1/40
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Virulentie
De snelheid waarmee een virus schade aanricht aan cellen.
pDCs
Plasmacytoïde dendritische cellen die grote hoeveelheden IFNa/b produceren en snel aanwezig zijn bij infecties.
Wat zijn type I interferonen en welke vormen vallen hieronder?
Type I interferonen zijn cytokines die een antivirale respons op gang brengen. De belangrijskte vormen zijn IFNa en IFNb. Ze binden aan de IFNa/b receptor op cellen.
Hoe doden CD8+ T cellen (CTL) en NK cellen geinfecteerde cellen?
Cytotoxische T-cellen (CTL) en NK-cellen doden geïnfecteerde cellen via de granzyme-perforine pathway.
Th1 cellen
Th1 cellen induceren co-stimulatie op de DC en helpen de CD8+ T cel door productie van IL-2.
Type II interferon
Type II interferon geactiveerd door Th1 en CTLs, trager meetbaar maar met dezelfde effecten als IFNα/β.
Vaccinatie
Vaccinatie zorgt actief voor geheugen van het immuunsysteem, waardoor het sneller kan reageren bij blootstelling aan een pathogeen.
Type vaccins
Levend verzwakt, geïnactiveerd, subunit, viral vector, RNA/DNA, virus-like particle.
Verzwakt virusvaccin (live attenuated) (4)
minder infectueus
sterke, langdurige immuniteit
kan ziekte veroorzaken, niet geschikt voor zwangere vrouwen
kans op terugmutatie naar wildtype
Geïnactiveerd virusvaccin
relatief veiilig
deelt of muteert niet
minder effectief
herhaling en hoge dosis nodig
Subunit vaccins (5)
stabiel en veilig
deel van het virus dat het beste immuunrespons veroorzaakt
booster nodig
moeilijk te maken
kost veel tijd: beste antigen combinatie en zorgen dat antigeen stabiel blijft
Viral vector vaccin (4)
gemodificeerd adenovirus
kan direct in de cel
stabiel en makkelijk te maken
kan een te sterke immuunrespons uitlokken wegens bestaande immuniteit
RNA/DNA vaccins (4)
goedkoop
DNA of RNA codeert voor virale eiwitten
veilig
instabiel (opslag bij -80)
Virus-like particles vaccin (4)
zonder genetisch materiaal
zonder structurele eiwitten
wekt sterke immuunrespons op
moeilijk om te maken
Adjuvantia
Stoffen die vaccins helpen versterken, minder antigeen nodig maken, snellere respons geven en langdurige immuniteit bevorderen.
Ernst van een infectie wordt bepaald door: (4)
route van entry
type cellen/ weefsel dat wordt geïnfecteerd
mate van beschadiging aan cellen
snelheid van replicatie
Een virus kan op 2 manieren uit een geïnfecteerde cel komen, welke manieren zijn dit?
afscheiding middels budding (geeft geen schade aan de cel)
Via apoptose/kapot gaan van de geïnfecteerde cel
Beschrijf de replicatie van een virus (4 stappen)
een virus komt binnen: via receptor gemedieerde endocytose of niet-receptor gemedieerde endocytose
binnen de cel schrijft hij zijn DNA/RNA af waarmee hij de nucleus binnendringt
er vindt integratie van het virus RNA/DNA plaats binnen de cel zijn DNA
het geïntregeerde DNA zal vervolgens worden getransleerd in nieuw virus eiwitten wat gestructureerd kan worden in nieuwe virusdeeltjes en de nieuwe virusdeeltjes worden vrijgegeven via budding of cellysis.
Wat is het verschil tussen virussen met een enveloppe en virussen zonder enveloppe?
Virussen met een enveloppe hebben een extra buitenlaag van lipiden afkomstig van de gastheercel, terwijl virussen zonder enveloppe alleen een eiwitmantel (capside) hebben. De envelop bevat vaak virus-specifieke eiwitten voor binding aan gastcellen.
Waarom zijn virussen met een enveloppe makkelijker onschadelijk te maken dan virussen zonder enveloppe?
De lipiden in de envelop zijn gevoelig voor uitdroging, hitte, zeep en oplosmiddelen. Hierdoor worden virussen met een enveloppe sneller geïnactiveerd dan "naakte" virussen die een stabielere eiwitcapside hebben.
Noem de voordelen van een envelop (4)
makkelijkere toegang gastheercellen
vermomming voor het immuunsysteem
flexibiliteit en aanpassingsvermogen
natuurlijke overdracht is vaak gunstig genoeg
Welke cellen/moleculen zijn er betrokken bij de afweer tegen virussen? (5)
DC (centraal)
Cytotoxische T cellen
NK cellen
PRRs en PAMPS
B-cellen → antilichamen
Welke cellen maken als eerste Type I IFN aan en wat is het directe effect?
Elke kernhoudende cel kan type I IFN produceren. Geïnfecteerde cellen scheiden het als eerste uit, wat omliggende cellen waarschuwt en voorbereidt op een antivirale toestand
Wat betekent het als een cel in ‘antivirale staat’ is?
Na binding van IFN aan zijn receptor activeert de cel 1000 genen die enzymen maken die virale replicatie blokkeren. Hierdoor wordt de cel resistent tegen infectie, maar dit kan ook schadelijk zijn voor de cel zelf.
welke ziekteverschijnselen worden veroorzaakt door type I IFN?
Type I IFN veroorzaken typische griepverschijnselen zoals koorts, spierpijn en malaise.
wat is de rol van pDC’s in de IFNa/b-productie?
pDC’s zijn gespecialiseerde immuuncellen die extreem veel IFNa/b produceren en zo de antivirale reactie versterken via een positieve feedbackloop
hoe zorgen plasmacytoïde dendritische cellen voor massale IFNa/b- productie?
pDC’s hebben hoge expressie van endosomale receptoren TLR7 en TLR9. Activatie hiervan zet transcriptiefactor IRF7 en NFkB aan, wat leidt tot sterke transcriptie van IFNa/b genen
waarom kunnen pDC’s snel en krachtig reageren op virale infectie?
pDC’s zijn in grote hoeveelheden aanwezig in het bloed en produceren veel sneller en meer type I IFN dan normale DC’s, waardoor ze een vroege en sterke antivirale respons op gang brengen
Wat gebeurt er als de productie van IFN niet voldoende is?
De NK en de CD8 T cellen komen in actie
Wat is het verschil in doelwitherkenning tussen NK-cellen en CD8+ T cellen?
CD8+ T cellen herkennen specifieke antigenen gepresenteerd via MHCI. NK cellen daarentegen doden juist cellen zonder of met verlaagde MHC-I expressie
Hoe doden NK-cellen en CD8+ T cellen hun doelwit (2 mechanismen)
perofine maakt poriën in de celmembraan; granzyme dringt binnen en activeert apoptose
FAS/FAS-ligand route activeert eveneens apoptose. deze processen zorgen voor gecontroleerde celdood zonder vrijkomen van schadelijke inhoud
Wat is crosspresentatie in het immuunsysteem?
Crosspresentatie is het proces waarbij dendritische cellen extracellulair viraal materiaal opnemen en presenteren op MHC klasse I moleculen. Dit is uitzonderlijk, omdat MHC I normaal alleen endogene (intracellulaire) antigenen presenteert
Waarom is crosspresentatie essentieel voor de virale afweer?
Crosspresentatie maakt het mogelijk om CD8+ cytotoxische T-cellen te activeren, zelfs als de dendritische cel zelf niet geïnfecteerd is. Dit zorgt voor een effectieve adaptieve immuunrespons tegen virussen die andere cellen infecteren.
Wat is IFN y en door welke cellen wordt het gemaakt?
IFN-y is een essentieel antiviraal cytokine dat wordt geproduceerd door Th1-cellen en CTLs. Het komt pas na enkele dagen op gang en activeert antivirale immuuncellen, net als IFNa/b.
Hoe wordt een naïeve CD4 T cel omgezet in een Th1-cel?
Door de aanwezigheid van IFN-a/b + IL-12, activeert een dendritische cel een naïeve CD4+ T cel tot een Th1-cel, die vervolgens IFN-y produceert
Welke signalen zijn belangrijk voor de activatie van CD8+ CTL’s?
CTL’s hebben co-stimulatie nodig én hulp van Th1-cellen. IL-2 uit Th-cellen stimuleert hun proliferatie via een autocriene lus, wat de antivirale respons versterkt.
Wat is de rol van CD40/CD40L in de activatie van CTL’s?
Het CD40-ligand (CD40L) op Th1-cellen bindt aan CD40 op dendritische cellen, wat zorgt voor sterkere DC-activatie. Dit verbetert op zijn beurt de activatie can CTL’s
Hoe voorkomen neutraliserende antilichamen een virusinfectie
neutraliserende antilichamen binden aan de buitenkant van een virus en blokkeren zo de interactie met celreceptoren. Hierdoor kan het virus de cel niet binnendringen en vindt er geen infectie plaats
Wat doen niet-neutraliserende antilichamen bij een virusinfectie?
Bij antibody dependent cellular cytotoxcity (ADCC) binden niet-geneutraliseerde antilichamen aan virale eiwitten op geïnfecteerde cellen. NK-cellen herkennen deze via hun Fc-receptoren en binden eraan. Deze binding leidt tot crosslinking van de Fc-receptoren, wat degranulatie van de NK-cel triggert en zo apoptose van de doelcel veroorzaakt.
Wat is de rol van geheugen B-cellen bij een tweede virusinfectie
Geheugen B cellen zorgen voor een snelle en krachtige productie van antilchamen zodra het lichaam een eerder herkend virus opnieuw tegenkomt. De respons is sneller en efficiënter dan bij de eerste infectie
Wat gebeurt er bij een infectie met een tweede, verwant virus?
Door crossactiviteit kunnen geheugen B- of CD8+ T cellen reageren op gelijkende epitopen van een ander virus. Dit leidt tot een snellere activatie van CD8+ T cellen en versnelde plasmacelvorming, zelfs bij een ander virus