1/151
Vocabulary flashcards for Chapter 1 of Nederlands in Actie, including idioms, nouns, verbs, prepositions, irregular verbs, and separable verbs.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Idioom: Een hekel hebben aan iets
Idiom: To hate something
Adopteren
To adopt
Beer, de
Bear (masculine)
Beest, het
Beast (neuter)
Benieuwd (naar)
Curious (about)
Bereiken
To reach, achieve
Bescheiden
Modest
Beschilderen
To paint
Bewaren
To keep, preserve
Bezit, het
Possession (neuter)
Creatief
Creative
Daarvan
Of that, from that
Dankbaar (voor)
Grateful (for)
Dierbaar
Dear, precious
Doelpunt, het
Goal (neuter)
Droom, de
Dream (masculine)
Eigenschap, de
Characteristic (masculine)
Enthousiast
Enthusiastic
Ergeren, zich – (aan)
To be annoyed (by)
Ernstig
Serious
Fluisteren
To whisper
Fotograaf, de
Photographer (masculine)
Geboorte, de
Birth (masculine)
Geboorteland, het
Birth country (neuter)
Geduldig
Patient
Gevaarlijk
Dangerous
Gevoel, het
Feeling (neuter)
Gitaar, de
Guitar (masculine)
Gouden
Golden
Grappig
Funny
Hangen (aan)
To hang (on)
Held, de
Hero (masculine)
Herinnering, de (aan)
Memory (of)
Horloge, het
Watch (neuter)
Indrukwekkend
Impressive
Krant, de
Newspaper (masculine)
Lawaai, het
Noise (neuter)
Leeftijd, de
Age (masculine)
Medisch
Medical
Meekrijgen
To get along
Meemaken
To experience
merken (van)
to notice from
Mezelf
Myself
Muzikaal
Musical
Onderzoek, het (– doen (naar))
Research (to do – on)
Oogziekte, de
Eye disease (masculine)
Oplossing, de
Solution (masculine)
Orkest, het
Orchestra (neuter)
Paard, het
Horse (neuter)
Persoonlijk
Personal
Piano, de
Piano (masculine)
Platteland, het
Countryside (neuter)
Precies
Exactly
Presentator, de
Presenter (masculine)
Project, het
Project (neuter)
Publiceren
To publish
Rammelaar, de
Rattle (masculine)
Rapper, de
Rapper (masculine)
Realiseren, zich
To realize
Rechten
Rights
Roots, de
Roots
Schijf, de
Disc (masculine)
Schilderen
To paint
Schreeuwen
To shout
Show, de
Show (masculine)
Sommige
Some
Spullen, de
Things, stuff
Sterk
Strong
Stilstaan (bij)
To dwell on, consider
Stimuleren
To stimulate
Sturen (aan / naar)
To send (to)
Taptap, de
Tap tap (masculine)
Tekenen
To draw
Tekening, de
Drawing (masculine)
Telefoon, de
Telephone (masculine)
Tijdschrift, het
Magazine (neuter)
Trots (op)
Proud (of)
Uitkiezen
To choose
Uitkomen
To come out, be published
Uitverkopen
To sell out
Universitair
University (adj.)
Vernoemen (naar)
To name after
Verwarren
To confuse
Verwerken (in)
To process (into)
Vierdejaarsstudent, de
Fourth-year student (masculine)
Vliegen
To fly
Vlinder, de
Butterfly (masculine)
Vooral
Especially
Voorlopig
For the time being, temporarily
Voornemen, het
Intention (neuter)
Vrolijk
Cheerful
Wereld, de
World (masculine)
Wetenschappelijk
Scientific
Zelfreflectie, de
Self-reflection (masculine)
Zelfs
Even
Zicht, het (op – hebben)
Sight (to have – on)
Ziekenhuis, het
Hospital (neuter)
Ziekte, de
Illness (masculine)
Zingen
To sing
Zorgen voor
To take care of