in de stikstofkringloop waarbij ammoniakgas (NH3) wordt omgezet in nitrieten (HNO2).

21
New cards

Nitrietbacteriën - reactie

2 NH3 + 3 O2 2 HNO2 + 2 H2O + chemische energie

22
New cards

Nitraatbacteriën

Omzetten van nitrieten (HNO2) in nitraten (HNO3).

23
New cards

Nitraatbacteriën - reactie

2 HNO2 + O2 2 HNO3 + chemische energie

24
New cards

Energiegebruik bij chemosynthese

Chemische energie die vrijkomt bij omzetting van NH3 → HNO2 → HNO3 wordt gebruikt om ADP → ATP te maken.

25
New cards

Stikstofbinding bij chemosynthese

Ammoniakgas wordt vastgelegd in nitrieten en nitraten; nitraten zijn essentieel voor planten voor eiwitsynthese.

26
New cards

Planten en nitraten

Planten nemen nitraten op via hun wortels uit het grondwater voor de synthese van eiwitten.

27
New cards

Zwavelbacteriën

Leven van H2S en zetten dit om in sulfaten (H2SO4) terwijl chemische energie vrijkomt.

28
New cards

Zwavelbacteriën - reactie

H2S + 2 O2 H2SO4 + chemische energie

29
New cards

Zwavelbacteriën - functie

Vrijgekomen energie gebruiken ze om glucose te maken; ze zijn chemo-autotroof.

30
New cards

Sulfaten en planten

Gevormde sulfaten dienen als belangrijke voedingszouten voor planten, net zoals nitraten.

31
New cards

Factoren die fotosynthese beïnvloeden

Licht, CO₂, water, temperatuur en O₂ beïnvloeden allemaal de snelheid van fotosynthese.

32
New cards

Effect van licht op fotosynthese

Een toename van de lichtintensiteit verhoogt de fotosyntheseactiviteit totdat lichtverzadiging optreedt.

33
New cards

Lichtverzadiging

Lichtintensiteit waarbij fotosynthese maximaal is; varieert per plantensoort.

34
New cards

Verschil licht- en schaduwplanten

Lichtplanten hebben bij lichtverzadiging een hogere fotosynthese dan schaduwplanten.

35
New cards

Effect van CO₂ op fotosynthese

Toename van de CO₂-concentratie verhoogt fotosynthese totdat deze onafhankelijk wordt van CO₂.

36
New cards

Maximale fotosynthese bij CO₂

Wordt bereikt wanneer CO₂ niet langer beperkend is en andere factoren (licht, water, voedingsstoffen) optimaal zijn.

37
New cards

Broeikaseffect

Verhoogde CO₂ in de atmosfeer houdt infraroodstraling tegen, waardoor opwarming van de aarde kan optreden.

38
New cards

Gevolg verhoogde CO₂ voor planten

Kan fotosynthese en groei stimuleren, maar alleen als andere nutriënten ook beschikbaar zijn.

39
New cards

Effect van watertekort op fotosynthese

Watertekort sluit stomata, waardoor CO₂-opname moeilijker wordt en fotosynthese daalt.

40
New cards

Rol van stomata

Huidmondjes laten CO₂ binnen en O₂ en waterdamp buiten; essentieel voor fotosynthese en gasuitwisseling.

41
New cards

Effect van temperatuur op fotosynthese

Bij gematigde planten verdubbelt fotosynthese per 10°C tussen 5°C en 30°C.

42
New cards

Temperatuursoptimum fotosynthese

Ongeveer 35°C; boven dit punt neemt fotosynthese weer af.

43
New cards

Effect van O₂ op fotosynthese

Een lagere zuurstofconcentratie kan fotosynthese verhogen door competitie met CO₂ voor Rubisco te verminderen.

44
New cards

Rubisco en zuurstof

Rubisco kan O₂ binden (photorespiratie), wat fotosynthese verlaagt; minder O₂ = minder competitie = hogere fotosynthese.

45
New cards

Limiterende factoren

Een factor die fotosynthese remt als deze laag is; vaak licht, CO₂, water of temperatuur.

46
New cards

Combinatie van factoren

Maximale fotosynthese vindt plaats wanneer alle beperkende factoren optimaal zijn.

47
New cards

Foto-inhibitie

Te veel licht kan chlorofyl beschadigen en fotosynthese tijdelijk verminderen.

48
New cards

Waterbalans en fotosynthese

Onvoldoende water vermindert CO₂-opname; te veel water kan wortelbeschadiging veroorzaken.

49
New cards

CO₂-fixatie

Het proces van CO₂ omzetten in organische verbindingen tijdens de Calvin-cyclus; afhankelijk van ATP en NADPH uit lichtreacties.

50
New cards

Adaptaties van planten aan lichtintensiteit

Lichtplanten hebben veel chloroplasten in palissadeweefsel; schaduwplanten minder en dunner blad.

51
New cards

Adaptaties van planten aan droogte

Succulente bladeren, gesloten stomata overdag, wortelsystemen die water efficiënt opnemen.

52
New cards

Invloed van klimaatverandering op fotosynthese

Hogere CO₂ kan fotosynthese verhogen, maar extreme temperaturen, droogte of nutriëntentekorten kunnen dit beperken.

53
New cards

Donkerreacties / Calvin-cyclus

Reacties in het stroma van de chloroplast waarbij CO2 wordt omgezet in suikers met ATP en NADPH uit de lichtreacties.

54
New cards

Plaats van de Calvin-cyclus

Stroma van de chloroplast.

55
New cards

ATP in donkerreacties

Functie: levert chemische energie voor de omzetting van CO2 naar suikers.

56
New cards

NADPH in donkerreacties

Functie: levert elektronen / reducerende kracht voor de omzetting van CO2 naar suikers.

57
New cards

Eerste direct gevormde suiker in Calvin-cyclus

Glyceraldehyde-3-fosfaat (G3P), een C3-suiker.

58
New cards

Aantal CO2-moleculen nodig voor 1 G3P

3 moleculen CO2.

59
New cards

Hoe ontstaat glucose uit G3P

2 G3P-moleculen worden samengevoegd tot 1 glucose (C6H12O6).

60
New cards

ATP verbruik per G3P

9 ATP per G3P.

61
New cards

NADPH verbruik per G3P

6 NADPH per G3P.

62
New cards

ATP verbruik per glucose

18 ATP per glucose.

63
New cards

NADPH verbruik per glucose

12 NADPH per glucose.

64
New cards

Hoe bevoorraden lichtreacties de Calvin-cyclus

Lichtreacties leveren ATP en NADPH.

65
New cards

Waarom 'donkerreacties'

Reacties kunnen doorgaan zonder licht, zolang ATP en NADPH aanwezig zijn.

66
New cards

Globale reactie Calvin-cyclus 1 G3P

3 CO2 + 9 ATP + 6 NADPH → G3P + 9 ADP + 8 Pi + 6 NADP+

67
New cards

Globale reactie Calvin-cyclus 1 glucose

6 CO2 + 18 ATP + 12 NADPH → C6H12O6 + 18 ADP + 18 Pi + 12 NADP+

68
New cards

Fases van Calvin-cyclus

  1. Carbon-fixatie, 2. Reductie, 3. Regeneratie van RuBP.

69
New cards

Carbon-fixatie

Fase waarbij CO2 gebonden wordt aan RuBP.

70
New cards

Reductie

Fase waarbij ATP en NADPH de 3-PGA-moleculen omzetten in G3P.

71
New cards

Regeneratie van RuBP

Fase waarin RuBP wordt opnieuw gevormd zodat cyclus kan doorgaan.

72
New cards

G3P definitie

Eerste direct gevormde suiker in Calvin-cyclus, een C3-suiker.

73
New cards

Doel van Calvin-cyclus

Omzetten van CO2 in energierijke organische moleculen.

74
New cards

Lichtreacties functie

Zonne-energie gebruiken om ATP en NADPH te maken.

75
New cards

ATP rol bij fotosynthese

Chemische energie leveren voor de Calvin-cyclus.

76
New cards

NADPH rol bij fotosynthese

Reducerende kracht leveren voor de Calvin-cyclus.

77
New cards

Donkerreacties locatie

Stroma van de chloroplast.

78
New cards

Donkerreacties functie

Omzetten van CO2 naar C6H12O6 met behulp van ATP en NADPH.

79
New cards

Calvin-cyclus andere naam

Donkerreacties.

80
New cards

Suikerproduct Calvin-cyclus

C3-suiker: glyceraldehyde 3-fosfaat (G3P).

81
New cards

CO2 fixatie voor G3P

3 moleculen CO2 per G3P.

82
New cards

Glucose vorming uit G3P

2 G3P-moleculen kunnen samengevoegd worden tot glucose.

83
New cards

ATP gebruik per G3P

9 moleculen ATP per G3P.

84
New cards

NADPH gebruik per G3P

6 moleculen NADPH per G3P.

85
New cards

ATP en NADPH productie

Lichtreacties bevoorraden Calvin-cyclus met ATP en NADPH.

86
New cards

ATP/NADPH voor 1 glucose

18 ATP en 12 NADPH nodig.

87
New cards

Doel Calvin-cyclus

G3P produceren voor synthese van glucose.

88
New cards

De lichtreacties

Zonne-energie wordt gebruikt om ATP en NADPH te maken, die respectievelijk chemische energie en reducerende kracht leveren voor de Calvin-cyclus.

89
New cards

ATP

Een energierijke molecule die chemische energie levert voor celprocessen, waaronder de Calvin-cyclus.

90
New cards

NADPH

Een elektronendrager die reducerende kracht levert voor de omzetting van CO₂ in suiker in de Calvin-cyclus.

91
New cards

Calvin-cyclus (donkerreacties)

Vindt plaats in het stroma van de chloroplast; zet CO₂ om in suiker met behulp van ATP en NADPH uit de lichtreacties.

92
New cards

Plaats van de donkerreacties

Stroma van de chloroplast.

93
New cards

Product van Calvin-cyclus

Suiker, in eerste instantie een C3-suiker: glyceraldehyde-3-fosfaat (G3P).

94
New cards

C3-suiker (G3P)

De directe product van de Calvin-cyclus; drie koolstofatomen per molecule.

95
New cards

Aantal CO₂ nodig per G3P

Voor de synthese van 1 G3P moeten 3 moleculen CO₂ gefixeerd worden.

96
New cards

Omzetten van G3P naar glucose

Twee G3P-moleculen kunnen worden samengevoegd om één glucosemolecule (C6H12O6) te vormen.

97
New cards

ATP-gebruik in Calvin-cyclus

Voor 1 G3P-molecule die de cyclus verlaat worden 9 ATP-moleculen gebruikt.

98
New cards

NADPH-gebruik in Calvin-cyclus

Voor 1 G3P-molecule die de cyclus verlaat worden 6 NADPH-moleculen gebruikt.

99
New cards

ATP/NADPH bevoorrading

De lichtreacties leveren ATP en NADPH aan de Calvin-cyclus.

100
New cards

ATP/NADPH voor glucose

Voor de synthese van 1 glucose zijn 18 ATP- en 12 NADPH-moleculen nodig.