H16: Algemene begrippen
Studied by 15 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/282
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
283 Terms
Actuellement
op dit moment
L’an
het jaar
Ancien, ancienne
oud ; voormalig
L’année
het jaar (duur)
Annuel, annuelle
jaarlijks, jaar-
L’après-midi
de middag
L’automne
de herfst
Autrefois
vroeger
L’avenir
de toekomst
Le centenaire
het eeuwfeest, de honderdste verjaardag
Continu, continue
aan één stuk door, continu
La date
de datum
Dater (de)
dateren (uit/van)
Le début
het begin
Débuter
beginnen, van start gaan
Désormais
voortaan, van nu af aan
La durée
de (tijds)duur
Durer
duren
Enfin
eindelijk
Ensuite
vervolgens, daarna
L’époque
het tijdperk, de tijd
L’été
de zomer
La fin
het eind(e)
Finalement
ten slotte, uiteindelijk
Futur, future
toekomstig, aanstaand
L’heure
het uur
L’hiver
de winter
Immédiat, immédiate
onmiddelijk, direct
Immédiatement
onmiddelijk, meteen
L’instant
het ogenblik
Le jour
de dag
La journée
de dag (duur)
Le lendemain
de volgende dag, de dag erna
Longtemps
lang, lange tijd
Le matin
de ochtend, de morgen
La minute
de minuut
Le mois
de maand
Le moment
het moment, het ogenblik
La nuit
de nacht
Le passé
het verleden
Passé, passée
vorig, afgelopen
La période
de periode
Permanent, permanente
permanent, aanhoudend
La phase
de fase
Le présent
het heden
Le printemps
de lente, het voorjaar
Prochain, prochaine
volgend, aanstaand
Récemment
onlangs, kortgeleden
Régulier, régulière
regelmatig, geregeld
La saison
het seizoen
La seconde
de seconde
La semaine
de week
Le siècle
de eeuw
Le soir
de avond
La soirée
de avond (duur)
Soudain
plotseling
Souvent
vaak
Tard
laat
Le temps
de tijd
Tôt
vroeg
La veille
de dag voor, de vorige dag
Calculer
berekenen, uitrekenen
La charge
de last, de lading
Chargé, chargée
geladen, beladen ; overladen
Le chiffre
het cijfer, het getal
La centaine
het honderdtal
Le centimètre
de centimeter
Compléter
aanvullen ; afmaken
Considérable
aanzienlijk, behoorlijk veel
Contenir
bevatten, inhouden
Demi, demie
half
La dimension
de afmeting
La dizaine
het tiental
La dose
de dosis
La douzaine
het dozijn, twaalf stuks; het twaalftal
Énorme
enorm (groot)
Entier, entière
heel, totaal
L’épaisseur
de dikte
L’excès
de overmaat, het teveel
La grandeur
de grootte
La hauteur
de hoogte
Inférieur, inférieure
lager, kleiner, minder
Le kilo, le kilogramme
het kilo, het kilogram
Le kilomètre
de kilometer
Le litre
de liter
La livre
het pond
Le lot
het (aan)deel; de partij, de hoeveelheid
Majeur, majeure
groter, grootst
La largeur
de breedte
La longueur
de lengte
La majorité
de meerderheid, het grootste deel
La masse
de massa
La mesure
de maat
Mesurer
meten
Le mètre
de meter
mi-
half-, midden-
le millier
het duizendtal
le milligramme
het milligram
le millilitre
de milliliter
le millimètre
de millimeter