Looks like no one added any tags here yet for you.
knapp
nauwelijks
der Feierabend
de tijd na het werk, de rust
stolz sein auf
trots zijn op
der Nachwuchs
het nageslacht, de kinderen
die Geburt (en)
de geboorte
das Krankenhaus ("er)
het ziekenhuis
das Selbstvertrauen
het zelfvertrouwen
aufbrausend
opvliegend
der Zwillingsbruder (¨)
de tweelingbroer
laut
luidruchtig
eitel
ijdel
ausziehen
het huis verlaten, weggaan
hilfsbereit
hulpvaardig
ägern
plagen, ergeren
anhänglich
aanhankelijk
nett / freundlich
vriendelijk
unfreundlich
onvriendelijk
sympathisch
sympathiek
unsympathisch
onsympathiek
lustig / froh
vrolijk
traurig
triest
gemütlich
gezellig
ungemütlich
ongezellig
ruhig
rustig
nervös
nerveus
sensibel
gevoelig
gefühllos
ongevoelig
intelligent
slim
dumm
dom
interessant
interessant
langweilig
vervelend
sparsam
spaarzaam
großzügig
vrijgevig
der Aberglaube (n)
het bijgeloof
abergläubisch
bijgelovig
die Münze (n)
de munt
der Glücksbringer (-)
de geluksbrenger
die Glückszahl (en)
het geluksgetal
die Leiter (n)
de ladder
die Katze (n)
de kat
der Hochzeitstag
de trouwdag
das Brautpaar (e)
het bruidspaar
der Schnaps
de jenever
faul
lui
heiraten
trouwen
die Ehe (n)
het huwelijk
wachsen
groeien
Tiere
dieren
Salz verschütten
zout strooien
sich streiten
ruzie maken
das Glück
het geluk
das Unglück
het ongeluk
der Spiegel (-)
de spiegel
schielen
scheel kijken
wünschen
wensen
der Wünsch ("e)
de wens
das Feuer
het vuur
Es fällt mir schwer.
Het valt me zwaar.
Es klappt (nicht)
Het lukt (niet).
Es ist egal.
Het is om het even.
die Astrologie
de astrologie
das Horoskop (e)
de horoscoop
der Einfluss ("e)
de invloed
beobachten
waarnemen
der Beobachter (-)
de waarnemer
der Stern (e)
de ster
der Planet (en)
de planeet
vorgehen
gebeuren, plaatsvinden
der Vorgang ("e)
de gebeurtenis
das Gesetz (e)
de wet
zuverlässig
betrouwbaar
die Zuverlässigkeit
de betrouwbaarheid
zärtlich
teder
die Zärtlichkeit
de tederheid
locker
los, nonchalant
die Lockerheit
de nonchalance
erfolgreich
succesvol
der Erfolg
het succes
das Missgeschick
de tegenspoed
verwirren
verwarren
die Zähne zusammenbeißen
op de tanden bijten
hassen
haten
nachdenken
nadenken
nachdenklich
bedachtzaam
gut miteinander
goed met elkaar
auskommen
overeenkomen
die Gemeinsamkeit (en)
de overeenkomst, de gelijkenis
verwöhnt
verwend
eingebildet
verwaand
ehrlich
eerlijk
die Ehrlichkeit
de eerlijkheid
jemandem etwas vorwerfen
iemand iets verwijten
jemand ausschließen
iemand uitsluiten
Recht haben
gelijk hebben
das Vorurteil (e)
het vooroordeel
arrogant
arrogant
die Arroganz
de arrogantie
die Ausrede (n)
de uitvlucht
widerwillig
tegen de wil in, weerspanning
schüchtern
schuchter