1/187
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Integriteit
De kwaliteit van eerlijk en oprecht handelen, zowel in persoonlijke als professionele situaties.
Professionele verantwoordelijkheid
Proactief
Zelfstandig
Verantwoordelijk
Angsten en verleidingen weerstaan
Creatief en autonoom
Bildung
Het streven naar vorming tot zelfstandige, vrije en goede persoonlijkheden met een gevoel voor geschiedenis en cultuur.
Ethiek
Het onderzoeken en evalueren van morele vraagstukken en het maken van weloverwogen keuzes op basis van waarden en normen.
Bij welke drie zaken begint ethiek?
Zien (kijken)
Spreken
En dan pas handelen
Denkgereedschappen
Instrumenten zoals begrippen, concepten, argumenten en analysemodellen die worden gebruikt om ethische kwesties te benaderen en te begrijpen.
Aan de hand van de denkgereedschappen komen tot een antwoord dat
BREDER:
meer waarden proberen te realiseren, rekening houden met meer belangen, niet enkel uit jezelf kijken
DIEPER:
meer rekening houden met verleden en gevolgen, op korte en lange termijn
RIJKER:
Met meer perspectieven en alternatieven probeert rekening te houden
BETER VERDEDIGBAAR:
beter bestand tegen kritiek om doordat het goed onderbouwd is
Zedenkunde
GEEN ETHIEK! Regels en gewoonten die specifiek zijn voor een bepaalde cultuur of samenleving, zonder een oordeel te vellen over goed of kwaad.
Moraal
GEEN ETHIEK! Moraal verwijst naar de principes of normen die bepalen wat goed en slecht gedrag is in een samenleving of voor een individu.
Waarden
Fundamentele overtuigingen die bepalen wat als belangrijk en wenselijk wordt beschouwd in een samenleving.
Normen
Gedragsregels die voortkomen uit waarden en bepalen wat als acceptabel of juist wordt beschouwd in een bepaalde context.
Waarden versus normen
Een waarde is wat een persoon of een samenleving belangrijk vindt → algemeen en vaag
Normen zijn concrete invulling van die waarden → wetten, afspraken…
Welke factoren beïnvloeden onze normen?
Tijd
Tijdsgeest
Omgeving
Maatschappelijke factoren
Sociale factoren
Natuur
Biologische factoren
Psychische factoren
Een 12+ film hier kan 16+ zijn in Amerika. Softies zijn het! Eet maar je hamburgers op, Donald!!
Beroepsethiek
Hoe ga ik om met gegevens?
Privacy
Deontologische codes
Welke programma’s wil ik maken?
Is het wel oké om een programma te maken waarin dwergen op de vuist gaan met Sven Pichal?
Bedrijfsethiek
Welke normen gelden er in het bedrijf?
Programmacharter van VRT
Economische ethiek
Hoe organiseren we de economie zodat die te goede komt aan zoveel mogelijk mensen?
Moraalfilosofie
Het filosofische onderzoek naar ethische vraagstukken en de ontwikkeling van ethische theorieën en principes.
Professionele verantwoordelijkheid
Kritisch en verantwoord werken, rekening houdend met alle belangen en relevante informatie (E. Karssing).
Naast vaktechnische kennis, beoordelen welk gedrag verantwoord en geoorloofd is tijdens het werk.
Morele competentie
Het vermogen om de morele dimensie van een situatie te herkennen, relevante informatie af te wegen, beslissingen te verantwoorden en persoonlijke moraal te verbeteren.
Moreel juist handelen
Handelen dat recht doet aan anderen, hen rechtvaardig en respectvol behandelt, en voldoende rekening houdt met rechten, belangen en wensen van alle betrokkenen.
Moreel kompas
Het persoonlijke richtsnoer gebaseerd op eigen waarden en normen, maar waarbij men moet oppassen om dit als absolute norm te beschouwen.
Kritisch bewustzijn
Het vermogen om valkuilen te vermijden en zorgvuldig en kritisch te denken.
Verleiding
Factoren die onze kritische geest kunnen verstoren en ons gedrag beïnvloeden, zoals pijn, genot en overlevingsinstincten.
Morele perceptie
Het vermogen om de menselijkheid van anderen te herkennen en te tonen, en om empathie en sympathie te ontwikkelen.
Empathie
Het vermogen om de gevoelens van anderen te begrijpen en te communiceren, en om in de schoenen van een ander te kunnen staan.
Morele ontkoppeling
Het proces waarbij individuen cognitieve strategieën gebruiken om zichzelf los te koppelen van ethische normen en schadelijke acties rechtvaardigen.
Morele ontkoppeling: Morele rechtvaardiging
Hierbij wordt schandalig gedrag gepresenteerd als zijnde dienstbaar aan een hoger doel, waardoor het gerechtvaardigd lijkt.
“Maar, Carmen. Als ik geen dagschotels drink, chrast de economie.” - Xavier Waterslaeghers
Morele ontkoppeling; Voordelige vergelijking
Door een vergelijking te maken met nog ergere daden, lijkt de eigen daad minder schadelijk.
“De flikken zouden beter al die drugsdealers oppakken in plaats van mij in te rekenen!”
- Rudy Verswijvers nadat hij naakt Bobbejaanland binnenwandelde
Morele ontkoppeling; Eufemistisch taalgebruik
Verzachtend taalgebruik om de ernst van de daad te verminderen.
“Die mep was slechts een pedagogische tik.”
- Nico Peters vlak nadat hij een kind onthoofde
Morele ontkoppeling; Afschuiven van verantwoordelijkheid
Het individu schrijft de verantwoordelijkheid voor de actie toe aan een autoriteit of hogere macht.
“Als de IKEA geen messen verkocht, dan leefden al die puppy’s nog.”
- Sonja Jacobs, de beruchte dierenslachter van Lommel
Morele ontkoppeling; Verdelen van verantwoordelijkheid
Door de verantwoordelijkheid te delen met anderen, voelt het individu zich minder persoonlijk verantwoordelijk.
“Tja, als mijn maten brievenbussen in brand steken, dan kan ik daar moeilijk iets op zeggen.”
- Kurt Gerwijns, slechtste postbode van Hoboken
Morele ontkoppeling: Bagateliseren
Het minimaliseren of negeren van de schade veroorzaakt door eigen gedrag.
“Gij waart die stoemme Pokémonkaarten toch al beu.”
- Ons vader nadat hij mijn blinkende Charizard t.w.v. €100.000 op de garageverkoop verkocht voor nen halven euro.
Morele ontkoppeling: Attributie van schuld
De schuld van de actie wordt toegeschreven aan het slachtoffer zelf.
“Die mannen moesten maar een fluohesje dragen.”
- Zotte Maria nadat ze met haar Fiat Panda op klaarlichte dag drie kleuters van de baan maaide.
Morele ontkoppeling: Ontmenselijking
Het slachtoffer wordt gezien als minderwaardig of niet menselijk, waardoor de schadelijke acties als minder ernstig worden ervaren.
“Hij droeg sneakers van Balenciaga. Niemand zal hem missen.”
- Zotte Maria na haar tweede verkeersongeval van de dag.
Mechanismen van morele rechtvaardiging
Strategieën die mensen gebruiken om schadelijke acties te rechtvaardigen en zich niet slecht te voelen over de gevolgen van die acties.
Aristoteles
Een Griekse filosoof die twee wegen naar geluk onderscheidt:
Hedonia en Eudamonia.
Hedonia
Geluk als een positieve mentale en emotionele toestand. Iemand is gelukkig als hij/zij positieve gevoelens heeft als trots, welbehagen, enthousiasme.
Hoe minder negatieve emoties zoals angst, haat, … des te gelukkiger ben je. Vaak ook gedefinieerd als de afwezigheid van pijn.
Eudamonia
Voor Aristoteles is hedonia veel te weinig. Mensen die dit soort van gevoelens nastreven zijn slaven van hun emoties.
Een leven volgens het principe van eudamonia vraagt om het cultiveren van je beste morele en intellectuele kwaliteiten, je streeft naar excellentie of voortreffelijkheid.
Voortreffelijkheid vereist ontwikkeling, perfectionering en training van capaciteiten of eigenschappen die specifiek zijn voor wat het menselijke leven duidelijk menselijk maakt. Die specifieke eigenschappen zijn de deugden
Deugd
De kracht om in wisselende situaties steeds de juiste houding aan te nemen en de juiste dingen te doen.
Vier kardinale deugden
Prudentia (Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid)
Justitia (Rechtvaardigheid- rechtschapenheid)
Fortitudo (Moed- sterkte)
Temperantia (Gematigdheid - matigheid - zelfbeheersing)
Consequentialisme
Gevolgenethiek/Nutsethiek
De moraliteit van een actie uitsluitend bepaald wordt door de gevolgen van die actie.
Het gaat niet alleen om het maximaliseren van het goede, maar het kan ook gaan over het minimaliseren van het slechte.
Utilitairisme
Een ethische stroming die het maximaliseren van welzijn of geluk als uitgangspunt heeft, met focus op de gevolgen van acties.
Negatief utilitarisme
Een benadering die zich richt op het minimaliseren van lijden in plaats van het maximaliseren van geluk.
Plichtenethiek
Ook bekend als deontologische ethiek, waarbij het moreel juiste doen centraal staat, los van de gevolgen van de handeling.
Dit doe je door je te houden aan de afgesproken principes, regels en afspraken.
Handeling staat centraal.
Categorisch imperatief
We moeten alleen regels maken die iedereen altijd kan volgen.
Dus, als je iets doet, vraag jezelf dan af: "Zou het goed zijn als iedereen dat altijd zou doen?"
Denk eraan dat elke persoon speciaal is en behandeld moet worden alsof zij ook belangrijk zijn, net zoals jij.
Omstandigheden mogen daar geen rol in spelen
Ethiek volgens Kant
Ethiek die enkel geleid moet worden door de rede, niet door emotie en verlangens, zoals het maken van een belangrijk programma om veel kijkers of promotie te krijgen.
Kritische bedenkingen bij de plichtsethiek
Rationaliteit boven emoties: Kants ethiek baseert zich alleen op rede, niet op emoties of verlangens. Ethisch handelen moet puur rationeel zijn, niet gericht op persoonlijke voordelen zoals kijkcijfers of promotie.
Botsende beginselen: Morele principes kunnen met elkaar in conflict komen, zoals het recht op privacy versus het belang van de waarheid.
Geen context, gevolgen, of intentie: Plichtsethiek houdt geen rekening met de context of de gevolgen van een handeling:
Abortus bij verkrachting of levensgevaar.
Tante helpen vanwege een erfenis.
Dakloze die brood steelt om te overleven.
Geen afweging van kwaden: Plichtsethiek negeert het principe van het kleinste kwaad en houdt geen rekening met het voorkomen van groter kwaad.
Beginselen
Fundamentele regels of principes die kunnen botsen, zoals het recht op privacy en het belang van de waarheid.
Context, gevolgen en intentie
Factoren die niet in overweging worden genomen volgens Kantiaanse ethiek, bijvoorbeeld bij het beslissen over abortus of het helpen van een dakloze.
Zorgethiek
Focus op zorg voor de ander.
Ethiek die focust op zorg voor een ander en erkent dat de mens een relationeel wezen is.
Kritische bedenkingen bij de zorgethiek:
De zorgethiek houdt rekening met feit dat een mens geen autonoom wezen is, maar altijd in relatie staat.
Ze willen de noden van anderen dus ook mee in kaart brengen.
Bv. mag je als ouder wel scheiden als je kinderen daar heel veel last van hebben?
Maar voornamelijk met de noden van mensen met wie we in relatie staan.
Wat met mensen die wel zorg nodig hebben maar waar we geen band mee hebben? Bv mensen in de derde wereld?
Moreel Probleem
Wanneer het welzijn, de rechten en belangen van betrokkenen onder druk staan of in het geding zijn.
Lars Koch
Majoor die centraal staat in het rechtbankdrama 'The Verdict', waarbij het publiek moet beslissen of hij een held of een moordenaar is.
Terroristen kapen een vliegtuig met 164 passagiers en stevenen af op een voetbalstadion met 70.000 bezoekers. Majoor Lars Koch besluit tegen de bevelen van zijn bevelhebber in het vliegtuig neer te halen, om zo te voorkomen dat het neerstort op het voetbalstadion.
Gevolgenethiek
Ethiek die zich richt op de gevolgen van handelingen, waarbij het principe van het kleinste kwaad vaak wordt aangehaald.
Algemeen Goed
De onderlinge afhankelijkheid van persoonlijk welzijn, welzijn van anderen en het beschavingsniveau van de samenleving.
Moreel probleem
Een situatie waarin je moet bepalen wat het juiste gedrag is, waarbij de ethische keuze vaak duidelijk is, maar moeilijk kan zijn om uit te voeren.
Voorbeeld: Je ziet iemand een portemonnee laten vallen en moet beslissen of je deze teruggeeft of niet.
Moreel dilemma
Een situatie waarbij er een botsing is tussen twee even waardevolle zaken, zoals goed versus goed of kwaad versus kwaad.
Voorbeeld: Een arts moet kiezen tussen het redden van één patiënt met een zeldzaam medicijn of het verdelen van het medicijn onder meerdere patiënten die het ook dringend nodig hebben, maar dan niet alle levens kan redden.
Ethics Quick Test van Texas Intruments
Is the action legal?
Does it comply with our values?
If you do it, will you feel bad?
How will it look in the newspaper?
If you know it's wrong, don't do it!
If you're not sure, ask.
Keep asking until you get an answer.
PASCAL
P: perceptie of feiten verzamelen over de verschillende opties en de gevolgen op korte en lange termijn
A: analyse van de gevolgen met aandacht voor betrokken partijen en doelen
S: synthese met als doel de prioriteiten naar boven te krijgen
C: choice of keuze uit de beschikbare opties
A: actie of implementatie
L: leren van het resultaat, wat resulteert in wijziging of bekrachtiging
6-stappenplan Van Luijk
Een methodologie om ethische dilemma's aan te pakken, met stappen zoals het samenvatten van het dilemma in een vraag en het identificeren van betrokkenen.
6-stappenplan Van Luijk: Stap 1
Voor welke beslissing sta ik?
Vat het moreel dilemma samen in één vraag waarin de botsing tussen de beide partijen/belangen duidelijk wordt.
6-stappenplan Van Luijk: Stap 2
Wie is er bij mijn beslissing betrokken?
Lijst de verschillende betrokkenen op.
Denk ook aan de onzichtbare betrokkene.
6-stappenplan Van Luijk: Stap 3
Heb ik nog informatie nodig om mijn beslissing op een verantwoorde wijze te kunnen nemen?
Over welke waarden gaat het hier? Zijn er eventueel alternatieven?
Lijst de waarden (4 à5) op waar het in het dilemma over gaat.
Kijk na of je met alle informatie rekening hebt gehouden.
Misschien zijn er alternatieven mogelijk waardoor het geen dilemma meer is. Denk hier ook al na over hoe je de schade kan beperken.
6-stappenplan Van Luijk: Stap 4
Wat zijn de argumenten?
• Bij elke argument plaats je eerst de betrokken partij tussen haakjes en plaats je nadien het argument.
• Plaats de betrokken partijen in volgorde van belangrijkheid.
• Geef per betrokkene argumenten vanuit zijn standpunt of belangen van het verhaal.
• Om een case grondig uit te werken, verwacht ik minstens 8 à 10 goede argumenten.
• Aangezien principes-argumenten het zwaarst wegen in de ethiek, moet je er minstens één aan elke kant hebben.
6-stappenplan Van Luijk: Stap 5
Tot welke conclusie kom ik?
o Principesargument (weegt het zwaarst)
o Gevolgenargument
o Deugdenethiek
o Zorgethiek
o Gulden regel
6-stappenplan Van Luijk: Stap 6
Hoe voel ik me bij deze beslissing?
Blik terug (aan de hand van denkoefening voorpagina krant) en kijk of je je tevreden bent met je beslissing. Dit mag kort!
Morele wet
Ieder individu is een onvervangbaar en volwaardig lid van de morele orde.
Principesargument
Argument dat het zwaarst weegt en gebaseerd is op principes.
Gevolgenargument
Argument gebaseerd op mogelijke gevolgen van een beslissing.
Deugdenethiek
Morele benadering gebaseerd op deugden en karaktereigenschappen.
Gulden regel
Ethiek gebaseerd op het principe "behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden".
A-moreel argument
Argument dat geen echte argumenten zijn, maar excuses om gedrag goed te praten.
Drogreden
Redenering die misleidend is en niet geldig als argument.
Morele wet
Beginsel dat stelt dat elk individu een onvervangbaar en volwaardig lid is van de morele orde.
Verbindend communiceren
Communicatiestijl die gericht is op het opbouwen van verbinding en begrip.
Betari Box
Model dat laat zien hoe gevoelens en gedrag elkaar beïnvloeden in communicatie.
Dramadriehoek
Een concept van Stephen Karpman dat drie rollen beschrijft in een conflict:
de Aanklager, het Slachtoffer en de Redder.
Aanklager
Iemand die anderen de schuld geeft en bekritiseert.
Slachtoffer
De persoon die zich machteloos en hulpeloos voelt.
Redder
Degene die het Slachtoffer probeert te helpen, soms ten koste van zichzelf.
Geweldloze communicatie
Een wijze van communiceren ontwikkeld door Marshall Rosenberg die empathie als rode draad ziet om in verbinding met elkaar en met jezelf te komen.
7 uitgangspunten van verbindende communicatie
Wat mensen doen, doen ze om hun behoeften te vervullen
Zinvolle dingen doen draagt bij tot gelukkig zijn
Gevoelens geven informatie over behoeften
Vrijheid werkt
Respect werkt
Duidelijkheid werkt
Gevoelens ‘voelen’ is zinvol
Basisprocessen
Zelfempathie: het bij jezelf onderzoeken van wat er speelt en wat je nodig hebt.
Verbindende eerlijkheid: de ander rechtstreeks en respectvol aanspreken en duidelijk maken wat je graag zou hebben dat de ander voor je doet vanuit je eigen gevoelens en behoeften.
Empathie: bewust luisteren naar wat er bij de ander leeft en wat hij nodig heeft.
4 bouwstenen van verbindende communicatie
Waarneming: bewust zijn van wat je hoort en ziet en een onderscheid maken tussen datgene wat je ziet en interpretaties/ gedachten en oordelen dat je daaraan koppelt.
Gevoelens: gevoelens herkennen om de link te leggen naar je behoeften. Gevoelens hebben een signaalfunctie
Behoeften: bewust worden van wat je nodig hebt zonder direct voor een concrete oplossing te kiezen. Erkenning belangrijker dan vervulling!
Verzoeken: kiezen voor een concrete oplossing in de lijn van je behoefte. Dit kan onder andere door de hulp te vragen van iemand anders
Primaire gevoelens
Eerste emoties bij een gebeurtenis
Angst
Blijdschap
Woede
Secundaire gevoelens
Emoties die voortkomen uit of volgen op primaire emoties.
Beschaamd over angst
Jaloers door je angst
Ergernis na woede
Trauma na angst
3 eisen van een goed argument
Argument moet juist zijn
Argument moet geldig zijn
Argument moet gewichtig zijn
Toulmin Model
Een model dat de structuur van argumenten analyseert en bestaat uit:
Grond
Bewering
Motivering
Retorica van Aristoteles
Gelijk krijgen = evenwicht vinden tussen:
Ethos → opbouwen van betrouwbaarheid
Logos → logische samenhang en logische redeneringen (inductie, deductie)
Pathos → aansluiten bij het gevoel van het publiek
Beschrijvend argument
Feiten zijn geen argumenten. Ze beschrijven gewoon iets. Hierdoor staat het niet ter discussie.
Waardeoordeel
Een oordeel gebaseerd op persoonlijke waarden of overtuigingen.
Als het over een mening gaat moet je hem ook als mening geven en niet als een feit verkondigen.
Kohlberg
Een psycholoog die de morele ontwikkeling van individuen heeft bestudeerd en fasen van morele ontwikkeling heeft geïdentificeerd.
Morele ontwikkeling: Fase - 0 Pre Moreel niveau
Goed is wat plezierig is
Wat pijn doet, of angst inboezemt, is slecht.
Er is bij het kind in de eerste levensjaren nog geen ethisch besef. Het kan zelf nog geen onderscheid maken tussen 'goed' en 'slecht’.
Voorbeeld: Boeren laten, behoefte doen in broek,…
Morele ontwikkeling: Fase 1 - Straf vermijden of beloning nastreven
Goed is waarvoor ik een beloning krijg of waar ik geen straf voor krijg.
Het kind is geheel en al op de externe autoriteit gericht.
Iets is vanzelfsprekend goed omdat een autoriteit (moeder, vader) dat zegt.
Alles waar straf op staat, is slecht: 'Ik zorg dat ze niet boos op mij worden’.
Zekerheidshalve wordt het gedrag van de autoriteit geïmiteerd, - althans, zolang de autoriteit in de buurt is.
Voorbeeld: “Het is slecht want mama heeft het gezegd”
Fase 2 - Voordeel zoeken
Goed is wat mij voordeel oplevert.
Ten opzichte van anderen wordt een weegschaalmodel gehanteerd.
Het eigenbelang gaat voor. Wat het eigenbelang van het kind niet direct dient, zal het ook niet doen.
Het wordt gezien als een soort ruilhandel
Voorbeeld: 'Ik doe iets voor een ander, omdat die ander (dan) iets voor mij doet. Als jij niet lief bent voor mij, dan ben ik niet lief voor jou'.
Fase 3 - Goedkeuring nastreven
Goed is wat voldoet aan de verwachtingen van anderen.
'Wat men van mij verwacht, dat wil ik doen.
Ik kijk eerst naar de anderen, voor ik zelf een besluit neem’.
Er groeit stilaan aandacht voor de goede en slechte bedoeling van een daad.
Voorbeeld: Je wil een brave jongen of meisje zijn, je doet iets wel of niet omdat je wil dat je ouders trots op je zijn
Fase 4 - Wetten navolgen en orde bewaren
Goed is wat de eigen groep of samenleving normaal vindt.
'Ik laat mijn doen en laten bepalen door de meerderheid. De gangbare groepsnorm wens ik niet te overtreden, anders wordt het leven verwarrend en moeilijk.
Ik sluit mij aan bij de mening van mijn groep’.
De wetten die er heersen moet je naleven. Je gedraagt je goed als je je plicht doet.
Fase 5 - Overeenkomsten respecteren
Goed is wat in democratisch overleg is overeengekomen.
'Afspraken moeten gerespecteerd worden omdat dit de gemeenschappelijke deler is.
Iets is goed, als in principe iedereen op die manier zou handelen. Het doel heiligt niet alle middelen.
Respect voor anderen is belangrijk. Ik ga voor de rechten van de mens. Mensen mogen elkaar niet misbruiken.
Wat 'men' normaal vindt behoef ik nog niet normaal te vinden! Ik heb eventueel het recht om zélf te bepalen hoe ik in deze situatie handel'.
Fase 6 - Verantwoordelijkheid opnemen en zelf gekozen morele principes
Goed is wat universeel rechtvaardig is en niet tegen de eigen principes ingaat.
Ik ga voor de rechten van het individu en voor de wereld waarin ik leef draag ik een directe verantwoordelijkheid. Alle mensenrechten zijn belangrijk.
Ik zal wat slecht is openlijk afkeuren. Zelfs al is niemand het met mij eens. Hier sta ik, ik kan niet anders’
Mijn persoonlijke geweten weegt het zwaarst en geeft de doorslag.
Ook al heeft dit nadelige gevolgen voor mij.
Conformisme
Het aanpassen van zichzelf aan het gedrag en de opvattingen die heersen in een bepaalde groep met als doel geaccepteerd te worden binnen deze groep.
Asch-experiment
Bewijst effect van groepsdruk op beslissingen.
Mensen kregen vraag: welke van deze drie lijnen is even lang als deze?
Valse deelnemers zeiden expres dat de langste hetzelfde was, waardoor de echte deelnemers deze ook kozen.