1/19
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
zintuigelijke en ideeën wereld
visie van Plato waar Nietsche tegen is. Er zijn 2 werelden: de wereld die toegankelijk is voor de zintuigen. De andere die enkel bestaat als een sjabloon van het zintuiglijke, onveranderlijk & bestaat voornamelijk uit kennis. Het laatste vaak gezien als een soort toevluchtsoord
mummificering van kennis
idee van Nietzsche dat kennis een doods karakter heeft, kennis is enkel maar een abstractie van het zintuiglijke & verheelijking van kennis
ressentiment
ontstaan van emotionele toestand wanneer er iets onaangenaam is die wilt afgewezen worden, maar is zelf niet mogelijk om te veranderen. Hierdoor minimaliseren/depreciëren van het ding & zichzelf wijsmaken dat dit ding onwenselijk is
de Übermensch
de nieuwe mens volgens Nietzsche
nihilstisch, aristocratosch, fatalistisch, lichtvoetig
de beschrijving van de übermensch.
sterk/actief nihilistisch
een kenmerk dat de übermensch zou zijn volgens Nietzsche. Zich niet bezig houden met de bestaande waarden en ontwerpt een nieuwe, uiteindelijk is er besef dat er geen universele waarden zijn die opgevolgd moeten worden. Hij kan eigen waarden steeds in vraag stellen
aritocratisch
Volgens Nietzsche is de mens is fundamenteel ongelijk, daarom heeft de übermensch dit besef
fatalisme
de übermensch aanvaard pijn en lijden word, want dat is deel van het leven. De ruwe dingen staan vast, maar niet volledig deterministisch
lichtvoetig
de übermensch kan zware ballast van zich afwerpen
utilitarisme
moraalfilosofische strekking die de morele waarde van iets bekijkt door te bekijken van het gevolg van die handeling in de vorm van prettige gevoelens dat met zich mee brengt
consequentialisme
theorie die zegt dat morele waarde van handeling te maken heeft met de gevolgen ervan. er word vaak een kosten-batenanalyse gemaakt voor de beste keuze (grondlegger Jeremy Bentham)
deontolgie / kantiaanse ethiek
een moraalfilosofische strekking waar de actie van iemand word bekeken obv de intentie en niet obv het gevolg ervan (grondlegger Immanuel Kant)
morele wet
een soort imperatief/bevel qua moraal
hypothetische imperatief
een bepaald bevel die enkel geld in bepaalde omstandigheden (als... dan...)
categorische imperatief
ongeacht de omstandigheden moet deze moreel worden gevolgd. Volgens universaliseerbaar principe OF ander persoon gezien als doel ipv als middel voor eigen doel
deugdethiek / aristotelische deugdfilosofen
moraalfilosofische strekking waarbij wordt verondersteld dat de moraliteit wordt bepaald door het karakter, om iets goeds te doen (grondlegger Aristoteles)
psychologisch essentialisme
universeel menselijke neiging om automatisch essentie, gelijkenis toe te kennen aan verzameling levende wezens
genealogie van het christendom
het christendom maakt eigen waarden die tegenovergesteld zijn van de herenmoraal omdat herenmoraal ten koste van hen gaat en voelen onmacht
nut
eigenschap die de neiging heeft om voordeel, geluk, het goede te veroorzaken
deugd van convergentie
deugd in de wetenschappen waar de mate van aansluiting van theorieën aansluiten bij andere bevindingen