Retorische Stijlfiguren

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/48

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch vocabulary flashcards based on lecture notes about rhetorical devices.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

49 Terms

1
New cards

Accumulatio

Samenplaatsen van woorden met overeenkomstige betekenis

2
New cards

Anafoor

Herhalen van dezelfde woordgroep

3
New cards

Analogie

Dingen met elkaar vergelijken om een punt te maken

4
New cards

Anticlimax

Geleidelijk aan afnemen van spanning

5
New cards

Antithese

Tegengestelde woorden die met elkaar verbonden worden

6
New cards

Antropomorfisme

Vorm van personificatie: dieren of planten worden als mensen voorgesteld

7
New cards

Apostrof

Er wordt gericht naar een persoon of personen die niet aanwezig zijn

8
New cards

Archaïsme

Volgen van oude stijl van praten, heeft een heel plechtig aanzien dus kan vaak gebruikt worden voor ironie

9
New cards

Asyndeton

Zonder voegwoorden naast elkaar plaatsen van woorden, zinsdelen of zinnen

10
New cards

Captatio Benevolentiae

Lofprijzen bij het begin van een redevoering om de mensen die aangesproken worden gunstig te stellen

11
New cards

Chiasme

Twee tegengestelde woorden worden in dezelfde zin gebruikt

12
New cards

Cliché

Frequent gebruikt woord, uitspraak,… → voorspelbaar

13
New cards

Climax

Opbouw van spanning

14
New cards

Contaminatie

Foute combo van woorden of woordgroepen

15
New cards

Dysfemisme

↔️ eufemisme, een zin erger verwoorden dan het in werkelijkheid is

16
New cards

Ellips

Weglaten van vanzelfsprekende woorden

17
New cards

Eufemisme

↔️ dysfemisme, het mooier maken van iets wat in werkelijkheid slechter is

18
New cards

Evidentia

Concrete en gedetailleerde beschrijving van personen of zaken

19
New cards

Exclamatio

Een korte uitroep, vaak met ellips

20
New cards

Exemplum

Geciteerd voorbeeld, vaak een persoon of instituut met gezag in het onderwerp

21
New cards

Exhortatio

Met zachte dwang aansporen van luisteraar tot het ondernemen van actie

22
New cards

Generalisering

Veralgemening

23
New cards

Homofoon

Woorden met dezelfde klank

24
New cards

Homoniem

Woorden van eenzelfde woordsoort, zelfde klank en spelling maar andere betekenis

25
New cards

Hyperbool

Sterke overdrijving

26
New cards

Inversie

Omkering vd volgorde onderwerp en persoonsvorm

27
New cards

Ironie

Het tegengestelde zeggen van wat je bedoelt

28
New cards

Litotes

Begrip wordt omschreven door het tegendeel te ontkennen

29
New cards

Metafoor

Vergelijking zonder als (= vergelijking zonder als = verkorte vergelijking)

30
New cards

Neologisme

Nieuw woord in een taal, expressieve redenen

31
New cards

Oxymoron

Combo van 2 tegenstrijdige of tegengestelde woorden

32
New cards

Paradox

Schijnbare tegenstelling, maar heeft een betekenis

33
New cards

parallellisme

stijlfiguur waarbij twee (of meer) zinswendingen naar inhoud of naar vorm min of meer gelijk zijn

34
New cards

Personificatie

Objecten of begrippen worden als mens voorgesteld

35
New cards

Pleonasme

Gebruiken van meer woorden dan nodig door een eigenschap van het begrip te herhalen

36
New cards

Polysyndeton

Herhaling van een voegwoord in een zin (minstens 3 keer)

37
New cards

Praeteritio

Zeggen dat je iets niet gaat vermelden en het daardoor wel doen

38
New cards

Quaestio

Veel vragen in een keer, soms retorisch

39
New cards

Repetitio

Woord of zinsdeel wordt ongewijzigd na elkaar herhaald (ook anafoor)

40
New cards

Retorische stilte

Stilte om iets door te laten dringen

41
New cards

Retorische vraag

Vraag die niet bedoeld is om een antwoord uit te lokken

42
New cards

Subjectio

Antwoord geven op een zelfgestelde vraag

43
New cards

Synesthesie

Samenbrengen van 2 zintuiglijke waarnemingen

44
New cards

Tautologie

Herhaling van een synoniem of hetzelfde begrip

45
New cards

Understatement

Iets wordt als minder beschreven dan het is (≈ dysfemisme)

46
New cards

Vergelijking

Met woorden als, zoals

47
New cards

Vergelijking met als

Met woorden als, zoals

48
New cards

Vergelijking zonder als

Zonder als, zoals (= metafoor = vergelijking zonder als)

49
New cards

Verkorte vergelijking

Zonder als, zoals (= metafoor = vergelijking zonder als)