Verticale pijler : Secundair onderwijs

0.0(0)
studied byStudied by 8 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/39

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

p. 204-227 -> kennen

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

In welke niveaus valt het secundair onderwijs binnen het EQF?

Niveau 3 en 4.

2
New cards

Wat is het minimumlessenrooster voor het secundair onderwijs?

28 uren van 50 minuten.

3
New cards

Hoeveel uren wordt elke school gesubsidieerd voor het secundair onderwijs?

Voor 32 uren. In TSO is dit voor 34 uren, en in KSO en BSO voor 36 uren, met extra uren ter ondersteuning van praktijklessen.

4
New cards

Wie bepaalt de vakken in de opties per graad in het secundair onderwijs?

De overheid bepaalt de vakken, maar de invulling van de uren gebeurt door de scholen zelf.

5
New cards

Wat zijn AN= OKAN-klassen en hoe lang duren ze?

AN= OKAN-klassen zijn klassen voor anderstalige nieuwkomers, en ze duren 1 volledig jaar.

6
New cards

Wanneer begon de hervorming van het secundair onderwijs en wat was de startwet?

Begon in 1971 met de Wet op het vernieuwd secundair onderwijs.

7
New cards

Wat waren de belangrijkste kenmerken van de hervorming van 1971?

Een brede eerste graad en het afschaffen van de onderwijsvormen.

8
New cards

Wat waren de minpunten van de structuur na de invoering van de hervorming in 1971?

  • Veel drop-out

  • ongekwalificeerde uitstroom

  • gebrekkige oriëntering naar het BSO

  • zeer laag rendement in het HO.

9
New cards

Wat was de opdracht van Minister Vandenbroucke in 2009?

Het uitwerken van een aangepaste structuur via de commissie-Monard.

10
New cards

Wanneer werd het Masterplan Secundair Onderwijs goedgekeurd en wat was de bedoeling?

Goedgekeurd op 14 juli 2017, met de bedoeling van invoering vanaf 2018, maar dit werd uitgesteld tot 2019.

11
New cards

Wat was een gevolg van te vroege tracking naar onderwijsvormen en studierichtingen?

Het belet dat leerlingen in een latere fase nog kunnen opklimmen naar een ander niveau (opzalmen).

12
New cards

Wat is de globale structuur van het hervormde secundair onderwijs?

De opdeling in 3 opeenvolgende graden en het behouden van de klassieke onderwijsvormen.

13
New cards

Wat benadrukt de onderwijshervorming met betrekking tot de eerste graad?

De oriënterende functie van de eerste graad, die zo breed mogelijk moet blijven om succesvolle doorstroom naar de 2e graad te garanderen.

14
New cards

Welke indelingscriteria worden gebruikt in het hervormde secundair onderwijs?

Een 3-voudige indeling in doorstroomonderwijs, arbeidsmarktgericht onderwijs, en onderwijs met dubbele finaliteit, en de indeling in onderwijsvormen.

15
New cards

Wat zijn de doorstroomgerichte studierichtingen in het hervormde secundair onderwijs?

ASO, TSO, en KSO.

16
New cards

Wat is het effect van de hervorming van het secundair onderwijs en wanneer wordt dit verwacht?

Het effect zal pas voelbaar zijn tegen 2025 (geleidelijke implementatie)

17
New cards

Welke stromen zijn er in de overgang van basisonderwijs naar de eerste graad van het secundair onderwijs?

A-stroom en B-stroom.

18
New cards

Wat betekent de B-stroom voor leerlingen in het secundair onderwijs?

is voor leerlingen die geen certificaat basisonderwijs hebben behaald, maar wel een getuigschrift met vermelding van verworven competenties.

19
New cards

Wat zijn de drie soorten doelstellingen in de eerste graad van het secundair onderwijs?

  • Eindtermen basisgeletterdheid

  • gewone eindtermen

  • uitbreidingsdoelen.

20
New cards

Wie bepaalt de uitbreidingsdoelen in de eerste graad van het secundair onderwijs?

De schoolbesturen en leerplannen (behalve de uitbreidingsdoelen voor Nederlands, die door de overheid worden bepaald)

21
New cards

Hoeveel uur per week moeten scholen in de eerste graad minimaal aanbieden voor differentiatiepakketten?

Minimaal 5 uur.

22
New cards

Wat zijn de 9 mogelijke differentiatiepakketten in het eerste jaar van de A-stroom?

  • Economie

  • klassieke talen

  • kunst

  • moderne vreemde talen

  • Nederlands

  • sociale vorming

  • sport

  • techniek

  • wiskunde/wetenschappen.

23
New cards

Wat zijn de 6 basisopties van 5 uur per week in het tweede jaar van de A-stroom?

  • Economie en organisatie

  • kunst en creatie

  • Latijn en/of Grieks

  • maatschappij en welzijn

  • moderne talen

  • wetenschappen.

24
New cards

Hoeveel varianten zijn er bij de STEM-technieken in de eerste graad?

6 varianten (mechanica, elektriciteit, bouw, agrotechniek, textiel, scheepvaart, en grafiek.)

25
New cards

Wat zijn de 4 finaliteiten in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs?

  • Doorstroom

  • dubbele doorstroom

  • arbeidsmarkt

  • beschermd arbeidsmilieu/dagbesteding.

26
New cards

Wat houdt de mogelijkheid van duaal leren (DBSO) in de derde graad in?

De mogelijkheid om deeltijds te studeren en te werken.

27
New cards

Hoe wordt het onderwijsaanbod in de tweede en derde graad georganiseerd?

Vanuit 2 perspectieven:

  • de finaliteit van het onderwijs (doorstroom of arbeidsgericht)

  • het studiedomein (8: STEM, bouwen en wonen, land- en tuinbouw, voeding en horeca, sport, zorg en welzijn, economie en organisatie, kunst en creatie)

28
New cards

Wat gebeurt er met domeinoverschrijdende ASO-doorstromingen in de matrix van de 8 gebieden?

Ze zitten niet in de matrix van de 8 gebieden.

29
New cards

Wat zijn de studierichtingen in de tweede graad binnen het STEM-studiedomein voor de doorstroomfinaliteit?

  • Grieks-Latijn

  • Latijn

  • wetenschappen

  • technologische wetenschappen.

30
New cards

Wat zijn Se-N-Se-opties en wat is hun doel?

Secundair na secundair opties zijn kortlopende gespecialiseerde opleidingen die na een jaar secundair onderwijs nog als secundair onderwijs gelden.

31
New cards

Wat was de aanleiding voor het decreet van 10 juli 2008 over het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap?

Integratie van verschillende mogelijkheden die oorspronkelijk onder verschillende ministeries en departementen vielen, zoals onderwijs, welzijn, en werk.

32
New cards

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een DBSO-traject?

2 dagen per week les in een centrum voor deeltijds onderwijs (15 uur) en minimaal 13 uur per week werken (werkplekleren).

33
New cards

Wat is een belangrijk kenmerk van de meeste DBSO-opleidingen?

Ze zijn modulair.

34
New cards

Tot welke leeftijd kunnen leerlingen deelnemen aan DBSO-opleidingen?

25 jaar.

35
New cards

Hoe zijn de deeltijdse beroepsopleidingen georganiseerd voor jongeren tot 2002 en daarna?

Tot 2002 georganiseerd door VIZO, en sinds 2006 samengevoegd tot SYNTRA.

36
New cards

Wat is de structuur van een DBSO-traject via SYNTRA?

Opleiding via een leercontract (1 tot maximaal 3 jaar), werken + 1 dag per week naar een regionaal vormingscentrum voor praktische algemene vorming, en loondoorbetaling (kinderbijslag valt niet weg).

37
New cards

Wat moet de minimale werkplekcomponent zijn in een duaal traject?

Minstens 14 uur werkplekleren.

38
New cards

Wat is de verhouding van de werkplek- en schoolcomponent in een duaal traject?

Het schoolcomponent heeft een sterk overwicht in de duale trajecten.

39
New cards

Wat zijn de drie vormen van deeltijds onderwijs die in het decreet in voorbereiding zijn opgenomen?

DBSO, duale structuuronderdelen, en aanloopstructuren.

40
New cards

Van welke leeftijd tot welke leeftijd kan je je inschrijven voor buitengewoon onderwijs?

13 - 21 jaar