les 2 criminologie

theoritische criminologie

als doel theorie vorming zonder beleidaanbevelingen

toegapaste criminologie

is gericht op het oplossen ve criminaliteits of veiligheidsvraagstuk

themas die aan bod komen

• drugs

• etiologie

• georganiseerrde criminaliteit

• gevangenis onderzoek

• politiestudies

• oorlog context

sub disciplines

verschillen op epistemologisch, theoretisch en methodologisch vlak

• comperatieve criminologie

• feministische criminologie

• kritische criminologie

• realistische criminologie

• culturele criminologie

• historische criminologie

beleidsmatige rol van de criminologie

impact van de criminologie op het strafrechterlijek systeem en veiligheidszorg

kennis en inzichten aanreiken voor preventie en bestrijding criminaliteit

lokaal, federaal, internationaal

criminalilogie kan gzn worden als stem vd burger

classicisme

18de eeuw

pre criminologisch

meer vanuit een filosofisch indiologisch perspectief kritiek op het acien regime

ziet de crimineel als een iemand met een vrije wil en die dus beslist op criminaliteit te plegen (rationele keuze)

schuld staat hier bij centraal

positivisme

19 de eeuw

idee dat je via observatie de werkelijke wereld kan zien

2 soorten

• individueel = bron vd criminaliteit ligt bij het individu, het is gericht op biologische en psychologische factoren

  • frenologie = studie van de schedels en dit gaan linken aan criminaliteit

  • psychiatrie en geneeskune gaan meer aandacht hebben voor criminaliteit (gaan linken met ziekts)

  • filantropie = organisaties opgericht als een vorm van naasten liefden

  • bepaalde scholen zorgen voor verwetenschappelijking van de criminologie

    • italiaans antropologische school

    • franse milieu school

    • bio-sociale school.

• sociaal positivisme = mensen w gedreven door hun omgeving

  • quetelet

  • durkheid

marxisme

19de eeuw

meer een ideologie die zich als wetenschap is beginnen uiten

20 ste eeuw

ideeen van 18de en 19de eeuw krijgen een soort van revival maar in andere vormen

classicisme → neoclassicisme → nieuwe administratieve criminologie

individueel positvisme → neo individueel positivisme → sociaal positivisme

marxisme → neomarxisme

links realisme als reactie op rechts realisme

feminisitische criminologie

neo classisme

nuancering van het classicisme door bv aandacht hebben voor beperking keuzevrijheid

nieuwe administratieve criminologie

ook gebaseerd op de vrije maar maar zal aandacht hebben voor preventie zoals camera’s sloten

neo individueel positivisme

concentische zone , chicago school .. zie pg 10

maar ook in 20 ste eeuw

anti positivisme ontstaan

context: studente protesten

vanuit antipositivisme ontstaan andere benaderingen

• abolutionisme = was tegen de slavernij en dit heeft impacht gehad op de criminologie → ze hadden namelijk het idee dat we bestraffing moesten afschaffen & alternatieven moesten gaan zoeken voor mensen die veroordeeld werden

• postmodene criminologie = stelt zich vragen bij de morderne wetenschap

criminologie in 18de eeuw: classisisme en verlichtings denken

zie pg 11

jeremy bentham

engels filosoof

an introduction to the principales of marals and legislation

aanhanger van het utilitarisme

werkt door in de criminologie

• straffen moeten een morele berekning zijn > ze moeten in proportie staan met de schade

belangrijste bijdrage is gevangenis (zie pg 12 en 13)

cesaire becarria

zie ook pg 12

deli delitti e dele pene

• krietiek op het AR

• kritiek op absolute vorsten en dat ze zelf mochte beslsssen wie gestraft was

• had dus kritiek op willekeur

pleiite vor een humanisering vh strafrecht

• tegen willekeur, machtsmisbruik

• afschaffing foltering en doodstraf

codificatiebeweging en legaliteitsbeginsel (nulla poena sine lege = geen straf zonder wet

• er moet een wet zijn voor er een straf is + wet moet gekend zijn

proportionaliteitsbeginse

• afstappen van vergelding (wraak) + straf moet snel + moet wettelijk zijn

• in verhouding tot daad

• en arbeid en gevangenis zien als straf

verlichtingsdenken

rationaliteit staat centraal

• rede = basis voor meer georganiseerde kennis

• wetenschappelijke revolutie aan de basis

• belang v empirie

• universalisme e zoektocht naar algemeen aanvaardbare wetten

• franse verlichtingsdenken = vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid

• voorutigang

• individualisme

• seculier denken

• tolerantie

• uniformiteit vd menselijke natuur

panopticon

gevangis ontworpen door jeremy bentham

adolphe quetelet

sociaal positivsme

morele statitiek

vader vd criminologie

introduceerde samen met francis galton de toegepaste statitstiek in de sociale wetenschappen

• doel : statistische regels die aan de basis liggen van bv criminaliteit begrijpen

• zeggen dat je moet opletten bij cijfers → dark numbers

• introduceerde de frequentie verdelig om patronen in misdaadcijfers te besturden

• Sur l'homme et le développement de ses facultés, ou Essai de physique sociale” (1835)

• quetelet ziet criminaliteit als een sociaal feit

  • cf durkheim

    

3 soorte zm

pg 14

italiaanse antropologische school

individueel positivisme

verwerpt het idee van het classisice en verlichtingsdenken die zegt dat er vrije wil is. deze school gaat ervan uit dat criminaliteit biologisch en genetisch bepaald is

• positivisme en frenologie

belangrijke denkers binnen italiaans antropologische school

• lombroso

• enrico ferri

• raffaele garofalo

atavisme

lombrosso

14

enrico ferri

14

raffeale garofalo

15

franse milieu school belangrijek denkers

15

• gabriel tarde

• alexandra lacassagne

gabriel tarde

alexandre lacassagne