het goede leven ligt in de aard (natuur) van de mens/het universum
men moet leven in overeenstemming met de natuurlijke orde der zaken
onderzoek naar wat de natuur van die dingen is
veronderstelling dat de natuur ook te kennen is
natuurlijk gezag is onbetwistbaar
verdeling van gemeenschappelijke goederen aan onderdanen op basis van
gelijkheid
verdienste
behoefte
tussen individuen, betreft privébezit
ruilende
retributieve
ieder mens heeft belang bij het besturen van de staat
dat belang is voor iedereen gelijk
het is mogelijk gelijke belangen gelijk te vertegenwoordigen
mensen hebben liberale grondrechten die onschendbaar zijn
sociale rechtvaardigheid = vereffende rechtvaardigheid (sociaaleconomische ongelijkheid is gerechtvaardigd als ze gevolg is van verdienste)