Start.nl - deel 1 - woordenlijst hoofdstuk 1

aangenaam

aangenaam

nice, pleasant

aanwijzen

to point at

acht

eight

achternaam, de

last name, the

alles

everything

ander(e)

other

beantwoorden

to answer

best

good

bus, de

bus, the

Colombia

Colombia

controleren

to check

daar

there

dat

that

diep

deep

dip, de

dip, the

docent, de

teacher, the

doen

to do

drie

three

dubbel

double

Duitsland

Germany

een

one

een beetje

a bit

en

and

Engeland

England

Europa

Europe

gaan

to go

galgje spelen

to play hangman

geen

no

getal, het

number, the

geven

to give

gezellig

nice, cosy, pleasant

goed

good

groep, de

group, the

hebben

to have

heel

very

het

the / it

heten

to be named, to be called

hij

he

hoe

how

hoeveel

how much

hoi

hi

hoofdstuk, het

chapter, the

huis, het

house, the

huur, de

rent, the

ik

I

Italië

Italy

ja

yes

jaar, het

year, the

je

you (informal)

jij

you (informal)

jongen, de

boy, the

jouw

your

kaart, de

map, the

kijken

to look

kloppen

to knock

komen

to come

koop, de

buy, the

kop, de

head, the

krijgen

to get / to receive

kunnen

to be able, can

land, het

country, the

letter, de

the letter

leuk

nice, fun

lezen

to read

lijn, de

line, the

lopen

to walk

luisteren

to listen

maan, de

moon, the

maar

but

maken

to make, to do

man, de

man, the

meisje, het

girl, the

met

with

mij

me

mijn

my

moe

tired

moeder, de

mother, the

moeten

to have to

mogen

to be allowed to, may

naam, de

name, the

naar

at

Nederland

Netherlands, the

Nederlandse

Dutch (female)

nee

no

negen

nine

niet

not

nieuw

new

Nieuw-Zeeland

New Zealand

nu

now

nul

zero

oefening, de

exercise, the

ook

also, too

papier, het

paper, the

pen, de

pen, the

plaats, de

place, the

Polen

Poland

praten

to talk

prima

fine

raden

to guess

rond

around