Voc Se présenter (temps libre & loisirs)

les centres d’intérêts

de interessevelden

le sloisirs préférés

de lievelingshobby’s

les passe-temps favoris

de favoriete hobby’s

l’activité

de activiteit, de bezigheid

la passion

de passie

consacrer beaucoup de temps à

veel tijd besteden aan

passer son temps à

zijn/haar tijd doorbrengen met

l’amateur/ l’amatrice

de liefhebber, de liefhebster

amusant/ amusante

vermakelijk, grappig leuk

s’amuser à

zich amuseren, zich vermaken met

s’intéresser à

zich interesseren voor

l’intérêt

de interesse

s’occuper de

zich bezighouden met

l’envie

de zin, de behoefte

regarder la télé

naar tv kijken

aller au cinéma

naar de bioscoop gaan

le mouvement de jeunesse

de jeugdbeweging

être moniteur/monitrice dans

leider/ leidster /monitor zijn in /bij

pratiquer un sport

een sport beoefenen

faire du sport

sporten

sportif/ sportive

sportief

le sportif/ la sportive

de sprt(st)er, de sportman, -vrouw

avant (+ temps au passé)

vroeger( + verleden tijd)

maintenant

nu

le sport individuel

de individuele sport

le sport collectif

de ploegsport

en groep/ en équipe

in groep/ in team

le club/ l’association sportive

de club, de sportvereniging

le sport sensationnel

de sensationele sport

le sport dur

de moeilijke (zware) sport

le sport facile

de gemakkelijke sport

le sport dangereux

de gevaarlijke sport

s’entrainer

trainen

avoir une bonne condition physique

een goede conditie hebben

avoir la forme/ être en (pleine) forme

in (top)vorm zijn

rester en forme

in vorm blijven

les muscles

être musculé(e)

gespierd zijn

le mouvement

de beweging

le matériel/ l’équipement

het materiaal/ de uitrusting

l’esprit d’équipe

de ploeggeest

l’esprit de compétition

de competitiegeest

le amtch

de wedstrijd, de match

gagner

winnen (ook verdienen: geld)

battre, vaincre

verslaan, overwinnen

dominer

de sterkste zijn, overheersen

perdre

verliezen

la catégorie

de catégorie, de klasse

la sensation forte

de kick

le gout de l’aventure/ du risque

zin voor avontuur, risico

la persévérance

het doorzettingsvermogen

la discipline

de discipline

la concentration

de concentratie

de bons réflexes

goede reflexen

le talent

het talent

être doué pour

aanleg hebben voor

danser/ aimer la dans

dansen / van dansen houden

se promener

wandelen

faire des promenades

wandelingen maken

promener son chien

zijn hond uitlaten

la rando(nnée)/ aimer la rando

de (trek)tocht, van trektochten houden

le joueur/ la joueuse

de speler / de speelster

le jouet

het (stuk) speelgoed

l’adversaire

de tegenstand(st)er

la balle

de bal (klein)

le ballon

de bal (groot)

jeter/ lancer

gooien

le but

het doelpunt, het doel

jouer au fout

voetballen

jouer au basket

basketten

jouer au tennis

tennissen

faire du vélo

fietsen

faire du VTT

mountainbaiken

faire du jogging

joggen

faire du judo

judo

faire de la boxe

boksen

faire de la planche à voile

windsurfen

faire de l’équitation

paardrijden

aller au sports d’hiver

op wintersport gaan

faire du ski

skiën

faire du snowboard

snowboarden

faire du ski de fond

langlaufen

encourager

aanmoedigen

partager

verdelen, delen

jouer / ecouter de la musique

muziek spelen / beluisteren

aimer la musique

van muziek houden

le musicien/ la musicienne

de muzikant(e)

chanter

zingen

l’orchestre

het orkest

jouer du piano

piano spelen

jouer au poker

pokeren

jouer à un jeu électronique

een computerspel spelen

surfer sur interet

internetten

chatter

chatten

le chat

de chat

être accro à

verslaafd zijn aan

passer des heures devant l’écran

uren voor het scherm zitten

télécharger de la musique

muziek downloaden

être inscrit sur Facebook

op Facebook zitten

acheter en ligne

online (dingen) kopen