Module 1 voc

Regular – flexible hours

reguliere – flexibele werktijden

Flexitime

glijdende werktijden

To work from home

thuiswerken

Freelance

freelance / als zelfstandige

Teleworking

telewerken

Job-sharing / job-share / job-sharer

baan delen / gedeelde baan / iemand die een baan deelt

Shift work

ploegendienst

Part-time work – full-time work

deeltijdwerk – voltijdwerk

Temping / to temp / a temp / temping agency

interimwerk / als uitzendkracht werken / een uitzendkracht / uitzendbureau

Consultancy

consultancy / advieswerk

Hot-desking

flexplekken

To sell – sales

verkopen – verkoop

In the morning / afternoon / evening

in de ochtend / middag / avond

At noon / night

’s middags / ’s nachts

Permanent – temporary

vast – tijdelijk

To start work – to finish work

beginnen met werken – stoppen met werken

The Internet

het internet

To employ / employer / employee / (un)employment

in dienst nemen / werkgever / werknemer / (on)werkzaamheid

Advantages – disadvantages

voordelen – nadelen

To be your own boss

je eigen baas zijn

At times

soms / af en toe

To spend time with someone

tijd doorbrengen met iemand

A colleague

een collega

Office gossip

roddels op kantoor

To have the week/day/afternoon off

vrij zijn – een week/dag/middag vrij hebben

To put pen to paper

op papier zetten

To set (your) limits

(je) grenzen stellen

The working week

de werkweek

To share the credit / the blame

de eer / de schuld delen

Managing Director / MD / CEO

algemeen directeur / CEO

A request

een verzoek

A benefit

een voordeel

To embrace the benefits

de voordelen omarmen

Twice as much

twee keer zoveel

A skill

een vaardigheid

Brainpower

denkvermogen

A worst-case scenario

een worstcasescenario

Inevitable

onvermijdelijk

To manage to do something

erin slagen iets te doen

To fit in

erbij passen

To hand over work

werk overdragen

To delegate

delegeren

To play to someone's strength

inspelen op iemands sterke punten

According to

volgens

Particular skills

specifieke vaardigheden

To clarify

verduidelijken

In terms of

wat betreft

A five-day week

vijfdaagse werkweek

Eventually

uiteindelijk

To agree in writing

schriftelijk overeenkomen

Parental leave

ouderschapsverlof

Retirement – to retire

pensioen – met pensioen gaan

To make up for something

iets goedmaken

To deal with

omgaan met

To work closely together

nauw samenwerken

Marriage: wife – husband

huwelijk: vrouw – man

Timetable

rooster / tijdschema

To stick to

zich houden aan

To save money

geld besparen

Office space

kantoorruimte

To commute – commuter

pendelen – pendelaar

To have lunch / breakfast / dinner

lunchen / ontbijten / dineren

To attend a conference / event

een conferentie / evenement bijwonen

A trade fair

een handelsbeurs

A conference

een conferentie

A coffee break

koffiepauze

At work – at school

op het werk – op school

Department

afdeling

Female – male staff

vrouwelijke – mannelijke medewerkers

To range from … to …

variëren van … tot …

A senior – junior level

senior – junior niveau

To maximise

maximaliseren

Potential

potentieel

To help someone do something

iemand helpen iets te doen

To run a network / company

een netwerk / bedrijf leiden

London’s corporate world

de zakelijke wereld van Londen

The co-chair – to chair

medevoorzitter – voorzitten

To tend (women tend to…)

de neiging hebben

To socialise

socialiseren

Business studies

bedrijfsstudies

A degree

diploma / graad

To apply for a job

solliciteren naar een baan