1/553
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
der Absatz
de alinea
die Absicht
de bedoeling
die Annahme
de stelling
die Aussage
de uitspraak
die Bedeutung
de betekenis
die Ergänzung
de aanvulling
die Erklärung
de uitleg, de verklaring
der Satz
de zin
die Schlussfolgerung
de conclusie
die Seite
de kant, de pagina
der Verfasser
de schrijver
die Zeile
de regel
aufmerksam machen auf
wijzen op
begründen
motiveren, redenen geven
behaupten
beweren
betonen
benadrukken
sich beziehen auf
slaan op
einleuchten
volkomen duidelijk zijn
entsprechen
overeenkomen met
ersetzen
vervangen
erwähnen
vermelden
heißen
betekenen
hervorgehen aus
blijken uit
hervorheben
benadrukken
die Rede sein von
sprake zijn van
schließen aus
concluderen uit
stimmen
kloppen, juist zijn
verwenden
gebruiken
vorwegnehnen
vooruitlopen op, meteen noemen
sich zeigen
blijken
zutreffen
kloppen, juist zijn
nachvollziehbar
begrijpelijk, te volgen
die Ablehnung
de afwijzing
die Abstrahierung
de abstractie
die Antithese
de antithese, het tegenargument
die Aufzählung
de opsomming
die Begeisterung
het enthousiasme
die Begründung
de motivatie
die Behauptung
de bewering
das Beispiel
het voorbeeld
die Bestätigung
de bevestiging
der Beweis
het bewijs
die Bewunderung
de bewondering
die Eifersucht
de jaloezie
die Einräumung
de concessie
die Einschränkung
de beperking
das Entsetzen
de ontzetting, de verbijstering
die Enttäuschung
de teleurstelling
die Erläuterung
de toelichting
das Erstaunen
de verbazing
die Erweiterung
de uitbreiding
der Gegensatz
de tegenstelling
die Gegenüberstellung
de confrontatie, vergelijking
die Gleichgültigkeit
de onverschilligheid
die Konkretisierung
de nadere omschrijving
die Paraphrase
de parafrase
de Relativierung
de relativering
die Schadenfreude
het leedvermaak
die Steigerung
de stijging
die Unterhaltung
het vermaak, de conversatie
die Ursache
de oorzaak
die Verallgemeinerung
de generalisatie
das Verständnis
het begrip
die Widerlegung
het tegenbewijs
die Zusammenfassung
de samenvatting
aber
maar, echter
allerdings
echter
dagegen, hingegen
daarentegen
dennoch
toch
einerseits … andererseits
aan de ene kant … aan de andere kant
entweder … oder
of … of
immerhin
in elk geval, toch, tenminste
jedoch
echter
obwohl
hoewel
sondern
maar
stattdessen
in plaats daarvan
trotzdem
desondanks
zwar
weliswaar
alles in allem
al met al
also
dus
damit
zodat, opdat
demnach, also
dus
deshalb, deswegen
daarom
infolgedessen
zodoende
je … desto (um so)
hoe … hoe
somit
dus, zodoende
daher
vandaar, daarom
denn
want
indem
doordat
nämlich
namelijk
weil
omdat
auch
ook
äußerdem, zudem
bovendien
darüber hinaus, überdies
bovendien
ebenfalls
eveneens
erstens / zweitens / drittens
ten eerste / ten tweede / ten derde
sowohl … als auch
zowel … als ook
zusätzlich
bovendien, extra
genauso … wie
(precies) zo … als
weder … noch
niet … en ook niet (noch … noch)