Structuralisme en Poststructuralisme

Langue

Taal als systeem

Parole

De taaluitingen van individuele taalgebruikers

Signifiant

Het klankbeeld dat we horen wanneer een woord wordt uitgesproken (het teken in de taal dat een bepaalde inhoud of concept representeert)

Signife

Een bepaalde denkinhoud die door de betekenaar wordt opgeroepen

Episteme

De dieptestructuur van het weten in een bepaalde periode, het historisch a priori van het weten

Pre-klassieke episteme

Het denken is gebiologeerd, zoeken naar overeenkomsten op grond waarvan de wereld kon worden geordend

Klassieke episteme

De tekens waaruit onze kennis bestaat als representaties van die dingen in het denken, tot doel om de dingen van elkaar te onderscheiden en op die manier een identiteit te geven

Modern episteme

Fenomenen begrijpen door hen in verband te brengen met hun historische oorsprong

Transcendentaal-empirisch dubbelwezen

De mens krijgt een dubbelzinnige rol in het kenproces (als de instantie die de kennisverwerving mogelijk maakt en als empirisch object van datzelfde onderzoek)

Dood van de mens

Het structuralisme leidt tot een weten waarin de mens als bron van zin en betekenis geen plaats meer heeften waarin structuren de dominantie overnemen.

Deconstructie

een ‘methode‘ om teksten te benaderen: een tekst is een constructie van betekenis waarvan de fundamenten grotendeels onzichtbaar zijn

Plato - Phaedrus

Het schrift presenteert zich als een toverdrank (pharmakon) voor het geheugen, terwijl het bij nader inzien veeleer een vergif (pharmakon) blijkt te zijn

Differance

Het schrift is niet zomaar afgeleid van het gesproken woord, maar zelf nieuwe betekenissen genereert

Difference

De betekenis van een term komt maar tot stand in het verschil met andere betekenaars

Differer

Het uitstellen van iets tot een later moment: betekenis wordt gegenereerd door verschil, daardoor kan ze altijd slechts voorlopig worden toegekend

La trace

Elke teken is een spoor, te vergelijken met de voetafdrukken die iemand in het zand heeft achtergelaten. net zoals het spoor getuigt van de afwezigheid van degene die er is geweest, zo verwijst elk taalteken door naar datgene wat het zelf niet is

Iterabilité

Om als teken te kunnen fungeren, moeten woorden herhaalbaar zijn

L’archi-architecture

Elke talige act is een manifestatie van een oervorm van het schrift die aan het spreken en schrijven voorafgaat