1/64
Deze flashcards bevatten sleutelwoorden en hun betekenissen in het Nederlands, afkomstig uit een les over Engelse, Franse en Duitse woorden.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Blacklisting
Uitsluiting
Black-out
Geheugenverlies/stroomuitval
Collector’s item
Verzamelobject
Diehard
Doorzetter
Evergreen
Tijdloos lied
Fair trade
Eerlijke handel
Gimmick
Trucje
Outcast
Verstotene
Outsider
Buitenstaander
Primetime
Kijktoptijd
Skyline
Stadsprofiel
Tabloid
Roddeltabloid
Trendsetter
Modebepaler
Underdog
Kansarme
Wishful thinking
Wensdenken
Ad blocker
Reclamefilter
Catwalk
Modeshowbaan
Cyberpesten
Online pesten
Fashion
Mode
Gaybashing
Geweld tegen holebi’s
Glamping
Luxe kamperen
Namedropping
Namen strooien
Naming-and-shaming
Publiek shamen
Outfit
Kleding
Sexting
Seksueel berichten
Tag
Label
Barcode
Streepjescode
Flyer
Folder
Teamwork
Ploegwerk
Multiple choice
Meerkeuze
Lookalike
Dubbelganger
Ferry
Veerboot
Password
Wachtwoord
Bodyguard
Lijfwacht
Bypass
Omleiding
Backpacker
Rugzaktoerist
An sich
Op zich
Acte de présence
Aanwezigheid tonen
Parvenu
Opgeklommen persoon
Putsch
Staatsgreep
Faux
Vals
Amuse-gueule
Hapje
Fait accompli
Voldongen feit
Kitsch
Smakeloos
Spielerei
Speelsheid
Bidonville
Sloppenwijk
Au pair
Inwonend oppas
Bohemien
Vrij kunstenaar
Carte blanche
Volledige vrijheid
Débâcle
Mislukking
Dédain
Minachting
Dégout
Afkeer
Déjà vu
Reeds gezien gevoel
Enfant terrible
Rebel
Frappant
Opvallend
Hommage
Eerbetoon
Louche
Verdacht
Rancune
Wrok
Sommelier
Wijnkelner
Tout court
Gewoonweg
Bühne
Podium
Einzelgänger
Eenzaat
Hetze
Lastercampagne
Streber
Strever
Überhaupt
Sowieso