1/95
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
une entreprise
onderneming
une petit et moyenne entreprise
kleine of middelgrote onderneming
un entrepreneur/ entrepreneuse
ondernemer
entreprendre
ondernemen, beginnen
avoir l’esprit d’entreprise
ondernemingszin hebben
une start-up/ une jeunne pousse
start-up
une firme
firma
une compagnie
maatschappij
une compagnie d’assurance(s)
verzekeringsmaatschappij
une compagnie aérienne
luchtvaartmaatschappij
une compagnie à bas coûts/ à bas prix
low-costmaatschappij
une société
maatschappij, vennootschap
une société anonyme
naamloze vennootschap
une société à responsabilité limitée
besloten vennootschap
une association
vereniging
une association sans but lucratif
vereniging zonder winstoogmerk
une associé(e)
een vennoot
lucratif(ve)
winstgevend
une multinationale
multinational
un géant
gigant, reus
un groupe
een groep
la maison mère/ la société mère
hoofdvesteging/ moedermaatschappij
un(e) holding
holding
une filiale
dochtermaatschappij
une succursale
bijhuis, bijkantoor
une agence de voyage(s)
reisagentschap
une agence
agentschap
une usine
een grote fabriek
une unité de production
productie-eenheid
la fondation d’une entreprise
de oprichting van het bedrijf (f)
l’année de fondation
het stichtingsjaar
s’établir/ se mettre à son (propre) compte
van zichzelf beginnen
étudier le marché
de markt onderzoeken, de markt bestuderen
une étude de marché
marktstudie
cibler une clientèle
een cliënteel afbakenen, kiezen
un créneau
gat in de markt
un débouché
afzetgebied, afzetmakt
élaborer / établir une politique commerciale
een handelsbeleid uitwerken/ bepalen
l’élaboration/ l’établissement d’une politique commercial
uitwerking/ bepaling van een handelsbeleid
évaluer les coûts
de kosten ramen
l’évaluation des coûts
de ramingen van de kosten
établir un budget
een begroting opmaken/ opstellen
l’établissement d’un budget
het opmaken van een begroting
trouver des financements
financiering vinden
apporter du capital
kapitaal inbregen
l’apport du capital
kapitaalinbrengen
le capital
kapitaal
choisir la forme juridique d’une société commerciale
de juridische vorm van een handelsvennootschap kiezen
accomplir
uitvoeren, vervullen
accomplir une formalité
een formaliteit vervullen
accomplir une tâche
een taak vervullen
l’accomplissement d’une formalité/ d’une tâche
het vervullen van een formaliteit/ een taak
la Banque-Carrefour des Entreprises
Kruispuntbank van Ondernemingen
s’immatriculer
zich inschrijven
l’immatriculation
inschrijven
publier les statuts au Moniteur belge
de statuten in het Belgisch Staatsblad publiceren
la dénomination sociale
naam van de commerciële onderneming
la raison sociale
firmanaam ( uitsluitend bij persoonsvennootschappen)
le siège social
maatschappelijke zetel
s’implanter ( en france, dans une zone industrielle)
zich vestigen
l’emplacement
plaats, locatie
la localisation
locatie
lancer un produit (sur le marché)
een product op de markt brengen
le lancement d’un produit (sur le marché)
het op de markt brengen van een prodcut
innover
vernieuwen
une innovation
een vernieuwing
innovant
vernieuwend, innovatief
innovateur, innovatrice
vernieuwend, baanbrekend
un innovateur, une innovatrice
baanbreker, vernieuwer
un pionnier, une pionnière
pionier, baanbreker
pionner, pionniére
pioniers-, baanbrekend
payer des contributions
bijdragen betalen
les contributions
belastingen, bijdragen
la cotisation à la sécurité sociale
bijdragen aan de sociale zekerheid
une expansion de l’entreprise
uitbreiding van het bedrijf
fusionner
fusioneren
une fusion
fusie
racheter une entreprise
een bedrijf overnemen
le rachat d’une entreprise
de overname van een bedrijf (a)
reprendre une entreprise
een bedrijf overnemen
la reprise d’une entreprise
de overnamen van een bedrijf
une part de marché
marktaandeel
détenir une part de marché de …%
een marktaandeel van ..% hebben
acquérir/ gagner des parts de marché
marktaandeel winnen
perdre des parts de marché
marktaandeel verliezen
déposer le / son bilan
het/ zijn faillissement aanvragen
faire faillite
failliet gaan
être en faillite
failliet zijn
être au bord de la faillite
op de rand van faillisement staan
une faillite
een faillisement
la clientèle-cible
het beoogde cliënteel
un/une subalterne
ondergeschikte
un subordonné, une sobordonnée
ondergeschikte 2
une tête
hoofd
une entreprise à 100 têtes
een bedrijf met 100 werknemers
être à la tête de
aan het hoofd staan van