nederlands examen december

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/33

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

34 Terms

1
New cards

soorten literaire genres

psychologische roman : gedachten, gevoelens thriller : spannend, actie | sciencefiction : futuristisch, wetenschap | fantasy : magie | historische roman : feiten + soms fictie ( subcategorie : oorlogsroman : oorlog )

2
New cards

personages

protagonist, antagonist, nevenfiguur, figuranten, volle/vlakke karakter

3
New cards

tutorial

prescriptieve tekst, instructies, chronologische volgorde, kort en duidelijk, stappen

4
New cards
  • Taalregister:

  • formeel/informeel

5
New cards
  • taalgebruik:

  • Verwijst naar de specifieke vormen van taal die mensen gebruiken, zoals dialect, tussentaal, of standaardtaal. Dit is afhankelijk van je regio of sociale groep.

6
New cards
  • Xenofobie:

de angst of haat voor vreemdelingen of mensen uit andere culturen.

7
New cards
  • Vooroordelen

  • zijn persoonlijke, vaak onterecht negatieve meningen over individuen.

8
New cards
  • Stereotypen

  • zijn bredere, vereenvoudigde beelden van een groep die vaak niet overeenkomen met de werkelijkheid. bv.: marokanen stelen fietsen

9
New cards
  • Taaldiscriminatie:

Mensen kunnen op basis van taalgebruik anders behandeld worden.

10
New cards
  • Sociolect:

  • Groepstaal (bijv. jongerentaal) of vaktaal (bijv. medische termen) is typisch voor een bepaalde groep of beroep.

11
New cards

In- en uitsluiting:

  • Taal kan leiden tot in- of uitsluiting, bijvoorbeeld bij dialectgebruik.

12
New cards

Parodie:

Ook wel persiflage is een spottende nabootsing van iets serieus.

13
New cards

voorbeelden taalvarianten

Dialecten, accenten, jongerentaal, straattaal, vaktaal

14
New cards

voorbeelden taalvariatie

dialect, tussentaal, standaardnederlands

15
New cards

vertelperspectieven

belevende ik-verteller : neemt deel, geen gedacht, t.t | vertellende-ik verteller : gedachten + pers., deelgenomen aan actie, v.t personeel prespectief : gedachten 1p., alsof geen verteller is, niet vooruitlopen auctoriele/alwentend prespectief : weet einde, ged. en gev. + personen, vooruitwijzingen, geeft soms commentaar op gebeurtenissen

16
New cards

soorten tijden

niet chronologisch : flashback/forward chronologisch : vooruit/terugwijzing vertelde tijd : tijd in verhaal verteltijd : tijd nodig om te lezen, verteltemp : relatie vertelde tijd en verteltijd <=> tijdssprongen, retardering, tijddekking

17
New cards

soorten sferen

geograpische, sfeerscheppende, symbolische, sociale

18
New cards

motief

klein maar belangrijk element dat vaak terugkeert in verhaal. versterkt/verandert betekenis van verhaal

19
New cards

thema :

korts mogelijke omschrijving inhoud verhaal.

20
New cards

soorten humor

situatiehumor : toevallig, specifieke situatie taalhumor : algemeen taalgebruik afwijken ironie : sport drijven door bv. sterk overdrijven absurde humor : tegen alle logica in

21
New cards

epigram

kort gedicht verassende twist, grieks voor opschrift

22
New cards

cursiefje

luchtig stukje in krant, cursief gedrukt, persoonlijke beschouwing

23
New cards

hyperbool

stijlfiguur van overdrijving

24
New cards

limerick

rijmversen met grappige in houd ( 5 regels ) laatste regel maakt het meestal duidelijk, verwijst plaats in ierland

25
New cards

opzettelijke fout

bewust gemaakte taalfout

26
New cards

palindroom

als je het woord omdraaid heeft het dezelfde betekenis

27
New cards

understatement

stijlfiguur waarbij je iets zwak uitdrukt voor humorisch effect

28
New cards

woordspalling

woord/uitdrukking met verschillende betekenissen ( bv.: letterlijk/figuurlijk )

29
New cards

soorten sage

verklarende sage : verklaart herkomt namen/fenomenen | heldensage : helden/historicshe figuren uit verleden | sage over magische wezens : mensen schrik aan te jagen bv.: geesten, tovenaars, heksen, spoken

30
New cards

kenmerken sage

historische kern, mondeling overgebracht, bepaaldefuncties, vaak magische/historische hoofdpersonages

31
New cards

indeling van teksten

non-fitie : niet verzonnen bv.: krantenariktel fictie ( fiction ) ; verzonnen teksten

32
New cards

soorten fictie teksten

epiek/proza : verhalende literatuur, doorlopende tekst , epische teksten lyriek/poëzie : teksten waarin gevoel centraal staat, versregels, soms sprongen, lyrische teksten | toneel/dramatiek : tekst bedoeld om te spelen, dialoogvorm, dramatische teksten

33
New cards

soorten niet-literatuur

pulp : fictie maar geen literatuur net zoals lectuur/triviaalliteratuur/stationromans => ericht op massa verkoop, feelgoed, voorspelbaar, naam pulp van minderwaardig papier

34
New cards

tekstsoorten

informatieve, persuasieve, opinierende, prescriptieve, narraieve, argumentatieve

Explore top flashcards