Dutch B1 Toets - alles van H6 tot H9

onszelf

ourselves

klagen

to complain (about)

de werkdruk

workload

de druk

load, pressure

betoogt (betogen)

to argue, to contend

gedreven (drijven)

driven (to drive)

levensreddend

life-saving

redden

to save

het brein

the brain

(on)voldoende

(in)sufficient(ly)

uitgedaagd (uitdagen)

to challenge

(on)bereikbaar

(un)contactable

waak voor (waken voor)

keep an eye on ; to safeguard

het bewijs

proof

stressloos

stress-free

samen … gaan (samengaan)

to go together

tussendoor

in between

doceert (doceren)

to teach

lezingen

readings, lectures

uitdagingen (de uitdaging)

challenges

hopeloos

hopeless

prikkel (prikkelen)

to stimulate

hersenen / de hersens

Brain

beslissingen (de beslissing)

decision(s)

het geklaag

the complaint

de spoed

haste ; urgency

de spoedseinde hulp

Accident and Emergency Department ; emergency services

de hulp

help, services

de veiligheid

safety

handelt (handelen)

to act

de hartfrequentie

heart frequency

spierspanningen (de spierspanning)

muscle tensions

spier

muscle

de spanning

tension

het recht (op)

the right (to)

de privétijd

personal time

pieken

to peak

dienstverlenende (dienstverlenend)

service-providing

de dienst

service

verlenen

to grant ; to provide

het computerscherm

the computer screen

het scherm

the screen

verlaten

to leave

medewerkers (de medewerker)

(the) employee(s)

de doorbloeding

blood flow ; circulation

daardoor

as a result

toon (tonen)

to show

zolang

as long as

ingewikkeld

complicated

in tegenstelling tot

contrary to ; in contrast to

de tegenstelling

contrast

het proefschrift

dissertation ; thesis

beoordelingsgesprekken (het beordelingsgesprek)

assessment interview(s)

de beoordeling

assessment

adviseert (adviseren)

to advise

komen … in … op (opkomen in)

to come up in

gaat mis (misgaan)

to go wrong

inzet ((zich) inzetten (voor))

to use (for) ; to devote to

gerust

safely ; at rest ; at ease

onderuitgaat (onderuitgaan)

to fail ; to fall down

onderuit

down

(which is why onderuitgaan also means ‘to fall down’ - it literally means ‘to go down’)

tegengaan

to combat ; to go against ; to prevent

gereguleert (reguleren)

to regulate

hanteert (hanteren)

to use

presteren

to perform

kortom

in short

vergaat (vergaan)

to fare

maakt … open (openmaken)

to open

in … burgeren (inburgeren)

to integrate

door… gaan tot (doorgaan (tot/met))

to continue (with)

de advocaat

lawyer

opbouwen

to build

bovendien

moreover, furthermore

regelen

to arrange

de zorgverzekering

health insurance

de zorg

care ; healthcare

afsluiten

to take out (health insurance)

voeren

to conduct ; to feed

invullen

to fill out

gelijk

immediately ; equal

verhuisd naar (verhuizen (naar))

to move (to)

daarnaast

in addition to that

het vrijwilligerswerk

voluntary work

de vrijwilliger

volunteer

afronden

to complete

ronduit

absolutely

heleboel

a lot (of)

de mijlpaal

milestone

ontevreden (met / over)

dissatisfied (with / about)

tevreden (met / over)

satisfied (with / over)

me … uit (zich uiten)

to express oneself

de vergelijking (in - met / tot)

comparison (in comparison to)

vergelijken met

to compare (with)

hoest (hoesten)

to cough

de gast

the guest

ten slotte / tenslotte

lastly, after all

de doorzetter

go-getter

de voertaal

language of communication

gehinderd (hinderen)

to hinder

doordat

due to