Sociologie h7 type shi

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/76

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

77 Terms

1
New cards
2
New cards

Groepen

Zichtbare sociale netwerken gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en normen

3
New cards

Netwerken zijn relationeel

Relaties zijn belangrijker dan individuele kenmerken; ze verbinden posities

4
New cards

Dyade

Netwerk tussen twee personen

5
New cards

Triade

Netwerk tussen drie personen; mogelijkheid tot coalities of bemiddeling

6
New cards

Totaalnetwerk

De volledige samenleving

7
New cards

Persoonlijk netwerk

Eén actor en diens directe relaties

8
New cards

Ego-netwerk

Netwerk rondom één centrale actor

9
New cards

Kanaalmetafoor

Netwerken zijn kanalen waarlangs sociale goederen stromen

10
New cards

Potentiële relatie

Relatie zonder huidig contact, maar met mogelijkheid tot heropleving

11
New cards

Actuele relatie

Relatie waarin op dat moment interactie plaatsvindt

12
New cards

Sociaal goed

Materieel of immaterieel goed dat via een netwerk wordt uitgewisseld

13
New cards

Reciprociteit

Wederkerigheid in het uitwisselen van sociale goederen

14
New cards

Vertrouwen

Voorwaarde voor het vlot functioneren van netwerken

15
New cards

Sociaal kapitaal

Netwerken + gedeelde waarden en normen + vertrouwen (Putnam)

16
New cards

Zone 1

Eerste zone in persoonlijk netwerk: directe relaties

17
New cards

Zone 2

Tweede zone: relaties via-via

18
New cards

Structurele kenmerken

Bepalen toegang tot sociale goederen via omvang, dichtheid, diversiteit, centraliteit

19
New cards

Omvang

Aantal personen in een netwerk

20
New cards

Dichtheid

Hoeveel leden in het netwerk ook met elkaar verbonden zijn

21
New cards

Maximale dichtheid

Alle leden zijn rechtstreeks met elkaar verbonden

22
New cards

Diversiteit

Verschil in sociale kenmerken in een netwerk

23
New cards

Centraliteit

Plaats van een actor in een netwerk; bepaalt toegang tot goederen

24
New cards

Gatekeeper

Centrale actor die toegang tot sociale goederen kan beïnvloeden

25
New cards

Sterke band

Frequente en emotionele interactie over meerdere domeinen

26
New cards

Zwakke band

Losse connectie; belangrijk voor toegang tot nieuwe informatie

27
New cards

The Strength of Weak Ties

Stelling van Granovetter dat zwakke banden veel sociale goederen opleveren

28
New cards

Bonding sociaal kapitaal

Sterke banden binnen homogene groepen; ‘getting by’

29
New cards

Bridging sociaal kapitaal

Zwakke banden met andere groepen; ‘getting ahead’

30
New cards

Netwerk ≠ groep

Netwerk is een structuur van relaties, groep heeft groepsbewustzijn

31
New cards

Collectieve dimensie

Bewustzijn van groepslidmaatschap en gedeelde normen/waarden

32
New cards

Officiële doelstelling

Expliciet geformuleerde doelen van een organisatie

33
New cards

Feitelijke doelstelling

Doelen die de organisatie in de praktijk nastreeft

34
New cards

Rolconflict

Conflict tussen verschillende rollen binnen hiërarchische groepen

35
New cards

Typologie

Classificatie van groepen op basis van gedeelde eigenschappen

36
New cards

Netwerkdimensie

Aanwezigheid van communicatie en interactie

37
New cards

Culturele dimensie

Gemeenschappelijke waarden en normen binnen een groep

38
New cards

Sociale categorie

Groep gevormd op basis van extern kenmerk (bv. geslacht, SES)

39
New cards

Quasi-groep

Term van Ginsberg: sociaal-etiket van buitenaf opgelegd

40
New cards

Aggregaat

Verzameling mensen met gedeeld kenmerk, zonder interactie of normen

41
New cards

Samenzijn

Tijdelijk samenzijn door een gebeurtenis, zonder groepsvorming

42
New cards

Primaire groep

Kleine groep met directe, diepgaande interactie en wederzijdse steun

43
New cards

Primaire relaties

Relaties met veel betrokkenheid, weinig specialisatie, gedeelde waarden

44
New cards

Collectiviteit

Grote groep met gedeelde waarden en normen, regelmatig contact

45
New cards

Klasse-an-sich

Sociale categorie zonder bewustzijn van gedeelde belangen

46
New cards

Klasse-für-sich

Groep mét bewustzijn van gedeelde belangen en solidariteit

47
New cards

Natiestaat

Groot collectief verbonden door taal, cultuur, wetten

48
New cards

Lidmaatschapsgroep

Groep waar je feitelijk toe behoort

49
New cards

Referentiegroep

Groep waarmee je je vergelijkt of naar opkijkt

50
New cards

Vergelijkende referentiegroep

Groep die als maatstaf dient bij zelfevaluatie

51
New cards

Relatieve deprivatie

Ervaren tekort door vergelijking met anderen

52
New cards

Normatieve referentiegroep

Groep waarvan je waarden en normen overneemt

53
New cards

Anticiperende socialisatie

Vooraf aanpassen aan waarden/normen van gewenste groep

54
New cards

Open samenleving

Samenleving met veel mobiliteitskansen

55
New cards

Gesloten samenleving

Samenleving met vaste sociale posities, weinig mobiliteit

56
New cards

Marginale mens

Iemand die door geen enkele groep wordt aanvaard

57
New cards

Voorwaarden voor groepsvoortbestaan

Overeenstemming, normen, vaardigheden, samenwerking

58
New cards

Groepsomvang

Invloed op duurzaamheid; grotere groepen = meer uitdagingen

59
New cards

Samenhorigheidsgevoel

Bindmiddel voor groep; versterkt duurzaamheid

60
New cards

Binnengroepsconflict

Kan groep versterken (realistisch) of verzwakken (onrealistisch)

61
New cards

Tussengroepsconflict

Versterkt interne cohesie door gemeenschappelijke vijand

62
New cards

Wij-groep

Groep waarmee iemand zich identificeert

63
New cards

Zij-groep

Groep waar iemand zich van afzet

64
New cards

La société civile

Burgermaatschappij; middenveld tussen overheid en burger

65
New cards

Atomisering

Losse verzameling individuen zonder sociale binding

66
New cards

Totalitarisme

Overheersende staat zonder onafhankelijk middenveld

67
New cards

Subsidiariteitsbeginsel

Overheid komt pas tussen als lagere niveaus tekortschieten

68
New cards

Verzuiling

Middenveld opgebouwd rond levensbeschouwelijke zuilen

69
New cards

Sociaal pact

Akkoord tussen sociale partners na WOII voor heropbouw en solidariteit

70
New cards

sociaal pact

Model met sterke staat, overleg en sociale bescherming

71
New cards

Neoliberalisme

Ideologie met focus op vrije markt en minimale overheidsinmenging

72
New cards

Nieuwe sociale bewegingen

Bewegingen rond thema’s als milieu, gender, vrede

73
New cards

Occupy-beweging

Voorbeeld van leaderless netwerkstructuur tegen kapitalisme

74
New cards

Multitude

Menigte met netwerkstructuur; horizontaal georganiseerd

75
New cards

MeToo/BLM

Voorbeelden van recente multitudes via sociale media

76
New cards

Massa

Grote groep mensen zonder onderlinge binding

77
New cards

Ijzeren wet van de oligarchie

Elke beweging neigt naar hiërarchie (Michels)