1Psy Meth d1: 1.1 + 1.2.

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/25

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

26 Terms

1
New cards

Vasthoudendheid /tenacity

=idee/geloof wordt vastgehouden omdat het eerder als waar is aanvaard

~niet-wetens. meth.


->gewoonte/bijgeloof

->kan fout zijn, moeilijk corrigeren (men klampt zich eraan vast, zelfs ondanks tegenbewijs)

2
New cards

Intuïtie

=informatie aanvaard obv buikgevoel
~niet-wetens. meth.

 

-Gebruik:

1) Het “voelt juist aan”

2) Snelle manier vragen beantwoorden

3) Moeten uitspraak doen, hebben 0 info: dan vaak intuïtie

4) Ethische/morele dilemma’s: vaak via intuïtie opgelost

  (bv: abortus ja/nee) …

 

-Probleem:

 ->geen manier onderscheiden accurate & foutieve info

3
New cards

Autoriteit

=info als waar aangenomen omdat het komt van expert of autoriteit

 ~niet-wetens. meth.

 ->bv: google (>experten)

 

-Gebruik:

 ->goed startpunt kennis vergaren (snel + makkelijk)

 ->gevaar: methode van geloof

 

-Problemen:

 1) Niet altijd accurate info

 2) Info kan gebiast zijn (subj. opinie)

 3) Expertise gegeneraliseerd nr andere domeinen

  ->bv: acteur≠parfumexpert

 4) Expert is niet echt een expert

 

 =>altijd verifiëren! (kritisch nadenken & verder doorzoeken)

4
New cards

Methode van geloof

=blind vertrouwen info >autoriteitsfiguur zonder zelf kritisch na te denken

 Bv: kinderen geloven ouders

5
New cards

Rationalisme

=info als waar aangenomen dr logisch redeneren (antw. zoeken via logisch redeneren obv assumpties/premissen)

 ~niet wetens. meth. (maar ietsje meer betrouwbaar)

 

-Gebruik: premissen (gekende feiten) ->logica gebruiken

 ->logische conclusie

 ~rationele meth. start pas NA de premissen (enkel verder denken richting conclusie)

Voordeel

 ->Als premissen juist + logica correct toegepast =>concl. sws juist

 

Nadelen

 1) Premissen niet altijd juist (ook niet geverifieerd)

 2) Mensen kunnen slecht logisch redeneren

6
New cards

Bv rationalisme

Premissen

1) Beangstigende ervaring met hond meemaken zorgt vr angst voor honden i/d toekomst

2) Amy is bang voor honden

 

Conclusie

Amy heeft beangstigende ervaring met hond meegemaakt

7
New cards

Argument

=groep premissen dat logisch gecombineerd worden tot een conclusie

 ->premissen=feiten/assumpties dat als waar aangenomen worden

8
New cards

Empirie

=vragen beantwoorden obv directe observaties of persoonlijke ervaringen

 ->alle kennis verworven dr zintuigen & ervaringen (bv: je voelt simpelweg: in zomer is het warmer dan in winter)

 ~niet-wetens. meth. (mr ietsje meer betrouwbaar)

 

OBSERVATIE, probleem:

 =>onze waarneming/interpretatie vd wereld niet altijd correct

1) Sensorische ervaring kan ons misleiden (bv: optische illusies)

2) Invloed voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie (waarneming gekleurd hierdoor)

3) Misinterpretatie sensorische ervaring

4) Kost tijd

 ->alle opties uitproberen bij empirische meth.: trail-and-error

5) Kan gevaarlijk zijn (bv: giftige vs eetbare paddenstoelen?)

9
New cards

Voorbeeld rationalisme & empirisme

-Geen vervoer voor examen?

1) Alle opties overwegen (openbaar vervoer, iemand bellen,…) -> beste kiezen =rationalisme

2) Alle opties uitproberen en dan beste kiezen=empirisme

10
New cards

De wetenschappelijke methode

=manier om kennis te vergaren

 ->specifieke vragen formuleren

 ->systemisch naar antwoorden zoeken

 

-Bevat elementen vd niet-wetens. methoden (combo: vermijden problemen bij individuele methoden)

-5 stappen

11
New cards

STAP 1

OBSERVATIE (van gedrag/andere fenomenen)

 

1) Informeel

2) Generalisatie/inductie (specifiek ->algemeen)

3) Direct vs indirect

 ->direct: neiging vloeken onderzoeken als onderzoekers zichzelf pijn deden

 ->indirect: iemand anders observeert het

12
New cards

Inductie

=obv enkele observaties wordt e. algemene conclusie bereikt (observaties worden gegeneraliseerd)

13
New cards

STAP 2

HYPOTHESES  VORMEN

 ->variabelen identificeren

 ->1 var. kiezen: hyp. hierover (voor slecths1 var verklaring zoeken, andere mogelijke verklaringen niet als onderwerp onderzoek)

14
New cards

Variabelen

=karakteristieken/condities die variëren binnen/tussen versch. personen

 Bv: leeftijd, gezondheidstoestand, PH, intelligentie…

15
New cards

Hypothese

=mogelijke verklaring die we gaan onderzoeken

 ->voorlopig, mogelijke verklaring (moet getest & kritisch geëvalueerd worden: niet definitief)

 

-Bevat beschrijving/verklaring v/e relatie tss var.

 Bv: “Vloeken bij pijn want vloeken vermindert intensiteit pijn”

16
New cards

STAP 3

PREDICTIES VORMEN

=toepassing hyp. op/e specifieke, observeerbare situatie

 ->1 hyp =>mogelijk aanleiding meerdere predicties

 

Elke predictie =verwijzing specifieke geb/sit. die gemeten/geobserveerd kan worden

 ->pred. moeten toetsbaar zijn

17
New cards

Toetsbaar

=via directe observatie kunnen aantonen of predicties juist/fout zijn

18
New cards

Vorming predicties

~via deductie (logisch proces, rationele meth.)

 ->obv algemene stelling conclusies over specifieke voorbeelden

 

Bv: hyp.=vloeken vermindert pijn

 1) Pred.: pp die vloeken moeten minder reactie vertonen tegen pijn

 2) Pred.: pp die vloeken hogere pijntolerantie

19
New cards

STAP 4

EVALUEER PREDICTIE DOOR SYSTEMATISCHE, GEPLANDE OBSERVATIE (empirische meth)

 ->feitelijk onderzoek/dataverzameling

 

Doel =faire, niet-gebiaste test vd onderzoekshypothese (door observeren of pred. correct is)

 ->los v. subjectieve interpretatie & verwachtingen: OBJECTIEF (~doel)

 

Bv: pijnstudie: hand in ijskoud water, hoe lang volhouden (pijntolerantie)

->C1: vloekwoord herhalen

->C2: neutraal woord herhalen

20
New cards

STAP 5

GEBRUIK OBSERVATIES OM HYP. TE ONDERSTEUNEN, WEERLEGGEN OF HERSPECIFIËREN

->vgl obs. met predicties (obv hyp.)

->terug naar stap 2: hyp. vorming

(fout opmerken ->hyp. ->opnieuw beginnen)

21
New cards

Wetens. methode

=circulair proces

=serie v. stappen die steeds opnieuw doorlopen worden

 ->altijd in beweging & ontwikkeling (kennis verandert doorheen jaren)

 ->spiraal want vergaarde kennis groeit steeds

22
New cards

3 belang. principes wet. meth.

1) Wetenschap=empirisch

 =antw. zoeken obv observaties, obs. zijn:

 1. Gestructureerd

  ~bieden duidelijke ondersteuning/weerlegging vd hyp.

 2. Systematisch

  ~uitgevoerd in set condities zodat vraag accuraat beantwoord kan worden

2) Wetenschap=openbaar

 =wetens. moet repliceerbaar/verifieerbaar zijn

 ->peer review, gedetailleerde beschrijving methode vereist

 

3) Wetenschap=objectief

 =geen invloed biases & opinies wetenschapper op resultaten studie

 Bv: blind procedure

23
New cards

Peer review

=andere wetenschappers evalueren ond. voordat het gepubliceerd wordt

24
New cards

Blind procedure

=onderzoekers die obs. verzamelen zijn blind vr/d details vd studie

25
New cards

Wetens. <-> pseudowetens.

Pseudowetenschap:

1) Ontbreken empirische evidentie

 Bv: astrologie ~puur obv intuïtie

 

2) Geen toetsbare/weerlegbare hyp.

 ->evidentie tegen theorie genegeerd (of wegverklaard zonder theorie aan te passen)

 

3) Obv subjectief bewijs

 ~”handpicking” succesverhalen (gefaalde verhalen vergeten)

 

4) Stagneert

 =onveranderd door de jaren heen (negeert kritiek op theorie)

 

5) Niet obv vorig onderzoek

 ~niet verder bouwen, theorie ontstaan volledig nieuw & op zichzelf zonder bewijs

 ->vaak: vaag wetenschappelijk jargon hanteren zodat het wetenschappelijk lijkt

26
New cards

Stappen

1) Observatie v. gedrag/andere fenomenen

2) Hypotheses vormen

3) Predicties vormen

4) Evaluatie predicties door observatie

5) Door obs. hyp. ondersteunen, weerleggen/herspecifiëren